Transgressie: Periode waarin de invloed van de zee toeneemt.
Regressie: Periode waarin de invloed van de zee afneemt.
Jonge klei: Zeeklei die is afgezet in gebieden die sinds ongeveer het jaar 500 v. Chr. door de zee zijn overstroomd.
Getij: De dagelijkse beweging van opkomend water (vloed) en afgaand water (eb).
Slib: Afzetting op de bodem van in water aanwezige vaste deeltjes.
Kwelder: Een begroeid stuk land dat direct aan zee grenst en alleen bij hoge vloed overstroomt.
Terpen: Kunstmatige heuvel die door de bewoners zelf is opgeworpen met grond en afval.
Polder: Gebied waar de waterstand kunstmatig wordt beheerd.
Zeekleipolder: Polder die is ontstaan door het bedijken van een kwelder.
Verkaveling: De manier waarop land in stukken is verdeeld.
Kwelderwerken: Menselijke ingrepen in kwelders om landaangroei te stimuleren.
Sedimentatie: Afzetting van materiaal dat is meegenomen door water, wind en ijs.