unit 3 - present continuous

Als je in het Engels wilt zeggen dat iets nu (op het moment dat je het zegt) bezig is, gebruik je de present continuous:

I am talking to you right now!

Let op de werkwoorden!
The present continuous
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Als je in het Engels wilt zeggen dat iets nu (op het moment dat je het zegt) bezig is, gebruik je de present continuous:

I am talking to you right now!

Let op de werkwoorden!
The present continuous

Slide 1 - Tekstslide

Als je in het Engels wilt zeggen dat iets nu (op het moment dat je het zegt) bezig is, gebruik je de present continuous:

I am talking to you right now!

Let op de werkwoorden!
The present continuous

Slide 2 - Tekstslide

Andere voorbeelden:

Peter is doing the dishes, while his dad is watching TV.
We are driving to Amsterdam at the moment!

Dus hoe ziet dat eruit in een soort formule?   

The present continuous

Slide 3 - Tekstslide

I am talking to you right now!
Peter is doing the dishes, while his dad is watching TV.
We are looking forward to the holidays!

Onderwerp + am, is, are + werkwoord + -ing
I ...
The present continuous

Slide 4 - Tekstslide

I am talking to you right now!
Peter is doing the dishes, while his dad is watching TV.
We are looking forward to the holidays!

Onderwerp + am, is, are + werkwoord + -ing
I  ...                      am ...

The present continuous

Slide 5 - Tekstslide

I am talking to you right now!
Peter is doing the dishes, while his dad is watching TV.
We are looking forward to the holidays!

Onderwerp + am, is, are + werkwoord + -ing
I  ...                      am ...               talking.

The present continuous

Slide 6 - Tekstslide

Hoe maak je een vraag in de present continuous?


The present continuous

Slide 7 - Tekstslide

Hoe maak je een vraag in de present continuous?

Peter is repairing his computer.

Sleep het hulpwerkwoordje naar voor!


The present continuous

Slide 8 - Tekstslide

Hoe maak je een vraag in de present continuous?

Peter is repairing his computer.

Sleep het hulpwerkwoordje naar voor!


The present continuous

Slide 9 - Tekstslide

Hoe maak je een vraag in de present continuous?

Is Peter repairing his computer?

Sleep het hulpwerkwoordje naar voor!


The present continuous

Slide 10 - Tekstslide

Hoe maak je een ontkenning in de present continuous?

Peter is repairing his computer.

Zet 'not' achter het hulpwerkwoordje!


The present continuous

Slide 11 - Tekstslide

Hoe maak je een ontkenning in de present continuous?

Peter is not repairing his computer.
Peter isn't repairing his computer.

Zet 'not' achter het hulpwerkwoordje!


The present continuous

Slide 12 - Tekstslide

Hoofdregel                     Zet -ing achter het werkwoord: walk - walking

Let op:
  1. Het woord eindigt op een -e: live - living
  2. Het woord eindigt op -ie: die - dying
  3. De voorlaatste letter is  een Korte Klinker met Klemtoon, gevolgd door een medeklinker: swim - swimming, begin - beginning
  4. Het woord eindigt op -l: travel - travelling
De spellingsregels

Slide 13 - Tekstslide