Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Adjectives and Adverbs
Vandaag
Adverbs (bijwoorden)
Adjectives (Bijvoegelijke naamwoorden)
A diary of a wimpy kid
1 / 19
volgende
Slide 1:
Tekstslide
English
Secondary Education
Age 11
In deze les zitten
19 slides
, met
tekstslides
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Vandaag
Adverbs (bijwoorden)
Adjectives (Bijvoegelijke naamwoorden)
A diary of a wimpy kid
Slide 1 - Tekstslide
Adverbs and Adjectives
Als wij in een taal een ding, mens of plaats willen beschrijven gebruiken wij
bijvoegelijke naamwoorden
.
In het Engels zijn dat
adjectives
.
Als wij in een taal een actie, handeling of gebeurtenis willen beschrijven gebruiken wij
bijwoorden
.
In het Engels zijn dat
adverbs
.
Slide 2 - Tekstslide
Dus
adverbs and adjectives
gebruiken wij om dingen te beschrijven.
Slide 3 - Tekstslide
Adjectives
Adjectives beschrijven
dingen, personen of plaatsen.
Oftewel, zelfstandige naamwoorden.
Voorbeelden:
Amsterdam is a
nice
place - Amsterdam is een
leuke
plek
Julia is a
kind
person - Julia is een
aardig
persoon
This closet is
pretty
-
Deze kast is
mooi
Slide 4 - Tekstslide
Regels
Er is een bepaalde volgorde als je meerdere
adjectives
wilt gebruiken voor één zelfstandignaamwoord:
Mening
Grootte
Leeftijd
vorm
Kleur
Oorsprong
Materiaal
Doel
Slide 5 - Tekstslide
Voorbeeld
I love that
beautiful big old green antique
car that always parked at the end of the street.
Beautiful (prachtig) = mening
Big (groot) = grootte
Old (oud) = leeftijd
green (groen) = kleur
Antique (antiek) = oorsprong
Slide 6 - Tekstslide
Tips!
Alle woorden waar je een, het of de voor kan zetten (zelfstandige naamwoorden) worden beschreven door een bijvoegelijk naamwoord.
Slide 7 - Tekstslide
Adjectives
Er zijn
HEUUUULLLL
erg veel bijvoegelijke naamwoorden. We hebben nog niet eens álle opties genoemd.
Slide 8 - Tekstslide
Adverbs
Behalve bijvoegelijke naamwoorden hebben we ook
bijwoorden
.
Deze beschrijven een handeling, gebeurtenis of actie.
oftewel
werkwoorden
die noemen we in het Engels
verbs
.
Dat is ook gelijk het ezelsbruggetje:
ad
verbs
beschrijven
verbs
(werkwoorden)
Slide 9 - Tekstslide
Regel 1
Vaak eindigen
adverbs
op -y
voorbeeld:
She drives
badly -
zij rijdt
slecht
Een hulp om adverbs te herkennen is door te vragen
Hoe
iemand iets doet.
Dus hoe rijdt zij? Slecht. Dan is
slecht
het bijwoord.
Slide 10 - Tekstslide
Uitzondering
Sommige werkwoorden hebben geen
bijwoord
maar een
bijvoegelijk naamwoord
nodig.
Dit zijn de werkwoorden:
Feel, smell, sound, seem en appear
voorbeeld:
I feel
badly -
Ik voel me slecht (vaak als sorry)
is fout
I feel
bad
- ik voel me slecht
is goed
Slide 11 - Tekstslide
Regel 2
Bijwoorden kunnen ook bijvoegelijke naamwoorden beschrijven!
voorbeeld:
She is
very
pretty
- zij is
erg
mooi
Hier beschrijft "mooi" hoe zij is (beschrijft een persoon)
En beschrijft "erg" hoe mooi zij is (Bijwoord)
Slide 12 - Tekstslide
Regel 3
Bijwoorden kunnen ook andere bijwoorden beschrijven
voorbeeld:
Jeff is running
very
fast
- Jeft rent
erg
snel
Hoe rent Jeff? Snel ,
snel is dus het bijwoord
Hoe snel rent Jeff?
Erg, Erg beschrijft dus hoe snel hij rent.
Slide 13 - Tekstslide
Wat is de
adverb?
Jeff is singing loudly
Julia is reading very quickly
This book is very interesting
Jeff zingt luid
Julia leest erg snel
Dit boek is erg interessant
Slide 14 - Tekstslide
Antwoorden
Jeff is singing
loudly
Julia is reading
very
quickly
This book is
very
interesting
Hoe leest jeff?
Snel!
én te herkennen aan de -y op het einde
Hoe leest Julia?
Snel! én te herkennen aan -y op het einde.
Hoe snel leest Julia? Erg! dit beschrijft dus een bijwoord en is zelf óók een bijwoord
Interesting beschrijft hoe het
boek
is, en is dus een bijvoegelijk naamwoord. Geen bijwoord (boek is geen werkwoord)
Maar
very
beschrijft een bijvoegelijk naamwoord, en is dus wél een bijwoord.
Slide 15 - Tekstslide
Wat is de
adjective
That pretty car over there!
That kind lady gave me candy.
Amsterdam is a beautiful city.
Die mooie auto daar!
Die aardige vrouw gaf mij snoep
Amsterdam is een prachtige stad
Slide 16 - Tekstslide
Antwoorden
That
pretty
car over there!
That
kind
lady gave me candy.
Amsterdam is a
beautiful
city.
Pretty beschrijft de auto. Een auto is een ding, bijvoegelijke naamwoorden beschrijven dingen.
Kind beschrijft de vrouw, de vrouw is een persoon, bijvoegelijke naamwoorden beschrijven personen.
Beautiful beschrijft Amsterdam, amsterdam is een plaats, bijvoegelijke naamwoorden beschrijven plaatsen!
Slide 17 - Tekstslide
Huiswerk
Worksheets voor adjectives en adverbs
Slide 18 - Tekstslide
Volgende keer
Toets?
Of nieuwe stof?
Of oefenen met spreken?
Slide 19 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Toets
Maart 2022
- Les met
22 slides
English
Secondary Education
Age 11
zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naawoord en bijwoord
Mei 2021
- Les met
22 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Theme 4 lesson 2
Januari 2019
- Les met
23 slides
English
Meester van de bijvoeglijke naamwoorden en bijwoorden
April 2023
- Les met
16 slides
ADVERBS (OF FREQUENCY)
Maart 2023
- Les met
20 slides
Modern foreign language
Upper Secondary (Key Stage 4)
BTEC
Bijvoeglijk naamwoord en bijwoord 10 - (On)bekend?
Juli 2023
- Les met
11 slides
A2 Taaltraining Frans 6 ce qui/ce que, Futur, bijwoord/bijvoeg.vnw
Januari 2023
- Les met
29 slides
Frans
Enseignement Professionnel
BK2 - Unit 5.4 - Adjectives and Adverbs (exercise)
Mei 2024
- Les met
23 slides