13 3hv H2 spelling les 3 (mini-lesje, zelf leren en quizvragen voor SO)

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Lezen in je leesboek

Leerdoelen spelling 2.9

1. Persoonsvorm tegenwoordige tijd en verleden tijd
   
2. Engelse werkwoorden in onze taal
   
3. Meervouds-n bij verwijzingen
   
4. Dicteewoorden

De leerdoelen worden getoetst met een SO op donderdag 9 december

Deze les: mini-lesje

Opdracht 2:

Word een expert in  de meervouds-n bij verwijzingen! (Zie theorie p. 159/166)

• Bedenk alleen of als duo een mini-lesje over de meervouds-n voor de volgende les. 
• In +- 5 min. in totaal leg je de theorie uit, met voorbeelden en een paar oefenzinnen.
• Zorg dat je aan het einde van het lesje hebt gecontroleerd of de klas het snapt.
• Je mag hierbij gebruik maken van het whiteboard of bijv. een korte PowerPointpresentatie.
• Ook kan je opdr. 7, 8 of 9 gebruiken om oefen- en voorbeeldzinnen uit te halen.
• De volgende les gebruiken we de spinner om te kiezen we het lesje geeft.

Deze les: mini-lesje

Let goed op:

• Klopt de uitleg, is de uitleg compleet?
• Snap je het? Stel vragen.
• Wat was goed aan de les?

SO voorbereiden

Ga je voorbereiden op de SO

• Maak de test jezelf
• Maak eventueel de versterk jezelf
• Leer op je eigen manier

1. Ik skate, jij ... ? (tegenwoordige tijd)

1. skate
2. skatet
3. skat
4. skated

2. Voor vele(n) in Nederland is koffie een geliefde drank, die volgens voorstanders ook nog eens verschillende(n) gezondheidsvoordelen heeft.

1. vele, verschillende
2. velen, verschillende
3. vele, verschillenden
4. velen, verschillenden

3. Natuurlijk drinken sommige(n) liever thee, ook een drank die vele(n) liefhebbers telt.

1. sommige, vele
2. sommigen, vele
3. sommige, velen
4. sommigen, velen

4. Werkwoorden tegenwoordige tijd:

Dat Ramona met een enorme vaart de berg af (skiën), (verbazen) niemand.

1. skiet, verbaasd
2. skied, verbaasd
3. skiet, verbaast
4. skiët, verbaast

5. Werkwoorden verleden tijd:

De poes (soezen) op de bank, terwijl Edo de kamer (poetsen).

1. soeste, poetste
2. soeste, poetsde
3. soesde, poetste
4. soesde, poetsde

6. Werkwoorden verleden tijd:

aDe poes (soezen) op de bank, terwijl Edo de kamer (poetsen).

1. soeste, poetste
2. soeste, poetsde
3. soesde, poetste
4. soesde, poetsde