3mavo H5 Amuse-toi herh Bron C + Voca AB

H5 ~Amuse-toi
  • herh. Passé composé
  • Bron C: L'imparfait
  • Herh. Voca AB 
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H5 ~Amuse-toi
  • herh. Passé composé
  • Bron C: L'imparfait
  • Herh. Voca AB 

Slide 1 - Tekstslide

Passé composé

Slide 2 - Tekstslide

Passé composé = volt.tegenw.t.
onderwerp + hulpww + voltooid deelwoord
Wanneer hebben (avoir) of zijn (être)? 
  • Ned --> hebben --> AVOIR
  • Ned --> zijn --> ÊTRE 
  • let op: J'ai été = ik ben geweest. geldt regel niet!

Als het hww= être
  • kijk naar het onderwerp: VD +e/+s/+es  --> Elle est partie

Voltooid deelwoord:
  • regelm.ww: ww-er --> Stam +é /ww-ir --> Stam + i 
  • onregelm. ww.: b.v. être --> été, avoir --> eu,

Slide 3 - Tekstslide

Welk hulpwerkwoord gebruik je?
je/ j'... parlé
A
avoir
B
être

Slide 4 - Quizvraag

Welk hulpwerkwoord gebruik je?
Tu ... fait
A
avoir
B
être

Slide 5 - Quizvraag

Welk hulpwerkwoord gebruik je?
Nous ... arrivé
A
avoir
B
être

Slide 6 - Quizvraag

Komt er iets achter het V.D:
elles sont allé...
A
nee
B
ja, e
C
ja, s
D
ja, es

Slide 7 - Quizvraag

Komt er iets achter het V.D:
vous (v.mv) êtes monté...
A
nee
B
ja, e
C
ja, s
D
ja, es

Slide 8 - Quizvraag

Komt er iets achter het V.D:
Pierre est parti
A
nee
B
ja, e
C
ja, s
D
ja es

Slide 9 - Quizvraag

L'Imparfait

Slide 10 - Tekstslide

L'imparfait = onvoltooid verleden tijd
ond+pv (goede vorm imparfait)

Wanneer gebruik je de vorm:
  • Hoe iets was
  • Gewoonte van vroeger
Hoe maak je de vorm:
  1. nous-vorm ww
  2. - ONS
  3. + uitgang: ais, ais, ait, ions iez, aient

Uitzondering:
  • être: geen ONs eraf halen, dus bijzondere vorm: ét+uitgang

Slide 11 - Tekstslide

Ik ging elke zaterdag voetballen.
A
imparfait
B
passé composé

Slide 12 - Quizvraag

Ik ben naar oma geweest.
A
imparfait
B
passé composé

Slide 13 - Quizvraag

Het was gezellig op vakantie
A
imparfait
B
passé composé

Slide 14 - Quizvraag

Geef de uitgangen
van de imparfait

Slide 15 - Woordweb

Imparfait:
je + être
onderwerp niet opschrijven!

Slide 16 - Open vraag

Imparfait:
vous + regarder
onderwerp niet opschrijven!

Slide 17 - Open vraag

Imparfait:
il+ être
onderwerp niet opschrijven!

Slide 18 - Open vraag

Imparfait
nous + aller
onderwerp niet opschrijven!

Slide 19 - Open vraag

Vocabulaire
  • è : toets links van de 1 + e
  • é : naast "enter" + e
  • ê : shit 6 (tegelijkertijd) + e
  • à : toets links van de 1+ a
  • ç : naast "enter" + c

Slide 20 - Tekstslide

Wat is de vertaling van het onderstaande woord:
également
A
ook
B
egaal

Slide 21 - Quizvraag

Wat is de vertaling van het onderstaande woord:
croire
A
geloven
B
weten

Slide 22 - Quizvraag

Wat is de vertaling van het onderstaande woord:
à vrai dire
A
eigenlijk
B
zoals gezegd

Slide 23 - Quizvraag

Wat is de vertaling van het onderstaande woord:
l'homme
A
de jongen
B
de man

Slide 24 - Quizvraag

Wat is de vertaling van het onderstaande woord:
la boisson
A
het drankje
B
drinken

Slide 25 - Quizvraag

Geef de vertaling van het onderstaande woord:
de avond

Slide 26 - Open vraag

Geef de vertaling van het onderstaande woord:
de mogelijkheid

Slide 27 - Open vraag

Geef de vertaling van het onderstaande woord:
de voorstelling

Slide 28 - Open vraag

Geef de vertaling van het onderstaande woord:
vervelend

Slide 29 - Open vraag

Geef de vertaling van het onderstaande woord:
het doel

Slide 30 - Open vraag

Geef de vertaling van het onderstaande woord:
Tot straks!

Slide 31 - Open vraag

Geef de vertaling van het onderstaande woord:
tegen

Slide 32 - Open vraag

Geef 3 woorden
die aangeven hoe iets was

Slide 33 - Woordweb

Huiswerk
  • Alles moet afgerond zijn (ook voorgaande werk)
  • Na 13 uur ( opvrijdag) controleer ik
  • Hw wordt niet weggehaald

Slide 34 - Tekstslide