activiteiten les 3

• activiteiten
• MBO
• Studiejaar 1

activiteiten Les 3

Opdracht bespreken

Hoofdstuk 11.2 uit zorgpad:

test je kennis 1: a,b,c,d,e

Test je kennis 2: a,b 

Wat weten wij nog van vorige week?

Waar gaan wij het over hebben:

• De ontwikkelingsfasen van een groep (deel 1)
•  Het groepsklimaat bevorderen en bewaken  (deel 2)

Doelen: 

1. Aan het einde van de les kan ik benoemen wat de verschillende fases va groepsvorming zijn.
   
2. Aan het einde van de les kan ik benoemen een groepsklimaat is.
   
3. Aan het einde van de les kan ik uitleggen hoe hij het groepsklimaat kan bevorderen en bewaken.

Ontwikkelingsfasen van een groep

Iedere groep waarin een nieuwe zorgvrager komt, maakt een ontwikkeling door. Hierbij zijn vier fasen te herkennen:

1. de wen- of herkenningsfase
   
2. de controle- of machtsfase
   
3. de affectiefase
   
4. de ontslag- of beëindigingsfase

De wen- of herkenningsfase

In deze fase leert een zorgvrager een  bestaande of nieuwe groep kennen.

  Ze proberen erachter te komen:

•  hoe de groep functioneert,
• wie met wie omgaat, 
• hoe leden met elkaar omgaan, 
• wie men aardig vindt en wie niet.

De controle- of machtsfase

Ieder groepslid wil zijn positie weten en gaat toetsen in hoeverre hij macht of invloed op de groep kan uitoefenen.

dit heet de controle en machtsfase.

Een kritieke fase: De groep kan uiteenvallen of juist hecht worden

De affectiefase

In de affectiefase staan de onderlinge verhoudingen in een groep centraal. De groepsleden gaan bepalen in hoeverre ze zich openstellen voor anderen.

De ontslag- of beëindigingsfase

 De groep heeft zijn doelen bereikt en wordt opgeheven of een groepslid verlaat de groep.

Zorgvragers in groepen hebben vaak al veel verliessituaties meegemaakt. Goed afscheid nemen heeft daarom een therapeutische waarde.

Opdracht:

ga in groepjes van 3 aan de slag:

Hoe herken je nou aan een groep in welke fase ze zitten? waar zie je dat aan? schrijf dit per fase op.

je mag hiervoor je laptop gebruiken.

Het groepsklimaat bevorderen en bewaken

Als verzorgende bevorder en bewaak je het groepsklimaat. Dit kun je op verschillende manieren doen.

1. Door het bieden van structuur
2. Door het hanteren van regels
3. Door te zorgen voor duidelijke communicatie en interactie

door bovenstaande 3 punten te waarborgen zorg je voor een veilige en prettige sfeer binnen een groep.

Hoe zorg ik als docent voor een goed groepsklimaat?

Structuur bieden:

Een groep heeft houvast aan structuur. Let bij het bieden van structuur op het volgende:

• Bedoelingen. Maak duidelijk wat je doet en waarom je het doet.
• Communicatie. Zeg duidelijk en direct waar het op staat, aangepast aan het niveau van de zorgvrager.
  
• Tijd. Houd een vaste dag- en weekindeling aan.

• Ruimte. Maak duidelijk welke ruimte welke functie heeft en gebruik die ruimte ook voor die functie.
  
• Materiaal. Laat zien dat alles een eigen plek heeft en leg uit welke functie het materiaal heeft.
  
• Functies en bevoegdheden. Maak duidelijk welke taken en verantwoordelijkheden iemand heeft.
  
• Grenzen bewaken. Maak duidelijk waar grenzen liggen en doe geen beloften die je niet waar kunt maken.
  
• Regelhantering. Zorg dat je consequent de regels toepast.

het hanteren van regels:

Regels hebben verschillende functies:

1. Ze maken de leefwereld overzichtelijk.
   
2. Ze bevorderen sociaal gedrag.
   
3. Ze geven de grenzen aan voor het gedrag.
   
4. Ze bieden houvast.
   
5. Ze bieden veiligheid.

Te veel en te strakke regels kunnen leiden tot conditionering.

Conditionering

Conditionering betekent dat iedereen automatisch en onbewust gaat reageren zoals het ‘hoort’. 

Dit kan leiden tot hospitalisatie. 

Communicatie en interactie

Communicatie is een belangrijk onderdeel binnen een groepsklimaat. Hiermee kan je al snel een veilige of onveilige sfeer creëren. 

Communiceren kan  verbaal en non-verbaal

Hou rekening met:

Doelgroep

Omgeving

Persoonlijke behoefte en Ervaringen

piramide van maslow

Interactie met een zorgvrager

Communicatietips

1. Let erop dat prikkels bij je cliënt harder of zachter binnen kunnen komen
   
2. Praat zacht ( mits iemand slechthorend is)
3. Wees je bewust van je taal en intonatie
   
4. Vergeet niet dat bij de ander ook het verwerken van informatie trager kan gaan
5. Gebruik korte, duidelijke zinnen
   
6. Check of iemand zin één begrijpt voordat je naar zin twee gaat
   
7. Sluit aan op het woordgebruik van de cliënt

Persoonsgerichte zorg/ondersteuning

 

is eigenlijk niet zo moeilijk. Het is een heel menselijke manier van zorg verlenen, met veel rust en aandacht. En dat dan heel consequent. Alleen vergeet je dit stukje soms door de drukte en de haast van de dagelijkse dingen.

Even checken

Je kent nu:

de 4 fases van groepsontwikkeling

en  je weet hoe je Het groepsklimaat kan bevorderen 

en bewaken 

Opdracht:

Maak test je kennis 3 a,b,c,d en casus mw Grit hoofdstuk 11.2

uit zorgpad begeleiden in de zorg/ begeleiden van groepen.