3 tl H5 chemische reacties

hst 5 chemische reacties 
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

hst 5 chemische reacties 

Slide 1 - Tekstslide

5.2 reactievergelijkingen en naamgeving
  • Systematische naamgeving uitleg 
  • Herhaling reactievergelijking opstellen en kloppend maken

Slide 2 - Tekstslide

Naamgeving moleculaire stoffen:
hoeveel atomen van elke soort in verbinding
  • atoomsoorten uit tabel 1 in de stof--> naam eindigt altijd op .........-ide

  • telwoorden: ABCD Volgorde = B-A-D-C

  • b.v. difosforpentaoxide (P2O5)

  • moleculaire stoffen bevatten nooit metaalatomen




tabel 1 in boek vervoegingen
tabel 2 griekse naamwoorden
voorbeelden naamgeving

Slide 3 - Tekstslide

verbranding van waterstof
  1. waterstof + zuurstof --> waterdamp
  2.     
H2(g)+O2(g)>H2O(g)
2H2(g)+O2(g)>2H2O(g)

Slide 4 - Tekstslide

stel bij de volgende situaties de reactievergelijking op; eerst in woorden, dan in symbolen en maak kloppend
  1. bij de verbranding van waterstof wordt er waterdamp gevormd.
  2. Bij het roesten van ijzer ontstaat ijzeroxide met de formule Fe2O3.
  3. Bij de volledige verbranding van ethaan C2H6 (g) ontstaat water en koolstofdioxide.

Slide 5 - Tekstslide

bij het roesten van ijzer ontstaat ijzeroxide (Fe2O3)
  1. ijzer + zuurstof --> ijzeroxide    
  2.  
Fe(s)+O2(g)>Fe2O3(s)
4Fe(s)+3O2(g)>2Fe2O3(s)

Slide 6 - Tekstslide

onvolledige verbranding van ethaan (C2H6(g)) waarbij waterdamp en koolstofmonoxide ontstaan
  1. ethaan + zuurstof --> waterdamp + koolstofmonoxide
  2. hier is het handig om eerst de molecuulformules te noteren zodat je makkelijker kunt bedenken wat de andere stof is    
C2H6(g)+O2(g)>H2O(g)+CO(g)
2C2H6(g)+5O2(g)>6H2O(g)+4CO(g)

Slide 7 - Tekstslide

par 5.3 rekenen aan reacties
  • wet van behoud van massa,(massa gaat nooit verloren!)
  •  massaverhouding

Slide 8 - Tekstslide


  •  stel een kloppende reactievergelijking op
  • stoffen reageren altijd met elkaar in een zelfde verhouding
  • vul alle gegevens in een verhoudingstabel in en bereken je onbekende
  • of werk met kruislingsvermenigvuldigen z.o.z.
Rekenen aan reacties met de Wet van behoud van massa
(Massa gaat nooit verloren!)

Hoeveel magnesium is er dan nodig om 10 g magnesiumoxide te maken?

Slide 9 - Tekstslide

  1. Reactievergelijking:     RV:2 Mg(s) + O2(g)--> 2 MgO(s)
  2. Massaverhouding:        MV:  9 g     +    8 g   ---> 17 g
  3. Gegeven gevraagd:       GG:      ?       +   O2(g) --> 10 g
  4. Oplossing:                         opl:       Mg x 17 g = 9 g x 10 g
                                                     dus     Mg = 90 g     = 5,29 g   
                                                                                17
  5. Controle:      5,29 x 17 = 9x 10   = 90 klopt!                      
Hoeveel magnesium nodig om 10 g magnesiumoxide te maken?

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide