Hs 24 E-business

Hs 24 E-business
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4,5

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hs 24 E-business

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen, je kunt:
  • Beschrijven wat e-business is
  • Een webwinkel-bestelling beschrijven vanuit een klant en vanuit een bedrijf

Slide 2 - Tekstslide

Programma




LessonUp vragen en uitleg e-business (35 min)
Opgaven 24.1 t/m 24.3 (35 min)
Afsluiting: wat heb je geleerd? (5 min)

Slide 3 - Tekstslide

Waar besteed jij de meeste tijd aan?
A
Kranten en tijdschriften
B
Radio
C
Televisie
D
Internet

Slide 4 - Quizvraag

Naar welke spullen zoek je online
en waar koop je die?

Slide 5 - Woordweb

Als je online iets wil kopen,
waardoor ben je dan wel eens afgehaakt?

Slide 6 - Woordweb

Welke stappen moet je zetten
als je online iets koopt?

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Tekstslide

Welke stappen zet de webwinkel
als jij iets bij hen koopt?

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Tekstslide

Waar denk je aan bij Customer's solution?
(Klantoplossing)

Slide 11 - Woordweb

Waar denk je aan bij Cost to consumer?
(Klantkosten)

Slide 12 - Woordweb

Waar denk je aan bij Convenience?
(Klantgemak)

Slide 13 - Woordweb

Waar denk je aan bij Communication?
(Communicatie)

Slide 14 - Woordweb

Uitleg
  • E-marketingbeleid: Alle activiteiten die een bedrijf onderneemt om aan de behoeften van afnemers via internet te voldoen.

Slide 15 - Tekstslide

Uitleg 4 C's
  • Customer’s solution: Een product moet een oplossing bieden voor probleem of behoefte van een consument. 
  • Cost to consumer
    :
     Wat kost een product voor de consument tijdens de hele levensduur. Total cost of ownership. 
  • Convenience
    : Bedrijven richten zich op gemak voor de klant bv. snel leveren en soepele betaalvoorwaarden. 
  • Communication: Van bedrijf naar klant én ook andersom!

Slide 16 - Tekstslide

Communication.
Welke P bij een bedrijf hoort daarbij?
A
Product
B
Prijs
C
Plaats
D
Promotie

Slide 17 - Quizvraag

Customer's solution.
Welke P bij een bedrijf hoort daarbij?
A
Product
B
Prijs
C
Plaats
D
Promotie

Slide 18 - Quizvraag

Convenience.
Welke P bij een bedrijf hoort daarbij?
A
Product
B
Prijs
C
Plaats
D
Promotie

Slide 19 - Quizvraag

Cost to consumer.
Welke P bij een bedrijf hoort daarbij?
A
Product
B
Prijs
C
Plaats
D
Promotie

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Opdracht


Opgave 24.1 t/m 24.3

Slide 23 - Tekstslide

Lesdoelen, je kunt:
  • Beschrijven wat e-business is
  • Een webwinkel-bestelling beschrijven vanuit een klant en vanuit een bedrijf

Slide 24 - Tekstslide