6V SK LPM 10.4 gaschromatografie zelfstandig voor TW3

even opfrissen: Gaschromatografie
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

even opfrissen: Gaschromatografie

Slide 1 - Tekstslide

deze les
- even opfrissen hoe het ook weer zat met chromatografie
- massa spectrometrie introductie (met powerpoint slides)
- deze les kun je later terugkijken en extra oefenopgaven maken

Slide 2 - Tekstslide

Gaschromatografie wordt vaak als kwalitatieve analysemethode gebruikt.
Wat wordt hiermee bedoeld?
A
methode om te analyseren welke stoffen in een monster zitten
B
methode om te analyseren wat de hoeveelheid is van elke stof in een monster
C
methode om te analyseren welke stoffen en hoeveel van deze stoffen er zich in een monster bevinden
D
iets met kwaliteit

Slide 3 - Quizvraag

video vraag
kijk zelf de volgende video (2:50 min)
in de klassikale les kijken we naar de foto
hierna volgt een vraag over de foto/video

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

dit zagen we aan het eind van de video over gaschromatografie... 
het chromatogram van de onbekende stof

Slide 6 - Tekstslide

N.a.v. het filmpje/foto van zojuist: Was het een chromatogram van een zuivere stof of een mengsel?
A
Het was een zuivere stof
B
Het was een mengsel

Slide 7 - Quizvraag

druk op het luidsprekertje voor toelichting

Slide 8 - Tekstslide

De retentietijd van verschillende moleculen van een mengsel hangt af van...
(meerdere antwoorden mogelijk)
A
de moleculen zelf
B
de stationaire fase
C
de temperatuur in de oven (dus van de kolom)
D
stroomsnelheid van het draaggas in de kolom

Slide 9 - Quizvraag

Het principe van gaschromatografie uitgebeeld. Gedurende de analyse worden de deeltjes (weergegeven door de bruine en witte bolletjes) gescheiden. De verschillende stoffen komen door de scheiding netjes na elkaar bij de detector. 

Slide 10 - Tekstslide

druk op het luidsprekertje voor toelichting
Je zag twee pieken, dus twee verschillende stoffen: een mengsel

Slide 11 - Tekstslide

Wanneer de stationaire fase 'apolair' is, dus een hydrofobe stof is...
(meerdere antwoorden mogelijk)
A
dan hebben apolaire moleculen een grotere retentietijd dan polaire moleculen
B
dan hebben polaire moleculen een grotere retentietijd dan apolaire moleculen
C
bereikt een hydrofobe stof eerder de detector dan een hydrofiele stof
D
bereikt een hydrofiele stof eerder de detector dan een hydrofobe stof

Slide 12 - Quizvraag

druk op het luidsprekertje voor toelichting

Slide 13 - Tekstslide

Wanneer je gaschromatografie als kwantitatieve analysemethode toepast...
A
gebruik je de hoogtes van de pieken
B
gebruik je de breedtes van de pieken
C
gebruik je de oppervlaktes onder de pieken
D
gebruik je de retentietijden van de pieken

Slide 14 - Quizvraag

rest van de lessonUp les
je kunt de rest van deze les gebruiken 
om een keer te oefenen met opgaven. 

Als je vragen hebt, vul deze dan in op de laatste slide
 en ik geef je feedback,

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Welk van de chromatogrammen is verkregen na de tweede analyse?
A
chromatogram A
B
chromatogram B
C
chromatogram C
D
chromatogram D

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Tekstslide

1. Is het korreltje gehydrateerd silica polair of apolair?

2. Is de stationaire fase van korreltjes gehydrateerd silica
geschikt voor de scheiding van polaire stoffen of voor apolaire stoffen?
A
1. polair 2. polaire stoffen
B
1. polair 2. apolaire stoffen
C
1. apolair 2. polaire stoffen
D
1. apolair 2. apolaire stoffen

Slide 20 - Quizvraag

Afsluiting:
Welke vraag/vragen heb je nog?

Slide 21 - Open vraag