Mont Ventoux gedicht 4 a en 4b

Mont Ventoux
1 / 17
volgende
Slide 1: Woordweb
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Mont Ventoux

Slide 1 - Woordweb

Slide 2 - Video

Mont Ventoux

Dichten is fietsen op de Mont Ventoux
waar Tommy Simpson toen is overleden
Onder zo tragische omstandigheden
Werd hier de wereldkampioen doodmoe.

Op deze col zijn velen losgereden,
eerste categorie, sindsdien tabu.
Het ruikt naar dennegeur, Sunsilk Shampoo,
die je wel nodig hebt, eenmaal beneden.


Alles is onuitsprekelijk vermoeiend,
de Mont Ventoux opfietsen wel heel erg,
waarvoor ook geldt: bezint eer gij begint.

Toch haal ik, ook al is de hitte schroeiend,
de top van deze kaalgeslagen berg:
ijdelheid en het najagen van wind.

Jan Kal

Uit: Fietsen op de Mont Ventoux, 1974

Slide 3 - Tekstslide

Wat is het rijmschema in de eerste twee strofen?

Slide 4 - Open vraag

Wat is het rijmschema van de laatste twee strofen?

Slide 5 - Open vraag

Hoe heten de strofen die je ziet?
A
distichon
B
terzine of terzet
C
kwatrijn
D
kwintet of kwintijn

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Tekstslide

Aan welke kenmerken voldoet dit gedicht?
A
vier strofen
B
veertien versregels
C
twee strofen van vier en twee strofen van drie regels
D
wending na de tweede strofe

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Video

Vragen bij gedicht 4a en 4b

Slide 10 - Tekstslide

Mont Ventoux

Slide 11 - Tekstslide

Mont Ventoux

Maak de volgende vragen als huiswerk

2) Leg de beeldspraak inhoudelijk uit
3) Welke vorm heeft het gedicht
4)Leg de vorm uit en verwijs hierbij naar de inhoud



Slide 12 - Tekstslide

Vervolg Mont Ventoux
5) Wat betekenen de begrippen ijdelheid en het najagen van de wind?
6) Interpreteer nu de laatste regels

Slide 13 - Tekstslide

Tour de France een nabeschouwing

Slide 14 - Tekstslide

Tour de France een nabeschouwing
1) Wat is er opvallend aan de vorm van dit gedicht?
2)Hoe noemen we deze dichtvorm? (zie blz. 7 poëziebundel)
3) Welke overeenkomsten en verschillen zie je met Mont Ventoux?
4) Welk soort rijm zie je in de laatste dichtregel? (zie blz. 8 pb)

Slide 15 - Tekstslide

Welke vorm van beeldspraak zie je in de eerste strofe dit van gedicht?
A
vergelijking met als
B
personificatie
C
metafoor
D
metonymia

Slide 16 - Quizvraag

De auteurs
Zoek op internet naar achtergrondinformatie over de auteurs en leg uit waarom deze gedichten voor beide dichters een goed voorbeeld zijn van het soort gedichten dat ze schrijven.

Slide 17 - Tekstslide