herhalen les 2

• Biologie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Welkom allemaal!

We gaan husselen

Pak alvast je boek,

schrift en etui

Wat gaan we doen?

Herhalen pg 3 en 4

Aan de slag!

Lesdoel:

Je kan benoemen wat

je moet weten van pg 

3 en 4

Herhaling pg 3

Bloed bestaat uit:

-bloedplasma: vloeistof met opgeloste stoffen (glucose bijv. uit    verteringsstelsel of afvalstoffen voor uitscheidingsstelsel)

-witte bloedcellen: bestrijden ziekteverwekkers

-rode bloedcellen: vervoeren zuurstof voor verbranding aan            ijzer in hemoglobine

Herhaling pg 3

Rechts is links en links

is rechts!!!

-afgescheiden linker-

en rechterkant van het

hart door harttussenwand

-twee kleine holtes: boezems

-twee grote holtes: kamers

-kleppen zorgen ervoor dat bloed

  niet terug kan stromen

Herhaling pg 3

Hartslag heeft drie fases:

-boezems trekken samen (hartkleppen open, slagaderkleppen      dicht) -> bloed stroomt uit de boezems naar de kamers

-kamers trekken samen (hartkleppen dicht, slagaderkleppen          open) -> bloed stroomt de longslagader en aorta in

-hartpauze (hartkleppen open, slagaderkleppen dicht) -> bloed    stroomt vanuit de longader en holle ader de boezems in

Herhaling pg 3

Deze drie fases zie je ook in

de geleiding van het hart

-boezems trekken samen: 2

-kamers trekken samen: 5

-hartpauze: 1

-impulsen gaan eerst naar de hartpunt (4), zodat de kamers van onderen samentrekken en daardoor volledig kunnen legen in de slagaders

Herhaling pg 3

De elektrische geleiding van 

het hart is zichtbaar op een 

ecg of elektrocardiogram:

-P: samentrekken van de boezems

-QRS: samentrekken kamers

-T: hartpauze

Hoeveel van deze figuurtjes je in een 

minuut ziet is hoe snel het hart klopt

Herhaling pg 3

-hoe meer je je inspant

-hoe meer energie nodig

-hoe meer stoffen naar de goede plek moeten (glucose en              zuurstof naar de cellen en koolstofdioxide en water naar de          longen en nieren) -> verbranding!

-hoe sneller je bloed rond moet, 

-hoe hoger de hartslagfrequentie (hartslagen per minuut)

Herhaling pg 4

Bloed stroomt rond door drie soorten bloedvaten:

Soort bloedvat	Dikte	Richting	Snelheid en druk	Kleppen	Uitwisseling stoffen
Slagader	Dik	Naar orgaan	Snel, hoge druk	Nee	Nee
Haarvat	Heel dun	In orgaan	Langzaam, lage druk	Nee	Ja
Ader	Slap	Naar hart	Langzaam, lage druk	Ja	Nee

Herhaling pg 4

Speciale bloedvaten:

-aorta: grootste slagader (komt uit linkerkamer)

-holle ader: grootste ader (loopt naar rechterboezem)

-kransslagader: aftakking van de aorta die bloed aan het hart        levert met glucose en zuurstof

-kransader: bloedvaten die afvalstoffen van het hart meenemen

  naar de holle ader

Herhaling pg 4

-Slagaders heten vaak naar

  het orgaan waar ze heengaan:

  darmslagader naar darm etc.

-Aders heten vaak naar het 

  orgaan waar ze weggaan:

  darmader gaat weg bij darm

-Let op: poortader!

Herhaling pg 4

-kleine bloedsomloop: rechterkamer-longslagader-

  -haarvaten van longen-longader-linkerboezem 

  (doel: afvalstoffen afleveren in de longen en 

  zuurstof opnemen (gaswisseling!))

-grote bloedsomloop: linkerkamer-aorta-

  (orgaan)slagader-haarvaten van orgaan-

  (orgaan)ader-holle ader-rechterboezem

  (doel: glucose en zuurstof afgeven en 

  afvalstoffen opnemen)

Herhaling pg 4

-Bloeddruk is met hoeveel kracht het bloed tegen de wand van      de bloedvaten aandrukt, dit is niet elk moment gelijk:

-Bovendruk: hoogste druk,

  kamers zijn samengetrokken

-Onderdruk: laagste druk,

  wanneer de hartpauze is

-gemeten is slagader van bovenarm

Herhaling pg 4

-Bij rust: hartslagfrequentie 70 per 

  minuut, vertering en uitscheiding 

  veel bloed

-Bij inspanning: hartslagfrequentie 

  tot meer dan 200, bijna al het bloed

  naar de spieren

-Per slag 70 mL bloed uit kamer

-hart krijgt in verhouding altijd 

  evenveel bloed

Aan de slag!

Samenvatten:

pg 1 en 2: 1 t/m 8

pg 3 en 4: 9 t/m 17

Klaar; test jezelf:

pg 1 en 2: 1 t/m 8

pg 3 en 4: 9 t/m 15