Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Thema 1 - Het verleden
Perfectum - de voltooide tijd
Hoe was je weekend
1 / 16
volgende
Slide 1:
Tekstslide
NT2
WO
Studiejaar 6
In deze les zitten
16 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
120 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Perfectum - de voltooide tijd
Hoe was je weekend
Slide 1 - Tekstslide
Perfectum
e
x s
o
f t k
e
t c h
u
p
Slide 2 - Tekstslide
Perfectum
e
x s
o
f t k
e
t c h
u
p
Slide 3 - Tekstslide
spelen
ge + speel + d
werken
ge + werk + t
regelmatige werkwoorden -> ge + stam + t/d
Perfectum
of
ex soft ketchup
Slide 4 - Tekstslide
spelen
ge + speel + d
werken
ge + werk + t
werkwoorden met
ge-, be-, her-, ver- of ont-
geen extra 'ge'
regelmatige werkwoorden -> ge + stam + t/d
gebeuren
betreden herinneren
verwennen onthouden
Perfectum
of
ex soft ketchup
Slide 5 - Tekstslide
ontdekken
ontdekk
k
+t
heeft ontdekt
ex soft ketchup
gebeuren
gebeur
r
+d
is gebeurd
reizen
reiz
z
+d
heeft gereisd
leven
lev
v
+d
heeft geleefd
Nee?
Dan een d!
ex soft ketchup
Slide 6 - Tekstslide
verandering
/
beweging
gaan
of
tweede werkwoord
staan
hebben
en
zijn
hebben en / of zijn
Slide 7 - Tekstslide
verandering
/
beweging
werkwoorden die een object nodig hebben
reflexieve werkwoorden
gaan
of
zijn, gaan, komen, worden, blijven, worden, beginnen, stoppen, gebeuren, veranderen, trouwen, slagen, zakken, stijgen, dalen
tweede werkwoord
staan
hebben
en
zijn
hebben en / of zijn
Slide 8 - Tekstslide
stoppen
A
is gestopt
B
is gestopd
Slide 9 - Quizvraag
verbazen
A
is verbaazt
B
is verbaazd
C
is verbaast
D
is verbaasd
Slide 10 - Quizvraag
verven
A
is geverfd
B
is gevervd
C
is geverft
D
is gevervt
Slide 11 - Quizvraag
hebben of zijn
A
Ik ben gewerkt.
B
Ik is gewerkt.
C
Ik heb gewerkt.
D
Ik zijn gewerkt.
Slide 12 - Quizvraag
hebben of zijn
A
Hij heeft gefietst.
B
Hij is gefietst.
C
Hij heb gefietst.
D
Hij hebt gefietst.
Slide 13 - Quizvraag
hebben of zijn
A
Hij heeft naar huis gelopen.
B
Hij is naar huis gelopen.
C
Hij heb naar huis gelopen.
D
Hij hebt naar huis gelopen.
Slide 14 - Quizvraag
hebben of zijn
A
Wij heeft om drie uur begonnen.
B
Wij is om drie uur begonnen.
C
Wij zijn om drie uur begonnen.
D
Wij hebt om drie uur begonnen.
Slide 15 - Quizvraag
Wat is goed?
A
Wat is er gebeurt?
B
Heeft je de mosterdsoep geproefd?
C
Ik heb aan de bultjes gekrabd.
D
Ze heeft een patatje gehaalt.
Slide 16 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Les 3: Voltooide en verleden tijd regelmatig
Februari 2023
- Les met
20 slides
NT2
MBO
Studiejaar 2
NT2-les: voltooide en verleden tijd regelmatig Isis van Huizen
Juni 2024
- Les met
11 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Hoofdstuk 9 - Bij de huisarts
Juni 2022
- Les met
33 slides
NT2
WO
Studiejaar 6
Hoofdstuk 9 - Bij de huisarts
Oktober 2023
- Les met
35 slides
NT2
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Hoofdstuk 9 - Bij de huisarts
Juli 2024
- Les met
47 slides
NT2
WO
Studiejaar 6
Thema 1 - Het verleden
Mei 2022
- Les met
28 slides
NT2
MBO
Studiejaar 4
Hoofdstuk 10 - bij de fietsenmaker
April 2022
- Les met
24 slides
NT2
WO
Studiejaar 6
oefenen TOA-toets
Mei 2024
- Les met
52 slides
NT2
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3