In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 70 min
Onderdelen in deze les
6.4 Rekenen aan reacties
We leren deze les:
1. de massaverhouding bepalen
2. rekenen met de massaverhouding
Slide 1 - Tekstslide
Hoe bepaal je de massaverhouding
Slide 2 - Tekstslide
We gaan nu rekenen met de massaverhouding
Stel we gaan 6,6 gram magnesium verbranden. Hoeveel gram zuurstof hebben we dan nodig.
Slide 3 - Tekstslide
Stap 1: Schrijf eerst de reactievergelijking op van de verbranding van magnesium en maak hem kloppend.
Slide 4 - Tekstslide
Stap 1: Schrijf eerst de reactievergelijking op van de verbranding van magnesium en maak hem kloppend.
2 Mg + O2 --> 2 MgO
Slide 5 - Tekstslide
Stap 2: Schrijf onder de moleculen de molecuulmassa's
Slide 6 - Tekstslide
Stap 2: Schrijf onder de moleculen de molecuulmassa's
2 Mg + O2 ---> 2 MgO
48,6 + 32,0 ---> 80,6
Slide 7 - Tekstslide
Maak een verhoudingstabel
Slide 8 - Tekstslide
3. Maak een verhoudingstabel
Slide 9 - Tekstslide
4. Bereken het antwoord.
Slide 10 - Tekstslide
Waaraan is de massaverhouding gelijk?
A
de coëfficiënten in de reactievergelijking
B
de verhouding van de atoommassa's van de stoffen die reageren
C
de verhouding van de molecuulmassa's van de stoffen die reageren
D
aan het aantal atomen in een molecuul
Slide 11 - Quizvraag
hiernaast staat de reactie tussen waterstof en zuurstof.
Wat is de juiste massaverhouding waterstof : zuurstof : water?
A
2 : 32 : 18
B
2 : 32 : 36
C
4 : 32 : 18
D
4 : 32 : 36
Slide 12 - Quizvraag
De reactievergelijking van de verbranding van staalwol is: 4 Fe (s) + 3 O2 (g) → 2 Fe2O3 (s).
De massa van 4 Fe is ---- u
Slide 13 - Open vraag
De reactievergelijking van de verbranding van staalwol is: 4 Fe (s) + 3 O2 (g) → 2 Fe2O3 (s).
De massa van 3 O2 is ---- u
Slide 14 - Open vraag
De reactievergelijking van de verbranding van staalwol is: 4 Fe (s) + 3 O2 (g) → 2 Fe2O3 (s).
De massa van 2 Fe2O3 is ---- u
Slide 15 - Open vraag
De reactievergelijking van de verbranding van staalwol is: 4 Fe (s) + 3 O2 (g) → 2 Fe2O3 (s).
De massaverhouding is ijzer : zuurstof is
Slide 16 - Open vraag
De reactievergelijking is: 2 Mg (s) + O2 (g) → 2 MgO (s).
In welke massaverhouding reageren magnesium en zuurstof?
Slide 17 - Open vraag
Koper reageert met zuurstof tot koperoxide, CuO (s).
Hoeveel gram zuurstof reageert met 60 gram koper? Gebruik het stappenplan en een kladblaadje voor je berekening.
A
15,1 gram
B
32,0 gram
C
39,5 gram
D
91,1 gram
Slide 18 - Quizvraag
Je verbrandt aardgas, CH4 (g), volledig. Er ontstaan koolstofdioxide en water.
Hoeveel kg zuurstof heb je nodig om 80 kg aardgas te verbranden? Gebruik het stappenplan en een kladblaadje voor je berekening.
A
12,8 kg
B
80 kg
C
160 kg
D
320 kg
Slide 19 - Quizvraag
Bij de elektrolyse van vloeibaar koperchloride ontstaan de stoffen koper en chloor
De reactievergelijking is: CuCl2 (l) → Cu (s) + Cl2 (g).
De massaverhouding koperchloride : koper is ---
Slide 20 - Open vraag
Bij de elektrolyse van vloeibaar koperchloride ontstaan de stoffen koper en chloor
De reactievergelijking is: CuCl2 (l) → Cu (s) + Cl2 (g).
Bij de elektrolyse van 54 gram koperchloride ontstaat --- g koper
Slide 21 - Open vraag
Bakpoeder, NaHCO3 (s), ontleedt door warmte. Er ontstaan drie reactieproducten. Vul hieronder de juiste antwoorden in. Geef het antwoord, als het nodig is, in één decimaal. Maak de reactievergelijking kloppend:
NaHCO3 (s) → Na2CO3 (s) + CO2 (g) + H2O (l).
Slide 22 - Open vraag
Bakpoeder, NaHCO3 (s), ontleedt door warmte. Er ontstaan drie reactieproducten. Vul hieronder de juiste antwoorden in. Geef het antwoord, als het nodig is, in één decimaal. Maak de reactievergelijking kloppend:
NaHCO3 (s) → Na2CO3 (s) + CO2 (g) + H2O (l).
De massaverhouding NaHCO3 : Na2CO3 is: ---
Slide 23 - Open vraag
Bakpoeder, NaHCO3 (s), ontleedt door warmte. Er ontstaan drie reactieproducten. Vul hieronder de juiste antwoorden in. Geef het antwoord, als het nodig is, in één decimaal. Maak de reactievergelijking kloppend:
NaHCO3 (s) → Na2CO3 (s) + CO2 (g) + H2O (l).
Bij de ontleding van 20,0 g bakpoeder (NaHCO3) ontstaat --- g Na2CO3 (s).
Slide 24 - Open vraag
Bereken hoeveel van welke stof in overmaat is.
A
5,0 gram natrium
B
5,8 gram broom
C
19,2 gram natrium
D
294,0 gram broom
Slide 25 - Quizvraag
Je laat 18 gram magnesium reageren met 15 gram zuurstof. Er ontstaat MgO (s).
Bereken de overmaat. Gebruik hiervoor een kladblaadje.