Ma 3 juni Zinsdelen

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

In welke volgorde moet je zinsdelen benoemen?
A
ow - pv - zinsdelen - gez - lv
B
pv - gez - zinsdelen - ow - lv
C
zinsdelen - ow - pv - gez - lv
D
pv - zinsdelen - gez - ow - lv

Slide 4 - Quizvraag

Hoeveel zinsdelen heeft deze zin?

Op straat spelen een paar jongens met een bal.
A
3 zinsdelen
B
9 zinsdelen
C
5 zinsdelen
D
4 zinsdelen

Slide 5 - Quizvraag

Hoeveel zinsdelen heeft deze zin?

Op straat spelen een paar jongens vrolijk met een bal.
A
3 zinsdelen
B
9 zinsdelen
C
5 zinsdelen
D
4 zinsdelen

Slide 6 - Quizvraag

Wat is waar?

Tijdens het schoolfeest draaide een bekende dj fantastische muziek.
Deze zin bestaat uit ...
A
2 zinsdelen
B
3 zinsdelen
C
4 zinsdelen
D
5 zinsdelen

Slide 7 - Quizvraag

Hoeveel zinsdelen heeft deze zin precies?
A
4. Hoeveel / zinsdelen / heeft / deze zin precies?
B
5. Hoeveel / zinsdelen / heeft / deze / zin precies?
C
5. Hoeveel / zinsdelen / heeft / deze zin / precies?
D
6. Hoeveel / zinsdelen / heeft / deze / zin / precies?

Slide 8 - Quizvraag

Ontleden in zinsdelen betekent...
A
zinsdelen zoeken
B
werkwoorden zoeken
C
kernzinnen zoeken
D
deelonderwerpen zoeken

Slide 9 - Quizvraag

Hoeveel zinsdelen heeft deze zin precies?

Persoonsvorm =
A
deze
B
hoeveel
C
heeft
D
zinsdelen

Slide 10 - Quizvraag

Hoeveel zinsdelen en hoeveel woorden heeft de volgende zin?
We beleven samen bijzondere tijden.
A
3 zinsdelen en 5 woorden
B
4 zinsdelen en 5 woorden
C
5 zinsdelen en 5 woorden
D
6 zinsdelen en 6 woorden

Slide 11 - Quizvraag

8. Wat is waar?
A
De PV bepaalt uit hoeveel zinsdelen de basiszin bestaat
B
Een basiszin heeft altijd 2 zinsdelen
C
een basiszin heeft altijd 3 zinsdelen

Slide 12 - Quizvraag

PV
WWG
OND
LV
Iedereen
ruimde
zijn kamer
op.

Slide 13 - Sleepvraag

PV
OND
LV
WWG

Hij
haalde
de bestelling
af. 

Slide 14 - Sleepvraag

PV
OND
LV
WWG

Ik
nam
mijn telefoon 
op. 

Slide 15 - Sleepvraag

PV
OND
LV
WWG

Het weer
viel
gisteren
mee.

Slide 16 - Sleepvraag

Vallen | volgende week  | de lessen Nederlands | uit?
wwg
ond
lv
wwg

Slide 17 - Sleepvraag

De resceptioniste   |  heeft  |   gistermiddag  | 

 het antwoordapparaat  |  ingeschakeld. 
wwg
ond
lv
wwg

Slide 18 - Sleepvraag

Dinsdagmiddag  |  moeten  |  de leerlingen  | 
 
hun boeken  |  inleveren.  
wwg
ond
lv
wwg

Slide 19 - Sleepvraag

WWG
OND
LV
de leerlingen
hun werkstuk
Maken
af ?

Slide 20 - Sleepvraag

WWG
OND
LV
je broer
pizza
Komt
eten ?

Slide 21 - Sleepvraag

WWG
OND
LV
bereiden
het proefwerk
De tweedeklassers
voor.

Slide 22 - Sleepvraag

Zet de zin in zinsdelen
Deze
klas
heeft
vandaag
Nederlandse
les
via
Lesson up
gekregen.

Slide 23 - Sleepvraag

1
2
3
4
5
persoonsvorm
zinsdelen verdelen
gezegde
onderwerp
lijdend voorwerp

Slide 24 - Sleepvraag

Benoem de zinsdelen
PV =
Gz = 
OW = 
LV = 
Overig
Waarom
doen
jullie
je werk
niet?

Slide 25 - Sleepvraag

1
2
3
4
5
persoonsvorm
zinsdelen verdelen
gezegde
onderwerp
lijdend voorwerp

Slide 26 - Sleepvraag

Sleep de zinsdelen naar de juiste plek. Let op... soms staan er twee zinsdelen in één vak.
wwg
ond
overig
Maureen
belt
haar beste vriendin.

Slide 27 - Sleepvraag

Sleep de zinsdelen naar de juiste plek. Let op... soms staan er twee zinsdelen in één vak.
wwg
ond
overig
Hij
had
de moed
al
opgegeven.

Slide 28 - Sleepvraag

Sleep de zinsdelen naar de juiste plek. Let op... soms staan er twee zinsdelen in één vak.
wwg
ond
overig
Voor zijn verjaardag
vraagt
mijn broer
een vishengel.

Slide 29 - Sleepvraag

Sleep de zinsdelen naar de juiste plek. Let op... soms staan er twee zinsdelen in één vak.
wwg
ond
overig
De oude hond
woonde
al jaren
in het asiel.

Slide 30 - Sleepvraag

Sleep de zinsdelen naar de juiste plek. Let op... soms staan er twee zinsdelen in één vak.
wwg
ond
overig
Mijn oom
gaat
naar het ziekenhuis.

Slide 31 - Sleepvraag

Huiswerk voor di 4 juni
Maken opdr. 1 t/m 7


Leren de zinsdelen: PV -WWG- OND - LV
Bladzijde 214
Grammatica blok 5


Slide 32 - Tekstslide