Rentekosten

Stof voor vandaag:
Rentekosten
Als je geld leent van een financiële instelling moet je daar een vergoeding voor betalen ---> rente (ook wel interest genoemd)

Als je zelf geld investeert in je onderneming loop je rente mis. Daarvoor mag je ook een vergoeding geven:
 gewaardeerde interest
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
financieel 1MBOStudiejaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Stof voor vandaag:
Rentekosten
Als je geld leent van een financiële instelling moet je daar een vergoeding voor betalen ---> rente (ook wel interest genoemd)

Als je zelf geld investeert in je onderneming loop je rente mis. Daarvoor mag je ook een vergoeding geven:
 gewaardeerde interest

Slide 1 - Tekstslide

Rentekosten
Waarom moet je eigenlijk rente betalen?
  • het beschikbaar stellen van het geld
  • het risico dat je niet meer terug kunt betalen
  • het minder waard worden van geld (inflatie) 

Slide 2 - Tekstslide

Rentekosten
Hoeveel rentekosten je moet betalen hangt af van drie factoren:
  • Hoe hoog het bedrag is dat je leent (kapitaal = K)
  • Welk rentepercentage je moet betalen (rentepercentage = P)
  • Voor welke periode je dit bedrag leent ( de tijdsperiode = T)

Slide 3 - Tekstslide

Totale kosten van vermogen=
Rentekosten van leningen + gewaardeerde interest 

Slide 4 - Tekstslide

Formule rentekosten van leningen:


Bij tijd in hele jaren
K x P x T
100

Slide 5 - Tekstslide

een bedrijf leent een bedrag van €150.000,- de looptijd is 5 jaar. Het rentepercentage is 4,3% Hoeveel rente moet dit bedrijf betalen over de hele looptijd?

Slide 6 - Open vraag

Formule rentekosten van leningen:


Bij tijd in maanden
K x P x T
1200

Slide 7 - Tekstslide

Een bedrijf leent op 1 april een bedrag van €15.000,- op 31 oktober lossen ze dit bedrag weer af. Ze betalen 2.4% rente. Hoeveel rente moet dit bedrijf in totaal betalen?

Slide 8 - Open vraag

Formule rentekosten van leningen:
Bij tijd in dagen (360 dagen per jaar)
K x P x T
36.000
Bij tijd in dagen (365 dagen per jaar)
K x P x T
36.500

Slide 9 - Tekstslide

Hoeveel dagen heeft een maand?
Je kunt dit ezelsbruggetje altijd gebruiken! 

Slide 10 - Tekstslide

Een bedrijf leent op 15 februari een bedrag van €20.000,- ze lossen deze lening op 22 november weer af. De rente is 4,8%. Hoeveel rente moeten ze betalen. (een maand heeft 30 dagen)

Slide 11 - Open vraag

rente over gemiddeld vermogen
Als het geleende bedrag schommelt moet je eerst een gemiddelde berekenen. (net als bij gemiddelde voorraad) 

formule:
beginbedrag + eindbedrag 
2

Slide 12 - Tekstslide

Aflossingen
Je kunt natuurlijk ook tijdens een looptijd aflossen. Dit betekent dat de geleende som geld kleiner word. In de formule veranderd er dus ook wat! Namelijk K van Kapitaal. 
Je moet in dit geval de formule 2 (of meer) keer uitvoeren en de rentekosten bij elkaar optellen

Slide 13 - Tekstslide

Een bedrijf leent op 1 februari een bedrag van €100.000,- Op 1 juli lossen ze €10.000,- af en op 1 november lossen ze nog eens €15.000,- af. De rente is 6,3% Bereken de rentekosten voor het hele jaar.

Slide 14 - Open vraag