3: Rivieren
1 / 27
Lesduur is: 120 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Link
Welk begrip hoort bij deze omschrijving?
De hoeveelheid water die een rivier op een bepaald moment per tijdseenheid afvoert (meestal gemeten in m3 per seconde).
De hoeveelheid water die een rivier op een bepaald moment per tijdseenheid afvoert (meestal gemeten in m3 per seconde).
A
Debiet
B
Regiem
C
Verhang
D
Verval
Slide 4 - Quizvraag
Welk begrip hoort bij deze omschrijving?
De verdeling van de afvoer van water (debiet) over het jaar.
De verdeling van de afvoer van water (debiet) over het jaar.
A
Stroomgebied
B
Regiem
C
Verhang
D
Verval
Slide 5 - Quizvraag
Welk begrip hoort bij deze omschrijving?
Gebied dat zijn water afvoert via één hoofdrivier met zijn zijrivieren.
Gebied dat zijn water afvoert via één hoofdrivier met zijn zijrivieren.
A
Stroomgebied
B
piekafvoer
C
Verhang
D
Verval
Slide 6 - Quizvraag
Sleep de begrippen naar de juiste omschrijving
Dwarsdoorsnede van een rivier op een bepaalde plek.
Het gedeelte van een rivier dicht bij de monding.
Het verval van een rivier, gemeten in meters per kilometer.
Het hoogteverschil tussen twee punten langs een rivier.
De hoeveelheid water die een rivier op een bepaald moment per tijdseenheid afvoert (meestal gemeten in m3 per seconde).
Het gedeelte van een rivier dicht bij de bron.
debiet
verval
verhang
benedenloop
dwarsprofiel
bovenloop
Slide 7 - Sleepvraag
Wat zie je hier?
A
Debiet
B
Bovenloop
C
Lengteprofiel
D
Dwarsprofiel
Slide 8 - Quizvraag
Sleep de onderdelen naar de juiste plek
Binnendijks
Buitendijks
Zomerdijk
Uiterwaard
Winterdijk
Slide 9 - Sleepvraag
Welk seizoen hoort waar?
Zomer
Winter
Slide 10 - Sleepvraag
Beschrijf in je eigen woorden wat het begrip "vertragingstijd" betekent
Slide 11 - Open vraag
Beschrijf in je eigen woorden wat het begrip "piekafvoer" betekent
Slide 12 - Open vraag
Geef 3 redenen hoe klimaatverandering kan leiden tot overstromingen van rivieren
Slide 13 - Open vraag
Geef per onderdeel aan of hierdoor de overstromingskans hoger, of juist lager wordt
Hoger
Lager
Verstening van het oppervlak
Dijkverzwaring
Kanalisatie
Ontbossing
Obstakels verwijderen (Bijv. pijlers van bruggen)
Verdiepen
Uiterwaardvergraving
Dijkverlegging
Slide 14 - Sleepvraag
Slide 15 - Tekstslide
Geef aan welke ingreep bij welk onderdeel van de drietrapsstrategie hoort
Vasthouden
Afvoeren
Bergen
Noodoverloopgebieden
Dijkverzwaring
Kanalisatie
Opnieuw bebossen
Obstakels verwijderen (Bijv. pijlers van bruggen)
Verdiepen
Uiterwaardvergraving
Dijkverlegging
Burgers stimuleren om een grasveld in hun tuin te hebben, i.p.v. tegels
Mos laten groeien op daken (van schuurtjes bijvoorbeeld)
Slide 16 - Sleepvraag
Slide 17 - Tekstslide
Gebruik uit de atlas de kaarten over bodemgebruik in 1900 en 2012.
De afgelopen eeuw heeft het veranderde bodemgebruik in Nederland geleid tot een onregelmatiger regiem van de grote rivieren.
Leg dit uit.
Je uitleg moet een oorzaak-gevolgrelatie bevatten.
De afgelopen eeuw heeft het veranderde bodemgebruik in Nederland geleid tot een onregelmatiger regiem van de grote rivieren.
Leg dit uit.
Je uitleg moet een oorzaak-gevolgrelatie bevatten.
Slide 18 - Open vraag
Dijkverzwaringen worden zo veel mogelijk binnendijks gedaan en niet in de uiterwaarden.
Geef de reden waarom dijkverzwaringen zo veel mogelijk binnendijks worden gedaan.
Geef de reden waarom dijkverzwaringen zo veel mogelijk binnendijks worden gedaan.
Slide 19 - Open vraag
Gebruik uit het kaartenkatern de kaart Ruimte voor de Rivier.
In de Nederlandse rivieren zijn in het verleden kribben aangelegd. Die kribben zijn in het kader van het programma Ruimte voor de Rivier verlaagd.
Geef aan
- waarom in het verleden kribben zijn aangelegd;
- waarom die kribben in het kader van het programma Ruimte voor de
Rivier zijn verlaagd.
In de Nederlandse rivieren zijn in het verleden kribben aangelegd. Die kribben zijn in het kader van het programma Ruimte voor de Rivier verlaagd.
Geef aan
- waarom in het verleden kribben zijn aangelegd;
- waarom die kribben in het kader van het programma Ruimte voor de
Rivier zijn verlaagd.
Slide 20 - Open vraag
Gebruik uit het kaartenkatern de kaart Ruimte voor de Rivier. Niet alle betrokken partijen staan positief tegenover de maatregelen die in het kader van het programma Ruimte voor de Rivier zijn genomen. Geef aan:
- waarom boeren vaak de voorkeur geven aan dijkverzwaringen in plaats van aan uiterwaardvergraving;
- waarom een vereniging als Natuurmonumenten vaak juist de voorkeur geeft aan uiterwaardvergraving in plaats van aan dijkverzwaringen.
- waarom boeren vaak de voorkeur geven aan dijkverzwaringen in plaats van aan uiterwaardvergraving;
- waarom een vereniging als Natuurmonumenten vaak juist de voorkeur geeft aan uiterwaardvergraving in plaats van aan dijkverzwaringen.
Slide 21 - Open vraag
Sleep de organisatie en het schaalniveau naar de juiste omschrijving
Deze instantie heeft in 2008 aanbevelingen gedaan over de waterveiligheid in Nederland tot 2100.
Deze instantie is verantwoordelijk voor het beheer van de hoofdwatersystemen in Nederland.
Deze instantie is verantwoordelijk voor de waterhuishouding in een regio.
Rijkswaterstaat
Tweede Deltacommissie
Waterschap
Nationaal
Nationaal
Regionaal
Slide 22 - Sleepvraag
Gebruik de bron. Bij langdurige, zware noordwesterstormen stijgt de waterstand in het Haringvliet, de Grevelingen en het Volkerak.
Leg dit uit.
Je uitleg moet een oorzaak-gevolgrelatie bevatten.
Leg dit uit.
Je uitleg moet een oorzaak-gevolgrelatie bevatten.
Slide 23 - Open vraag
Gebruik de bron. In de Zuidwestelijke Delta zijn in het kader van
integraal watermanagement verschillende projecten noodzakelijk,
vooral langs de Westerschelde.
Geef aan waarom juist langs de Westerschelde veel projecten
noodzakelijk zijn.
integraal watermanagement verschillende projecten noodzakelijk,
vooral langs de Westerschelde.
Geef aan waarom juist langs de Westerschelde veel projecten
noodzakelijk zijn.
Slide 24 - Open vraag
Gebruik de bronnen. De Zuidwestelijke Delta heeft een hogere overstromingskans dan het dijkringgebied waarin de Randstad ligt. Stelling: het verschil in overstromingskans tussen de Zuidwestelijke Delta en het dijkringgebied waarin de Randstad ligt, is terecht.
Geef
- de overstromingskans voor zowel de Zuidwestelijke Delta, als de
overstromingskans van het dijkringgebied waarin de Randstad ligt;
- een argument vóór de stelling;
- een argument tegen de stelling.
Geef
- de overstromingskans voor zowel de Zuidwestelijke Delta, als de
overstromingskans van het dijkringgebied waarin de Randstad ligt;
- een argument vóór de stelling;
- een argument tegen de stelling.
