Rekenen

Rekenen

Lees de uitleg goed door!
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 4

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Rekenen

Lees de uitleg goed door!

Slide 1 - Tekstslide

Esther leest een boek met 445 bladzijden. Ze heeft er al 330 gelezen. Hoeveel bladzijden moet ze nog lezen voor het boek uit is?

Slide 2 - Open vraag

Uitleg

445 - 330 = ...
400 - 300 = 100
45 - 30 = 15

dus: 100 + 15 = 115

Slide 3 - Tekstslide

Tristan wisselt 234 losse euro's voor briefjes van 10 euro. Hoeveel briefjes krijgt hij hiervoor?

Slide 4 - Open vraag

Uitleg
234 : 10 = 23,4

Dat zijn 23 hele briefjes en 4 losse euro's

Slide 5 - Tekstslide

Het is nu 15:30 uur. Om 16:10 begint het toernooi. Hoeveel minuten duurt dat nog?
... minuten

Slide 6 - Open vraag

Uitleg
Het is nu 15:30 uur.
Over 30 minuten is het 16:00 uur
En dan nog 10 minuten tot 16:10 uur
dus...

30 minuten + 10 minuten = 40 minuten

Slide 7 - Tekstslide

In Zwitserland loopt Kaylee met haar ouders iedere dag 80 km. Hoever hebben ze gelopen na 4 dagen?
... km

Slide 8 - Open vraag

Uitleg
80 x 4 =

eerst...
8 x 4 = 32

nul erbij...
80 x 4 = 320

Slide 9 - Tekstslide

Lynn en Elize hebben allebei evenveel geld. Lynn heeft 4 briefjes van 100 euro. Hoeveel briefjes van 20 heeft Elize?

Slide 10 - Open vraag

Uitleg
Lynn heeft 4 briefjes van 100 euro = 400 euro

Ze hebben allebei 400 euro.

Elize in briefjes van 20,
dus.... 400:20 = 20


Slide 11 - Tekstslide

De moeder van Yfke is 37 jaar oud. Yfke is zelf 8 jaar. Hoeveel jaar is Yfkes moeder ouder dan Yfke?
... jaar

Slide 12 - Open vraag

Uitleg
37 - 8 = 29

Dat kan je doen door: 37 - 10 = 27
27 + 2 = 29

Of misschien weet je een betere manier ;)

Slide 13 - Tekstslide

Lizzy verkoopt ijsjes voor het goede doel. Ze verkoopt er 's morgens 19 en 's middags 21. Hoeveel verkoopt ze over de hele dag? Hoeveel heeft ze er verkocht?
... ijsjes

Slide 14 - Open vraag

Uitleg
19 + 21 = ...

10 + 20 = 30
9 + 1 =10

30 + 10 = 40

Slide 15 - Tekstslide

In een supermarkt is een aanbieding: 8 kroppen andijvie voor 2 euro. Hoeveel moet je betalen voor 32 kroppen andijvie?
... euro

Slide 16 - Open vraag

Uitleg
... x  8 = 32
4!

Dus 4 setjes x 2 euro = 8 euro

Slide 17 - Tekstslide

De vader van Timo en Tom gaat een terras in de tuin maken. Timo denkt dat hij 35 tegels nodig heeft. Tom denkt dat er 40 tegels nodig zijn.
Uiteindelijk gebruiken ze er 42. Wie heeft er het beste geschat?
A
Timo
B
Tom

Slide 18 - Quizvraag

Uitleg
Gelegde tegels: 42

Timo: 35 (7 ernaast)
Tom: 40 (2 ernaast)

Dus Tom zat het dichtst bij.

Slide 19 - Tekstslide

Fabian, Kyan en Fedde krijgen ieder 6 citroenen an de groenteboer. Hoeveel citroenen hebben ze samen?
... citroenen

Slide 20 - Open vraag

Uitleg
6 citroenen x 3 kinderen = 18 citroenen

Slide 21 - Tekstslide

Stef koopt een horloge en een schetsblok. Het horloge kost 16 euro. Samen moet Stef 38 euro betalen. Hoeveel kost het schetsblok? ... euro

Slide 22 - Open vraag

Uitleg
38 - 16 = ...

30 - 10 = 20
8 - 6 = 2

20 + 2 = 22

Slide 23 - Tekstslide

Op de school van Tess, Liz en Bette is er op de actiemarkt een raadspel. Iedereen mag raden hoeveel knikkers er in een pot zitten. Tess denkt 63. Liz denkt 67 en Bente denkt 72. In de pot zitten 69 knikkers. Wie heeft er gewonnen?
A
Tess
B
Liz
C
Bente

Slide 24 - Quizvraag

Uitleg
Er zitten 69 knikkers in de pot.

Tess: 63 (6 naast)
Liz: 67 (2 naast)
Bente: 72 (3 naast)

Liz zat dus het dichtst bij.

Slide 25 - Tekstslide

Een nachtje slapen op een camping kost 7 euro. Kay wil graag 5 nachten blijven. Hoeveel moet hij betalen? ... euro

Slide 26 - Open vraag

Uitleg
7 euro per nacht

Hij wilt 5 dagen blijven dus... 
7 x 5 = 

35 euro

Slide 27 - Tekstslide

Yara gaat koekjes bakken. Om 15 koekjes te bakken heb je 3 schepjes suiker nodig. Yara wil 20 koekjes bakken. Hoeveel schepjes suiker heeft ze dan nodig?

Slide 28 - Open vraag

Uitleg
15 koekjes is 3 schepjes suiker.
15 : 3 = 5 koekjes per schepje.
dus....
1 schepje = 5 koekjes
2 schepjes = 10 koekjes
3 schepjes = 15 koekjes
4 schepjes = 20 koekjes

Slide 29 - Tekstslide

Sophie is over 6 dagen jarig. Het is nu maandag. Op welke dag is Sophie jarig?
A
Zaterdag
B
Zondag
C
Maandag
D
Dinsdag

Slide 30 - Quizvraag

Uitleg
1. Doortellen. di-woe-do-vrij-za-zo

of...

2. 1 week = 7 dagen.
1 minder = 6 dagen
Dus.. 1 dag eerder is zondag

Slide 31 - Tekstslide