In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Onderdelen in deze les
Oefening mitose en meiose
Slide 1 - Tekstslide
Meiose
Meiose
Mitose
Mitose of Meiose?
Slide 2 - Sleepvraag
Mitose
Meiose
Slide 3 - Sleepvraag
Zet de stappen van mitose in de juiste volgorde.
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Stap 5
Slide 4 - Sleepvraag
Zet de zinnen in de juiste volgorde van de mitose gebeurtenissen.
Er ontstaan nieuwe kernmembranen.
De chromatiden worden uit elkaar getrokken.
De kernmembraan verdwijnt en chromosomen liggen los in de cel.
De cel groeit uit tot het oorspronkelijke formaat.
DNA wordt verdubbeld.
De chromosomen spiraliseren.
De chromosomen gaan in het midden van de cel liggen.
Slide 5 - Sleepvraag
Nummer de onderstaande afbeeldingen in de juiste volgorde.
1
2
3
4
5
Slide 6 - Sleepvraag
Met welke fase komt de afbeelding hiernaast overeen? Gebruik de rechter afbeelding om te vergelijken.
A
Fase 2
B
Fase 3
C
Fase 4
D
Fase 5
Slide 7 - Quizvraag
Een cel ondergaat 2 keer mitose. Hierbij ontstaan 4 dochtercellen. Hoeveel van deze cellen hebben hetzelfde DNA als de oorspronkelijke cel?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 8 - Quizvraag
De menselijk cel bevat 46 chromosomen. Hoeveel chromatiden bevat een menselijke cel maximaal tijdens de mitose?
A
23
B
46
C
92
Slide 9 - Quizvraag
De afbeelding hiernaast stelt een stadium voor van de meiose van een cel van een diploïd organisme. Leg uit of dit stadium van meiose I of van de meiose II is.
Slide 10 - Open vraag
Hiernaast staat een diagram dat de hoeveelheid DNA per cel aangeeft voor, tijdens en na delingen. Met nummers zijn verschillende tijdvakken aangegeven. Tijdens welk tijdvak of welke tijdvakken vindt de DNA-replicatie plaats?
A
1 en 2
B
2
C
3 en 5
D
3
Slide 11 - Quizvraag
In de afbeelding wordt de vorming van een eicel bij een dier schematisch weergegeven. De 6 delingsproducten zijn genummerd. Welk(e) van de genummerde delingsproducten is (zijn) haploïd?
A
1 en 2
B
3, 4 en 5
C
3, 4, 5 en 6
D
allemaal
Slide 12 - Quizvraag
Wat wordt bedoeld met: een cel is 2n?
A
De cel heeft chromosomen met twee chromatiden
B
De cel heeft twee chromosomen
C
De cel heeft 'n' paren chromosomen
D
De cel heeft twee paar chromosomen
Slide 13 - Quizvraag
In de afbeelding zijn delende cellen van een diploïd individu schematisch weergegeven. Voor dit individu geldt: 2n = 6. Welk delingsproces kan zijn weergegeven in figuur 1? En welk in figuur 2?
A
figuur 1: alleen meiose I
figuur 2: alleen meiose II
B
figuur 1: alleen meiose I
figuur 2: alleen mitose
C
figuur 1: alleen meiose I
figuur 2: meiose 1 en mitose
D
figuur 1: meiose I en mitose
figuur 2: alleen meiose II