Les 8. Middelen bij chronische darmontstekingen

8. chronische darmontstekingen


Doktersassistenten
Leerjaar 2
Farmacologie deel D
J. Witte, MEd
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

8. chronische darmontstekingen


Doktersassistenten
Leerjaar 2
Farmacologie deel D
J. Witte, MEd

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
1. Ik kan uitleggen wat colitis ulcerosa- en de ziekte van Crohn is.

2. Ik kan informatie opzoeken over medicatie die gebruikt wordt bij de ziekte van Crohn en Colitis ulcerosa. Deze informatie kan ik vertalen in begrijpelijke taal voor de patiënt.

Slide 2 - Tekstslide

Lesboek pathologie

Paragraaf 7.8. De ziekte van Crohn
Paragraaf 7.9. Colitis ulcerosa

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

De ziekte van Crohn komt voor in
A
het colon
B
het ileum
C
gehele verteringskanaal
D
oesophagus en gaster

Slide 5 - Quizvraag

De ziekte van Crohn openbaart zich meestal tussen de leeftijden
A
5 - 15 jaar
B
15 - 25 jaar
C
25 - 35 jaar
D
> 35 jaar

Slide 6 - Quizvraag

De ziekte van Crohn is een auto immuunziekte
Juist
Onjuist

Slide 7 - Poll

Bij de afweerreactie tegen darmbacteriën komt TNF alfa vrij. Wat is dat?
A
Een signaalstof van het immuunsysteem
B
een afvalstof van een bacterie
C
een darmbacterie
D
een witte bloedcel

Slide 8 - Quizvraag

De signaalstoffen van het afweersysteem veroorzaken bij de ziekte van Crohn...........
A
hypertensie
B
hypotensie
C
vertraagde darmperistaltiek
D
inflammatie

Slide 9 - Quizvraag

Bij de ziekte van Crohn is de inflammatie te zien
in de gehele dikte van de darmwand
alleen aan het binnen- oppervlakte van de darmwand

Slide 10 - Poll

Bij de ziekte van Crohn ontstaat soms een anemie door
A
te snel afbreken van rode bloedcellen
B
tekort aan hemoglobine
C
bloedverlies
D
een tekort aan voedingsstoffen

Slide 11 - Quizvraag

Behandeling ziekte van Crohn
milde ontstekingsremmers
sterke ontstekingsremmers
immunosuppressiva
TNF alfablokkers

Daarnaast ook nog medicatie om symptomen te bestrijden, zoals diarree, obstipatie, infectie, pijn en vitaminetekort.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Colitis ulcerosa
Zelfde ziekteproces als bij de ziekte van Crohn.
 Inflammatie van het darmslijmvlies gevolgd door een overdreven immuunreactie waardoor veel signaalstoffen vrijkomen (zoals TNF alfa).

Slide 14 - Tekstslide

Bij colitis ulcerosa ontstaat soms een anemie door
A
te snel afbreken van rode bloedcellen
B
tekort aan hemoglobine
C
bloedverlies
D
een tekort aan voedingsstoffen

Slide 15 - Quizvraag

de symptomen van colitis ulcerosa zijn continu aanwezig bij elke patiënt
juist
onjuist

Slide 16 - Poll

Milde ontstekingsremmers. FK: mesalazine

1. Welke toedieningsvormen zijn mogelijk?
2. Wordt dit middel nog vaak gegeven bij de ziekte van Crohn? Waarom wel/niet?
3. Wanneer zal de arts een zetpil van dit middel voorschrijven?
4. Op welk moment moet de zetpil/ klysma toegediend worden? En waarom?

Slide 17 - Tekstslide

Milde ontstekingsremmers. FK: mesalazine

5. Wat zijn de meest voorkomende bijwerkingen? zoek moeilijke woorden op!
6. Waarom mag iemand die dit middel gebruikt geen lactulose gebruiken? En waarom geen methotrexaat?


Slide 18 - Tekstslide

Milde ontstekingsremmers. FK: mesalazine

7. Waarom moet de INR extra gecontroleerd worden als bij combinatie van dit middel en acenocoumarol?
8. Er kunnen resten van de tabletten in de ontlasting voorkomen. Welk deel van de tablet is dan te zien?

Slide 19 - Tekstslide

Sterke ontstekingsremmers. FK: prednison

1. Welke toedieningsvormen zijn mogelijk?
2. Wanneer wordt dit middel ingezet bij inflammatoire darmziekten?
3. Wat is het toedieningsadvies (wanneer en hoe innemen)?

Slide 20 - Tekstslide

Sterke ontstekingsremmers. FK: prednison

4. Wat zijn de meest voorkomende bijwerkingen van prednison (dat zijn er veel!)?
5. Waarom moet prednison na langduriger gebruik (dat is al na een paar weken!) afgebouwd worden alvorens te stoppen?
6. Mag een zwangere prednison gebruiken?
7. Wordt een man definitief onvruchtbaar door prednison?

Slide 21 - Tekstslide

Sterke ontstekingsremmers. FK: prednison

8. Prednison zelf is een inactief middel. Hoe wordt het in het lichaam geactiveerd?
9. Hoe lang duurt het voordat prednison voor 50% afgebroken is in het lichaam?

Slide 22 - Tekstslide

Immunosuppressiva
ciclosporine
methotrexaat
infliximab (biological, TNF alfa blokker)

Slide 23 - Tekstslide

FK: ciclosporine
1. Vooral huisartsen zullen terughoudend zijn met het voorschrijven van dit middel. Waarom?
2. Wat is de bedoeling van de behandeling met dit middel?
3. Dit middel heeft een smalle therapeutische breedte. Wat betekent dat?
4. Dit middel wordt 'off label' toegediend bij inflammatoire darmziekten. Wat betekent 'off label'?

Slide 24 - Tekstslide

FK: ciclosporine
5. Dit middel wordt gedoseerd op geleide van de bloedspiegel. Wat betekent dat?
6. Hoe moet dit middel orale ingenomen worden?
7. Wat zijn de meest voorkomende bijwerkingen? Zoek moeilijke woorden op.
8. Welk risico lopen patiënten op de lange termijn met dit middel naast een verhoogde kans op infectie?

Slide 25 - Tekstslide

FK: ciclosporine
9. Welke bloedonderzoeken moeten na verloop van tijd gedaan worden na starten met dir middel?
10. Wat is het effect van dit middel?
11. Hoe vindt de excretie van afvalstoffen van dit middel plaats?

Slide 26 - Tekstslide

FK: methotrexaat
1. Is methotrexaat een middel van eerste keuze bij inflammatoire darmziekten?
2. Hoe vaak, en hoe moet methotrexaat toegediend worden?
3. Welke ernstige bijwerkingen komen soms voor? Zoek moeilijke woorden op.
4. Mag een zwangere dit middel gebruiken? Of borstvoeding geven?


Slide 27 - Tekstslide

FK: methotrexaat
5. Welk middel moet tegelijkertijd met methotrexaat voorgeschreven worden en waarom?
6. Welke onderzoeken moet eerst plaatsvinden voordat dit middel gestart kan worden?
7. Dit middel kan giftig zijn voor een aantal organen; welke?

Slide 28 - Tekstslide

FK: infliximab
1. Tot welke groep medicijnen behoort dit middel?
2. Wat is de werking van dit middel?
3. Hoe wort het toegediend?
4. In welke fase van de behandeling wordt dit middel gegeven? (remissie-inductie of onderhoudsbehandeling)
5. Hoe wordt de dosis bepaald?


Slide 29 - Tekstslide

FK: infliximab
6. Hoe lang moet de patiënt onder medisch toezicht blijven na toediening?
7. Krijgen ouderen dezelfde dosis als volwassenen?
8. Waarom krijgen veel patiënten een infectie (zie bijwerkingen)?
9. Kan een zwangere dit middel gebruiken?
10. Hoe snel wordt dit middel in het lichaam afgebroken?

Slide 30 - Tekstslide

Om te onthouden over lichte ontstekingsremmers:

  • Bij inflammatoire darmziekten worden lichte ontstekingsremmers niet vaak gegeven omdat ze weinig effect hebben.
  • Lichte ontstekingsremmers hebben een aantal belangrijke interacties met medicatie.

Slide 31 - Tekstslide

Om te onthouden: prednison
  • Sterke ontstekingsremmer die afgebouwd moet worden voordat het gestopt kan worden.
  • Vaak voorkomende bijwerkingen prednison: oedemen, spieratrofie, botontkalking met eventueel botfracturen, dunne huid, verhoogde infectiegevoeligheid, stemmingsveranderingen, gewichtstoename door toename eetlust en verhoging van de bloedsuikerspiegel

Slide 32 - Tekstslide

Om te onthouden: immunosuppreseiva 

  • Medicatie die het immuunsysteem onderdrukt zodat er geen ontstekingen meer worden veroorzaakt door het immuunsysteem.
  • Patiënt is veel gevoeliger voor infecties van buiten af.
  • Wordt bij inflammatoire darmziekten off label gebruikt als onderhoudsbehandeling.

Slide 33 - Tekstslide

Om te onthouden: immunosuppresiva 

  • Vaak smalle therapeutische breedte!
  • verhoogde kans op kanker.
  • Regelmatig bloed prikken i.v.m. bloedspiegel, kaliumspiegel en vetten in bloed

Slide 34 - Tekstslide

Wat vind je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 35 - Poll