Begeleiden van groepen

Begeleiden van groepen
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
CommunicatieMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Begeleiden van groepen

Slide 1 - Tekstslide

Ontwikkelingsfasen van een groep in de zorg
1. Wen- of herkenningsfase (forming)
2. Controle- of machtsfase (storming)
3. Affectiefase (norming en performing)
4. Ontslag- of beëindigingsfase (afscheidsfase)

Slide 2 - Tekstslide

Wen- of herkenningsfase
In de wen- of herkenningsfase zullen de groepsleden elkaar verkennen. Ze proberen erachter te komen hoe de groep functioneert, wie er met wie omgaat en hoe ze met elkaar omgaan.  Na de verkenning komen het nieuwe groepslid erachter wat hij wel en niet kan zeggen en welke waarden bij de groep passen waaraan hij zich misschien moet aanpassen. 

- Zorgpad 10.2 Begeleiden van groepen

Slide 3 - Tekstslide

Controle- of machtsfase
Ieder groepslid wil zijn positie weten en gaat toetsen in hoeverre hij macht of invloed op de groep kan uitoefenen. Deze positiebepaling is bedoeld om de machtsverhoudingen duidelijk te krijgen en gaat gepaard met gevoelens van hulpeloosheid, teleurstelling en boosheid. Het is belangrijk voor de groepsleden om te weten welke positie zij hebben.

De groepsvorming bevindt zich nu in een kritieke fase. De groep kan uiteenvallen of juist hecht worden.

Slide 4 - Tekstslide

Affectiefase
In de affectiefase staan de onderlinge verhoudingen in een groep centraal. De groepsleden gaan bepalen in hoeverre ze zich openstellen voor anderen. Zullen ze zich kwetsbaar opstellen, zich terugtrekken of zich afzijdig houden? 

De groep kan een eenheid worden of uiteenvallen in subgroepjes met tegengestelde belangen.

Slide 5 - Tekstslide

Ontslag- of beëindigingsfase
De groep heeft zijn doelen bereikt en wordt opgeheven of een groepslid verlaat de groep. Het is belangrijk om hierbij stil te staan. Een relatie beëindigen kan allerlei gevoelens naar voren halen. De zorgvragers hebben vaak al veel verliessituaties meegemaakt. Deze fase kan spanning en onzekerheden mee brengen. Door aandacht te geven aan deze gevoelens en door afscheidsrituelen wordt het afscheid beter hanteerbaar. 
Soms lijkt het of er een nieuw evenwicht in de leefgroep gevonden moet worden, zeker als de vertrekker een centrale rol in de groep had. De groep kan tijdelijk onrustiger zijn, dit kan uiten in onwenselijk gedrag.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Groepsklimaat
Het bieden van een overzichtelijke structuur en een vertrouwde sfeer is belangrijk voor een goed groepsklimaat. 
Als verzorgende/verpleegkundige bevorder en bewaak je het groepsklimaat. 

Slide 8 - Tekstslide

Dit kun je op verschillende manieren doen:
1. het bieden van structuur
2. hanteren van regels
3. communicatie en interactie
4. beïnvloedingsstijlen hanteren
5. het groepsklimaat bewaken 

 Bron: zorgpad 10 begeleiden van groepen

Slide 9 - Tekstslide

1. Het bieden van structuur
-Maak duidelijk wat je doet en waarom je het doet.
-Zeg duidelijk en direct waar het op staat, aangepast aan het niveau van de zorgvrager.
-Houd een vaste dag- en weekindeling aan.
-Maak duidelijk welke ruimte welke functie heeft en gebruik die ruimte ook voor die functie.
-Laat zien dat alles een eigen plek heeft en leg uit welke functie het materiaal heeft.

Grenzen bewaken. Maak duidelijk waar grenzen liggen en doe geen beloften die je niet waar kunt maken.
Regelhantering. Zorg dat je consequent de regels toepast.

Slide 10 - Tekstslide

Het bieden van structuur
-Maak duidelijk welke taken en verantwoordelijkheden iemand heeft.
-Maak duidelijk waar grenzen liggen en doe geen beloften die je niet waar kunt maken.
-Zorg dat je consequent de regels toepast.

Slide 11 - Tekstslide

2. Hanteren van regels:
-welke regels wil de groep?
-wat zijn de regels die zijn vastgesteld in de zorginstelling?

Slide 12 - Tekstslide

3. Communicatie en interactie
-Bedenk hoe de doelgroep met elkaar kan communiceren bv. koffiedrinken, snoezelen
-Houdt rekening met elkaars persoonlijke behoeften en zorgvragen (zorgplan)
-Afleiding bieden aan zorgvragers die onrustig zijn, verward zijn, dwaalgedrag hebben of regelmatig de weg kwijtraken.
-Zorgvragers betrekken bij groepsactiviteiten
-Spanningen wegnemen bv. samen een taak uitvoeren


Slide 13 - Tekstslide

4. Beinvloedingsstijlen hanteren
-Informatie geven zodat zorgvragers kunnen kiezen, juiste argumenten meegeven
-Gewenst gedrag belonen
-Zelf het goede voorbeeldgedrag geven
-Onderhandelen als ieder een ander belang heeft
-Aansluiten bij de zorgvrager door te luisteren en vragen te stellen

Slide 14 - Tekstslide

5. Het groepsklimaat bewaken
-De rol van begeleider; verzorgend, vervangende ouder, onderhandelen, adviseren, belangen behartigen
-Omgaan met macht; meer welzijn voor zorgvragers binnen een groep, een verbetering van het groepsklimaat, 
het bereiken van groepsdoelen en groepstaken 


Slide 15 - Tekstslide

Opdracht 4: groepsklimaat
Vul het groepsklimaat evaluatie formulier in voor je eigen BPV-plek.
We bespreken het formulier in groepjes van 4.

Slide 16 - Tekstslide

Integratieve opdracht:
Als afsluitende opdracht van deze module ga je een groepsactiviteit uitvoeren in de BPV. Hiervoor gebruik je het formulier uit Canvas welke je nadien invult samen met je begeleider in de praktijk.
Doel van deze opdrachten is dat je wat je hebt geleerd in de module: “Werken in een groep” kan toepassen in de praktijk. De criteria helpen je om een groepsactiviteit goed voor te bereiden, uit te voeren en op te reflecteren. Als afsluiting van de module presenteer je je opdracht in de klas; wat heb je gedaan, waarom en hoe je eigen rol in het werken in de groep was.
Naam: Groep:
WaarderingBEGELEIDEN BIJ (GROEPS)ACTIVITEITEN
Voldaan Niet
voldaan
Niet
gedaan
NVT
Observatiepunten Aanloopfase
1 Je kiest een activiteit die geschikt is voor de doelgroep.
2 Je houdt bij de planning rekening met de mogelijkheden in tijd,
ruimte en middelen.
3 Je zorgt voor een bij de activiteit passende indeling en aankleding
van de ruimte.
4 Je zorgt dat de benodigdheden voor de activiteit klaarliggen.
5 Je bent op tijd, voordat de deelnemers er zijn, aanwezig.
6 Je begroet de deelnemers en stelt je zelf eventueel voor.
7 Je stelt –met ‘’social talk’’- de deelnemers op hun gemak.
8 Je voorkomt ongewenst gedrag door bij het aanwijzen van de plaats
rekening te houden met specifieke kenmerken of voorkeuren van
de deelnemers.
Observatiepunten Planningsfase
9 Je geeft uitleg over de activiteit:
0 wat gaan we doen?
0 wie doet wat?
0 waarmee gaan we werken?
0 hoeveel tijd hebben we?
Observatiepunten Themafase
10 Je begeleidt bij de activiteit door:
0 een ontspannen, inspirerende en productieve sfeer te creëren
0 deelnemers (herhaaldelijk) duidelijke instructie / het goede
voorbeeld te geven
0 je aandacht te verdelen over alle deelnemers
0 de onderlinge relatie tussen deelnemers positief te benutten
0 deelnemers aan te sporen zich te uiten
0 deelnemers die ‘’achter blijven’’ bij de uitvoering te helpen
0 deelnemers die ‘’stil vallen’’ op ideeën te brengen
0 deelnemers die in het middelpunt willen staan te temperen

Slide 17 - Tekstslide