16 september

Wat doen we vandaag?
  • Vragen grammatica?
  • Bespreken 3 A, Symboulè
  • Bespreken 3A, oefening 1.  
  • Maken: oefeningen 3A. 
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Wat doen we vandaag?
  • Vragen grammatica?
  • Bespreken 3 A, Symboulè
  • Bespreken 3A, oefening 1.  
  • Maken: oefeningen 3A. 

Slide 1 - Tekstslide

Vragen grammatica?

Slide 2 - Open vraag

Geen vragen (meer)?
  • Maak maar twee rijtjes.... 

Slide 3 - Tekstslide

3A: Werkwoord

Slide 4 - Tekstslide

μετὰ τὴν κατάβασιν τὴν εἰς τὸν βόθρον ὡς τάχιστα τὴν
Λεβάδειαν ἐκλιπεῖν ἐν νῷ εἶχον ὁ Φίλιππος καὶ ἡ Ἀγαρίστη.

Slide 5 - Open vraag

ἀλλὰ πρῶτον μὲν πρὸς τοὺς χρησμολόγους βαίνειν ἔδει.

Slide 6 - Open vraag

ὁ δὲ Φίλιππος τοῖς χρησμολόγοις εἶπεν ἃ ἐν τῷ βόθρῳ εἶδεν.

Slide 7 - Open vraag

ἔπειτα δ’ οἱ χρησμολόγοι φάρμακον ἔπιον καὶ μετὰ ταῦτα ἐχρησμολόγησαν ὧδε·

Slide 8 - Open vraag

εὖ πράττων πράττει χαλεπῶς,
χαλεπῶς δέ γ’ ἄμεινον.

Slide 9 - Open vraag

μετὰ τὸν χρησμὸν τὸν χαλεπὸν ὁ Φίλιππος καὶ ἡ Ἀγαρίστη
τὴν Λεβάδειαν ἐξέλιπον καὶ ἐπὶ Θήβας ὥδευον.

Slide 10 - Open vraag

ἐπεὶ δ’ εἰς Θήβας ἦλθον, πρῶτον μὲν πανδοκεῖον ἀγαθὸν ἐζήτησαν, καὶ ἐκεῖ μάλα πολλὰ ἤσθιον.

Slide 11 - Open vraag

ἐλίμωττον γὰρ σφόδρα διὰ τὴν πορείαν.

Slide 12 - Open vraag

ἔπειτα ἐν ταῖς ὁδοῖς περιεπάτουν.

Slide 13 - Open vraag

αἱ δ’ ὁδοὶ μεσταὶ ἀνθρώπων ἦσαν.
πανήγυριν γὰρ ἦγον·

Slide 14 - Open vraag

διὰ τοῦτο ἐκ πολλῶν χωρῶν τῆς Ἐλλάδος ἄνθρωποι παρῆσαν.

Slide 15 - Open vraag

τέλος ὁ Φίλιππος καὶ ἡ Ἀγαρίστη εἰς τὴν τῶν δούλων
ἀγορὰν ἧκον καὶ διὰ τῶν ὠνίων δούλων περιεπάτουν.

Slide 16 - Open vraag

ὁ γὰρ δοῦλος αὐτῶν ὁ ἐν ταῖς Ἀθήναις ἤδη γεραιὸς ἦν.

Slide 17 - Open vraag

νέον δοῦλον οὖν ἐζήτουν.

Slide 18 - Open vraag

ἐξαίφνης ἡ Ἀγαρίστη μέγα ἀνεβόησεν ...

Slide 19 - Open vraag

διὰ τί, ὦ Ἀγαρίστη, οὕτως ἀνεβόησας; , εἶπεν ὁ Φίλιππος.

Slide 20 - Open vraag

ἡ δ’ Ἀγαρίστη· «μέγα ἀνεβόησα, ὅτι τὸν υἱὸν Ἀλέξανδρον ἐν τοῖς νέοις δούλοις εἶδον.»

Slide 21 - Open vraag

Opdracht bij 3A
  • Ieder krijgt (ongeveer) 2 zinnen toegewezen.
  • Benoem ieder woord in de zin.
  • Bij naamwoorden: geef naamval, geslacht, getal
  • Bij werkwoorden: geef modus, tijd, these, aspect, persoon.
  • Geef bij naamwoorden de (vermoedelijke) functie in de zin, of geef aan of dit een vaste aanvulling is (waarbij?)

Slide 22 - Tekstslide

Symboule
  • 1 a εἶδεν
  • b aor.: hij had gezien
  • c ἅ: betrekkelijk voornaamwoord
  • 2 a ἐπεὶ
  • b aoristus
  • c nee, het gaat erom dat het een aoristus is.
  • 3 ἐκ- voor medeklinker, ἐξ- voor klinker

Slide 23 - Tekstslide

Oefeningen 1
  • 4 ἐπί
  • 1 σύν
  • 3 ἐν
  • 2 ἐκ

Slide 24 - Tekstslide

Oefeningen 2
  • imperfectumvormen:
  • εἶχον 
  • ἦγον 
  • ἔβλεπον
  • ἔβαινον

Slide 25 - Tekstslide

Oefeningen 2
  • aoristusvormen:
  • εἶπον
  •  ἦλθον
  • ἔλιπον

Slide 26 - Tekstslide

Oefeningen 3
  • naamwoorden:
  • νέον 
  • τέκνον 
  • ποταμόν
  • ἥλιον
  • ἔργον

Slide 27 - Tekstslide

Oefeningen 3
  • werkwoorden:
  • ἔπιον
  • ἤσθιον
  • ἤθελον

Slide 28 - Tekstslide

Oefeningen 4
  • imperfectumvormen:
  • r. 2 εἶχον geeft toestand weer
  • r. 3 ἔδει geeft toestand weer

Slide 29 - Tekstslide

Oefeningen 4
  • aoristusvormen:
  • r. 4 εἴπεν geeft handeling weer
  • r. 5 εἶδεν geeft weer wat er is gebeurd voor de handeling
  • van de hoofdzin
  • ἔπιον geeft handeling weer
  • r. 6 ἐχρησμολόγησαν geeft handeling weer

Slide 30 - Tekstslide

Oefeningen 5
  • 1 εἰς τὴν Ἑλλάδα βαίνειν ἐν νῷ ἔχουσιν.
  • Zij zijn van plan naar Griekenland te gaan.
  • 2 οἱ δύο ἄνθρωποι τὴν Ἀσπασίαν/κόρην ἐν τῇ οἰκίᾳ ἔλιπον.
  • De twee mannen lieten Aspasia/het meisje in het huis achter.
  • 3 ὁ δοῦλος ὁ τοῦ Φιλίππου ἤδη γεραιὸς ἦν.
  • De slaaf van Philippos was al oud.

Slide 31 - Tekstslide

Oefeningen 5
  • 4 τῇ τετάρτῃ ἡμέρᾳ εἰς τὸ ἱερὸν εἰσβαίνειν ἐξῆν.
  • Op de vierde dag was het mogelijk de tempel binnen te gaan.
  • 5 ἐπεὶ εἰς Θήβας ἦλθον, ἐκεῖ ἤσθιον καὶ ἔπινον/ἐκάθευδον.
  • Nadat ze naar Thebe waren gegaan aten en dronken/sliepen ze daar.

Slide 32 - Tekstslide

Oefeningen 5
  • 6 «ὦ Φίλιππε, τῷ ἡλίῳ πάσχω», ἡ Ἀγαρίστη εἶπεν/ἔλεξεν/ἔλεγεν.
  • “Philippos, ik lijd door de zon”, zei Agariste.
  • 7 ἡ Ἀγαρίστη τὸν υἱὸν Ἀλέξανδρον ἐν τοῖς δούλοις εἶδεν.
  • Agariste zag haar zoon Alexandros tussen de slaven.

Slide 33 - Tekstslide

Oefeningen 5
  • 8 ὀλίγας ἡμέρας ἐν τῇ Λεβαδείᾳ μένειν ἐθέλω/ἐν νῷ ἔχω
  • (of een andere persoon van deze werkwoorden)/δεῖ
  • Ik wil/ben van plan/het is nodig een paar dagen in Lebadeia (te) blijven.

Slide 34 - Tekstslide

Oefeningen 5
  • 9 ἐκ πολλῶν χωρῶν τῆς Ἑλλάδος ἄνθρωποι εἰς τὰς Ἀθήνας ἥκουσιν.
  • Uit veel streken van Griekenland komen mensen naar Athene.

Slide 35 - Tekstslide

Aan het werk.
  • Leer de woordjes en grammatica t/m 3A
  • Maak 3A, oefening 2, 3 en 4.

    Dit is ook huiswerk. 

Slide 36 - Tekstslide

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 37 - Open vraag

Wat is nog onduidelijk?
Waar wil je meer over weten?

Slide 38 - Open vraag