Thema 13 deel 1: Organisatie en uitvoeren van activiteiten voor 0 tot 4 jarigen

1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
ontwikkelingspsychologieMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

OPS Leerjaar 2
Thema 13 deel 1 Organiseren en uitvoeren van activiteiten voor 0-4 jarigen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem voorbeelden van activiteiten die georganiseerd worden in de kinderopvang voor 0-4 jaar

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Binnen dit thema gaan we dieper in op de organisatie en uitvoering van activiteiten . Zeker omdat het belangrijk is om in te zetten op de brede ontwikkeling van een kind.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar denk je aan bij de brede ontwikkeling van een kind?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De theorie: gespecialiseerd pedagogisch medewerker deel A  blz. 160 t/m 190

  1. Jaarprogramma’s
  2. Dagprogramma’s
  3. Vaste dagelijkse activiteiten op een kinderdagverblijf
  4. Vaste dagelijkse activiteiten op de peuterspeelzaal en peutergroep
  5. Doelgerichte activiteiten
  6. Ontwikkelingsgericht werken
  7. Ontwikkelingsstimuleringsprogramma’s
  8. Vrije activiteiten
  9. Methodisch werken bij activiteiten
  10. Groepsruimte en hoeken

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. Jaarprogramma's
Jaarprogramma - weekprogramma - dagprogramma       -> geeft rust en duidelijkheid

  • Jaarprogramma en feesten (jaarritme)
    - feesten als onderdeel
    - decembermaand
    - omgaan met spanning bij feesten

  • Jaarprogramma's met thema's (belevingswereld, meer betekenis, samenhang)
    - fasen in een thema: van oriënteren en verkennen, tot verder uitdiepen en afronden
    - stimuleren verschillende ontwikkelingsgebieden: taalactiviteiten, rekenactiviteiten,     motorische activiteiten, creatieve activiteiten 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een bruikbaar thema:
  • Sluit aan bij de belevingswereld;
  • Nodigt kinderen uit en stimuleert ze om zich er verder in te verdiepen;
  • Biedt voldoende mogelijkheden om geschikt materiaal te vinden;
  • Kan binnen een bepaalde periode worden afgerond;
  • Heeft verbanden met eerdere ervaringen;
  • Geeft mogelijkheden tot verschillende activiteiten;
  • Valt binnen de doelstelling van de organisatie.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een dagritmekaart?

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

3. Dagprogramma's
Dagprogramma -> helpt bij het overzien van de dag.

  • Vaste dagindeling
  • Duidelijke overgangsmomenten met vaste gewoonten en vaste rituelen (routines)
  • Dagritmekaarten (bieden houvast)

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem een voorbeeld van een vaste dagelijkse activiteit

Slide 11 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

4. Vaste dagelijkse activiteiten op een kinderdagverblijf
Vaste activiteiten zorgen voor een evenwichtige en regelmatige dagindeling. 
  • Kinderen weten waar ze aan toe zijn en dat zorgt voor rust en een veilig gevoel.
  • Geeft jou als pedagogisch medewerker en Onderwijsassistent ook houvast
  • Zorgt voor ruimte voor individuele behoeften en voorkeuren


Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Brengmoment - > begroeten, praatje ouders (overdracht), afscheid nemen-> vast ritueel en kort, erken emoties
Eten en drinken -> belangrijk sociaal leermoment, onderzoeken voedsel en materialen, oog-hand coördinatie. Laat kinderen al jong zelf eten, stimuleer taalontwikkeling, drie eet- en drinkmomenten, verantwoorde voeding, voorbeeldrol -> lees de aandachtspunten op blz. 168
Slapen ->  heel belangrijk, houd rekening met individuele verschillen, rituelen, slaapmomenten, wakker worden, soms alleen rusten
Ophalen ->  zorgen voor rust bij vermoeide kinderen, aandacht kinderen/ouders, opruimen (taakverdeling), overdrachtsschrift vroege en late dienst, overdracht ouders, afscheid nemen

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5. Vaste dagelijkse activiteiten op peuterspeelzaal en peutergroep
Verschillen en overeenkomsten
Inloop is korter dan bij kinderdagverblijf (praatje ouders, kind verwelkomen)
Wennen in kleine stapjes voor nieuwe peuters, afscheid nemen is belangrijk -> lees de aandachtspunten op blz. 170
Vrij spel volgen en stimuleren, zelf activiteiten starten
Opruimen zo veel mogelijk zelfstandig en aankondigen (versterkt gevoel van autonomie) Hoe?
Eten en drinken eigen eten en drinken, soms bijsturen, kring
Buitenspelen grove motoriek en vaardigheden, bewegen, rustig spelen -> veiligheid
Ophalen en afsluiten sluit af met een rustige activiteit

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

6. Doelgerichte activiteiten
Vrije activiteiten en doelgerichte activiteiten wisselen elkaar af.
Bij vrij spel ligt het initiatief bij het kind zelf bij doelgerichte activiteiten bij PM-er

Vooraf stel je je doel vast: wie, wat, waar, wanneer, waar en waarom.
Week- en maandprogramma's, afspraken maken
  • alle ontwikkelgebieden moeten afwisselend aan bod komen tijdens activiteiten
  • er is een evenwicht tussen binnen- en buitenactiviteiten
  • er is een balans tussen rustige en wilde/rumoerige activiteiten
  • er is voldoende variatie aan spelen en materialen


Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • ervaringen opdoen in zinvolle situaties, met zoveel mogelijk zintuigen
  • ervaringen benoemen -> koppelen aan taal. Afgestemd op op ontwikkeling en belevingswereld
  • activiteiten en ontwikkelingsgebieden
  • grote groep of kleine groep

Een activiteitenspin is een overzicht van aan te bieden activiteiten in de vorm van een spin. Zo kan worden bewaakt dat verschillende soorten activiteiten en verschillende ontwikkelingsgebieden aan bod komen.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

7. Ontwikkelingsgericht werken
Ontwikkelingsgericht werken is een manier van werken waarbij de interesses, behoeften en ontwikkeling van kinderen centraal staat. 
-> kansen en uitdagingen bieden, zorgen dat kinderen emotioneel vrij en vertrouwd voelen.

Ontwikkeling door:
  • Contact en interactie met volwassenen
  • Als ze op hun eigen manier mogen meedoen met de 'echte' wereld door imiteren en spelen
  • Als volwassenen hen betrekken en helpen bij het meedoen
  • Door een gericht aanbod van gevarieerde en uitdagende materialen (rijke speel- en leeromgeving)
  • Als hun ontwikkeling centraal staat en niet hun leeftijd

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Belangrijk om vanuit persoonlijke aandacht en respect naar kinderen te kijken en in te spelen op hun interesses en behoeften. 

Ontwikkelingsgericht i.p.v. leeftijdsgericht
  • Volgen en signaleren
  • systematisch, methodisch volgen en signaleren

gerichte signalering -> gerichte ontwikkelingsstimulering

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

8. Ontwikkelingsstimuleringsprogramma's
Een ontwikkelingsstimuleringsprogramma houdt een gericht activiteitenaanbod in dat de ontwikkeling van jonge kinderen stimuleert -> achterstand of extra uitdaging en verdieping

VVE= Voor- en Vroegschoolse Educatie (Piramide, Kaleidoscoop, Startblokken, Speelplezier, Uk en Puk)
  • taalontwikkeling
  • beginnende rekenvaardigheid
  • motorische ontwikkeling
  • sociaal-emotionele ontwikkeling

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

9. Vrije activiteiten
Laat ze zelf ontdekken
  • Geef voldoende tijd
  • Bied open speelmateriaal aan
  • Bied niet te veel tegelijkertijd aan

Overgangssituaties 
  • Dagelijkse activiteiten -> betrekking op zorg voor jezelf en zorg voor de leefomgeving

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

10. Methodisch werken bij activiteiten
Sommige activiteiten moet je goed organiseren en plannen, het kan dan helpen om een activiteitenplan te maken. -> draaiboek

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

11. Groepsruimten en hoeken
De leefomgeving is van belang bij het aanbieden van activiteiten.
  • Optimale mogelijkheden bieden
  • Sfeer moet passen bij de doelgroep

Voor activiteiten:
  • groepsruimte en hoeken
  • boekenhoek (diversiteit, aanschaffen, collectie samenstellen, lenen)
  • bouwhoek (motorische vaardigheden en ruimtelijke orientatie)
  • huishoek (sociaal-emotionele ontwikkeling
  • buitenruimte (brede ontwikkeling)

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De theorie: gespecialiseerd pedagogisch medewerker blz. 191 t/m 208
  1. Inleiding
  2. Motorische activiteiten
  3. Reken- en wiskundeactiviteiten
  4. Taalactiviteiten
  5. Sociaal-emotionele activiteiten
  6. Digitale activiteiten
  7. Beeldende activiteiten
  8. Muziekactiviteiten

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een voorbeeld van de fijne motoriek?
A
Kleuren
B
Fietsen
C
Rennen
D
Vouwen

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een voorbeeld van grove motoriek
A
Kralenplank
B
Hinkelen
C
Steppen
D
Balanceren

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

2. Motorische activiteiten
Grove motoriek , fijne motoriek en oog-handcoördinatie



  • Geef vertrouwen in het eigen kunnen. Stimuleer positief en forceer niks
  • Let op fysieke veiligheid situatie, gedrag kinderen en eigen gedrag
  • Observeer

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Vier kinderen zitten om de tafel. Juf Mariska heeft zes bekers en drie koekjes gepakt en ze zegt: ‘Ik heb voor iedereen een beker en een koekje.’ Ze wacht even tot een van de kinderen reageert. ‘Het klopt niet. Er is te veel!’ Samen zetten ze een beker bij elk kind. ‘Oh ja, er is er één over.’ Dan kijken ze naar de koekjes. Zijn dat er evenveel? Nee, het zijn er te weinig. Gelukkig zit er nog wat in de trommel.
Aan welk ontwikkelingsgebied wordt hier aandacht besteed?

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

3. Reken- en wiskundeactiviteiten
De basis wordt in de eerste 4 jaar gelegd.

Denk aan:
  • rekenkundige begrippen
  • getal inzicht
  • ruimtelijke oriëntatie en meten 

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4. Taalactiviteiten
Taal is de basis voor succes op school en voor het sociale en maatschappelijke leven.

Taalactiviteiten richten zich op:
  • vergroten woordenschat
  • correct woordgebruik
  • vertellen over wat je gedaan hebt of hebt meegemaakt
  • benoemen en beschrijven alledaagse aspecten
  • gesprekjes voeren, vertellen, vragen beantwoorden
  • mening uiten en vragen stellen
Bekijk op bladzijde 195 de functies van taal!

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Taalstimulerende interactie -> bewust gewone contactmomenten benutten om de taal aan te bieden om zo de taalontwikkeling en sociaal-emotionele ontwikkeling te stimuleren.
    Baby-> vertrouwd raken met de structuur van de taal en een groot gevarieerd aanbod van taal krijgen
    Peuters-> Stimuleren om zelf te praten, spelenderwijs corrigeren
    Bij migratieachtergrond zeer belangrijk. Ook aandacht voor non-verbale communicatie
  • Taalactiviteiten in de kleine kring
    Kinderen komen vaak aan bod, meer aandacht, observeren, interesses en ontw. niveau
  • Interacties tussen kinderen bevorderen (aandacht voor negatieve en  positieve interacties)
  • Lezen en voorlezen (vanaf 6 maanden) Lees op blz. 198 waarom het lezen van een boek belangrijk is
  • Een verhaal vertellen

Voorbeelden van taalactiviteiten:


  • Taalstimulerende interactie -> bewust gewone contactmomenten benutten om de taal aan te bieden om zo de taalontwikkeling en sociaal-emotionele ontwikkeling te stimuleren.
  • Taalactiviteiten in de kleine kring
    Kinderen komen vaak aan bod, meer aandacht, observeren, interesses en ontwikkelingsniveau
  • Interacties tussen kinderen bevorderen 
    Aandacht voor negatieve en positieve interacties
  • Lezen en voorlezen 
  • Een verhaal vertellen (volledig aansluiten op de belangstelling en ervaringen, expressief, mee laten fantaseren)

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is lezen zo belangrijk?
Zie blz. 198

Slide 31 - Open vraag

  • vergroot woordenschat en het taalvermogen
  • samenhang tussen dingen ontdekken en oplossingen bedenken
  • stimuleren vermogen toto waarnemen en vergelijken
  • geven sociale verhoudingen weer (inleven)
  • gaan over emoties, roepen emoties op
  • bevorderen creativiteit
  • bevorderen kritisch denkvermogen
  • bevordert concentratievermogen
Waar let je op bij het kiezen van een boek en het voorlezen:
  • Voorbereiding
  • Introductie
  • Intonatie
  • Mimiek
  • Tekst
  • Illustraties
  • Spel


Extra interactief voorlezen, hoe doe je dat?

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Video

Deze slide heeft geen instructies

5. Sociaal-emotionele activiteiten
Kring is zeer geschikt voor sociaal-emotionele activiteiten. Je stimuleert hiermee ook de taalontwikkeling en daarmee de denkontwikkeling van peuters, maar ook op andere manieren  zijn de kinderen bezig met totale ontwikkeling

De activiteiten richten zich op:
  •  Zelfbeeld en ontwikkeling van identiteit
  • Ontwikkelen van zelfstandigheid
  • Sociaal gedrag en ontwikkeling van sociale vaardigheden
  • Werkhouding en concentratie
Kringritueel geeft houvast: groepsknuffel ,namen oefenen, ervaringen uitwisselen, samen zingen, kringspelletje, afsluiten van de activiteit

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

6. Digitale activiteiten
Jonge kinderen (0-2) leren weinig van digitale activiteiten.
Kijken naar een beeldscherm zorgt voor een half-slaaptoestand, dit is niet bevorderlijk
Mist het ervaren  (door dingen in de mond te stoppen of in de handjes te pakken)
Kinderen van 2-6 jaar leren ook minder van apps, maar een  goede app kan  kan wel bijdragen.
Selecteer een goede app en ga er op een goede manier mee om (lees blz. 203)

Digitale prentenboeken
- Gedigitaliseerde prentenboeken
- Prentenboek animaties
- Prentenboek-apps
Digitaal is vaak interactief, keuze klein of groot scherm

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

7. Beeldende activiteiten
Kan al op zeer jonge leeftijd beginnen
  • Ontdekkend bezig zijn vanaf ongeveer 1 jaar (ontdekken, experimenteren, ideeën uitbeelden)
  • Met je lijf (handen)
  • Spelverhaal gebruiken 
  • Eigen creativiteit

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

8. Muziekactiviteiten
Stimuleert :
  • Emotionele ontwikkeling
  • Sociale ontwikkeling
  • Motoriek
  • Cognitieve ontwikkeling
Kun je combineren met:
  • Bewegen
  • Taal
  • Tellen
  • Een verhaal
  • Een rollenspel

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Muziek met baby's:
Reageren al in de baarmoeder op muziek
Liedjes (voor) zingen, zelf geluiden maken, bewegen op muziek


Zingen: van losse woordjes naar hele liedjes. Eenvoudige melodie en ritme
Liedje aanleren: vertellen waar het over gaat, voorzingen, ritme klappen, gebaren aanleren, zingen


Zelf muziek maken (ritme, nadoen van dieren m.b.v. instrumenten)

Muziek- en luisterspelletjes (vanaf 2,5 j.) -> horen, voelen, bewegen, zingen, luisteren

Dans en beweging: op muziek bewegen kinderen vanzelf
- Motoriek en lichaamsbesef
- Experimenteren, geen vaste pasjes, doen alsof
- Bewegen voordoen

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies