Herhaling reflexbogen, animaal en autonoom zenuwstelsel

Herhaling reflexbogen, animaal en autonoom zenuwstelsel
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
Anatomie en fysiologieSecundair onderwijs

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Herhaling reflexbogen, animaal en autonoom zenuwstelsel

Slide 1 - Tekstslide

Geef schematisch de zenuwbaan bij deze beweging
p. 37(maak gebruik van prikkel, receptor, conductor, effectoren)
Herhaling
Wordt nog extra herhaald tijdens de les.

Slide 2 - Open vraag

Animaal zenuwstelsel
- Regelt interactie tussen het lichaam en omgeving (bewust)
=> Onder invloed van de WIL
- Sensorische zenuwcellen (animale zenuwstelsel) 
= prikkels opvangen uit milieu van organisme
Impulsen van sensorische animale zenuwcellen -> grote hersenen
 = Bewustwording van prikkel

Slide 3 - Tekstslide

Beschrijf in eigen woorden het animale zenuwstelsel?

Slide 4 - Open vraag

Autonome zenuwstelsel
- Controleert levensprocessen binnen het individu (onbewust).
- Het individu heeft geen invloed op deze processen. Deze gebeuren onbewust.
- Regelt de werking van inwendige organen 
- Motorische zenuwen van het autonome zenuwstelsel = effectoren
           Sturen als effectoren ook spieren en klieren aan.
- Autonome motorische zenuwen worden niet aangestuurd door de grote hersenen, maar door de hersenstam.
           Hersenstam geeft aansturing dat onbewust gebeurt en niet onder invloed van de wil.
= Reflexen

Slide 5 - Tekstslide

Autonome zenuwstelsel
- Motorische zenuwen in het autonome zenuwstelsel sturen gladde spieren ( spieren rond organen) aan.

- Hersenstam bepaald welke acties ondernomen worden, en welke effectoren (spieren/klieren) aangestuurd worden.
= reflex ( is niet gewild)

Slide 6 - Tekstslide

Beschrijf in eigen woorden het autonome zenuwstelsel?

Slide 7 - Open vraag

Onderverdeling autonoom zenuwstelsel
sympatisch zenuwstelsel
parasympatisch zenuwstelsel

Sympatisch vs parasympatische 
 = zijn antagonisten van elkaar. 
Neemt het ene toe, daalt de andere zijn werking.


Slide 8 - Tekstslide

Parasympatisch
Sympatisch
Fight/ flight respons bv. bij gevaar of fysieke activiteit.
Verhoogde hartslag en ademhaling
Vrijgave energie
Vergroot pupil
Minder belangrijke processen verminderen zoals urineren/ spijsvertering
Start bij normale situaties . Bespaart energie en herstelt het lichaam.
Vertraagt hartslag en ademhaling
Stimuleert spijsvertering
Verwijdert afvalstoffen slaat energie op.

Slide 9 - Sleepvraag

Herhalingsoefeningen p.44- 45
Laad de ingevulde oefeningen met een foto op via classroom. 

Slide 10 - Tekstslide