Répétition Grammaire Unité 2

Répétition Grammaire U2
Comment est-ce que je dois savoir pour la grammaire?
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Répétition Grammaire U2
Comment est-ce que je dois savoir pour la grammaire?

Slide 1 - Tekstslide

Unité 2
Grammaire I: Het bijwoord
Grammaire II: Regelmatige werkwoorden op -re, pouvoir, savoir, voir en vouloir
Grammaire III: Het bezittelijk voornaamwoord

Slide 2 - Tekstslide

Vertaal het bijwoord tussen haakjes:
Alors (natuurlijk), il a avoué sa faute.
A
naturel
B
naturelment
C
naturelement
D
naturellement

Slide 3 - Quizvraag

Vertaal het bijwoord tussen haakjes:
Je ne veux (absoluut), pas rater la fête de Tarik.
A
absolute
B
absolument
C
absoluement
D
absolutement

Slide 4 - Quizvraag

Vertaal het bijwoord tussen haakjes:
Tu penses qu'il vaut (beter), expliquer cela à Elise.

Slide 5 - Open vraag

Vertaal het bijwoord tussen haakjes:
Et il est (snel) allé acheter une nouvelle tablette pour Leo.

Slide 6 - Open vraag


Vertaal naar het Frans:
zij is uitgestapt
A
Elle est descendu
B
Elle est descendue
C
Elle descendait
D
Elle descend

Slide 7 - Quizvraag

Vertaal naar het Frans:
zij zal zien
A
elle voit
B
elle voira
C
elle verra
D
elle verrait

Slide 8 - Quizvraag

Vertaal naar het Frans:
jullie wisten

Slide 9 - Open vraag

Vertaal naar Frans:
zij willen (m)

Slide 10 - Open vraag

Vertaal naar het Frans:
(zijn) voiture
A
sa
B
son
C
ses

Slide 11 - Quizvraag

Vertaal naar het Frans:
haar vriendinnen
A
son amie
B
sa amie
C
ses amies
D
ses amis

Slide 12 - Quizvraag

Vertaal naar het Frans:
Ces sont ses doudounes? Non, (de onze)

Slide 13 - Open vraag

Vertaal naar het Frans:
mijn petje

Slide 14 - Open vraag

La fin!

Slide 15 - Tekstslide