SE 3 bespreken en schrijfopdracht evalueren

Aanwijzingen mondelingen + schrijfopdracht
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Aanwijzingen mondelingen + schrijfopdracht

Slide 1 - Tekstslide

Leesboeken van school inleveren! 
Leesboeken van school inleveren!! 

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Ik weet wat er (niet) goed is gegaan tijdens het schoolexamen. 
  • Ik noteer enkele tips die belangrijk zijn voor examen Nederlands.
  • Ik weet en noteer mijn sterktes en zwaktes bij het maken van een schrijfopdracht. 

Slide 3 - Tekstslide

Opvallende zaken SE 3 
Vraag 3 Citeren
Neem de gehele zin over  EN gebruik aanhalingstekens. 
"Wat zijn eigenlijk de motieven van de programmamakers en de presentatoren om deze programma's te maken?"
OF
Neem de eerste twee en laatste twee woorden over met puntjes EN aanhalingstekens.
"Wat zijn ... te maken?"

Slide 4 - Tekstslide

Opvallende zaken SE 3 
Vraag 9: hoofdgedachte

  • Hoofdgedachte geeft antwoord op de vraag: wat wil de schrijver mij als lezer vertellen over het onderwerp? 
  • Hoofdgedachte is meestal een zin uit de inleiding of het slot van de tekst.

Slide 5 - Tekstslide

Opvallende zaken SE 3 
Vraag 10: citeer zin of zinsgedeelte

In alinea 9 en 10 blijkt dat meedoen aan een praatprogramma voor een deelnemer soms anders verloopt dan hij of zij verwacht. Dat andere verloop is vaak te wijten aan de manier waarop de deelnemers zich voor de uitzending gedragen. Citeer een zin of het zinsgedeelte uit alinea 9 en 10 waaruit je dat kunt afleiden. 

  • Lees de vraag heel goed door en denk aan de regels voor citeren. 
  • Staat er zinsgedeelte? Neem alleen de woorden over die het antwoord geven op de vraag: 'hun ondergeschikte houding in de fase voor de uitzending.'

Slide 6 - Tekstslide

Opvallende zaken SE 3 
Vraag 17: voorbeelden noemen

'Maar de horeca ligt dwars.' (uit alinea 9)
Noem twee voorbeelden uit de tekst waaruit blijkt dat de horeca niet erg meewerkt bij het zoeken naar een oplossing.
  • Ga niet citeren, dat wordt niet gevraagd. 
  • Geef niet meer dan het aantal gevraagde voorbeelden. Bij meer antwoorden wordt alleen de eerste nagekeken. 
  • Zorg ervoor dat je antwoord geeft op de vraag, de examinator moet niet zelf afleiden dat jouw antwoord in de buurt staat van het ideale antwoord in de tekst. 'Dat de politie vergeefs protesteerde tegen verruiming van de sluitingstijden' is dus fout, er staat niets in over de horeca. Het heeft er wel mee te maken, maar dat staat niet in dit antwoord. 

Slide 7 - Tekstslide

Opvallende zaken SE 3 
Vraag 24: letterlijk informatie uit de tekst halen

Kun je uit de afbeelding en de informatie opmaken wanneer de griep in Nederland het meeste voorkomt? 
  • Er staat nergens letterlijk wanneer het voorkomt. 
  • Plaatje gaat over de herfst = periode dat griepPRIK wordt gezet, niet dat de griep in Nederland voorkomt. 

Slide 8 - Tekstslide

Opvallende zaken SE 3 
Vraag 31: samenvatten met kernzinnen

Zorg voor een samenvatting van tekst 7 met behulp van hoofdgedachtezinnen. 

  • Tekst heeft 9 alinea's = 9 zinnen, want iedere alinea heeft 1 hoofdgedachtezin.
  • Meer dan 9 zinnen? Dan wordt het aantal foute van het aantal goede antwoorden afgehaald. 
  • 9 goed = 6 pt
  • 8 goed = 5 pt
  • 7 goed = 4 pt
  • 5-6 goed = 3 pt
  • 3-4 goed = 2 pt
  • 2 goed = 1 pt
  • 0-1 goed = 0 pt

Slide 9 - Tekstslide

Woordenlijst examen
  • Lesboek pag. 192 - 195
  • Woorden die veel voorkomen tijdens het examen. 
  • Zorg ervoor dat je weet wat ze allemaal betekenen. 
  • Begrijpen = juiste antwoorden kunnen geven. 

Slide 10 - Tekstslide

Woordenboek
  • Tijdens het examen mag je een Nederlands woordenboek gebruiken. 
  • Neem het mee tijdens je examen! 
  • Gebruik hem niet te vaak, kost je tijd. 
  • Alleen gebruiken als je echt vastloopt op begrip van de tekst of de vraag. 

Slide 11 - Tekstslide

Schrijfopdracht evalueren
Vergelijk je e-mail met de e-mail op pag. 206 in je lesboek.
Schrijf 3 tips en 3 tops voor jezelf voor de schrijfopdracht tijdens het examen. 
timer
20:00

Slide 12 - Tekstslide

Bingo = hele kaart afgekruist

Slide 13 - Tekstslide

Huiswerk 12 april
Lezen: examenvragen beantwoorden
Maak opdracht 1 t/m 6. 

Slide 14 - Tekstslide

Succes met je mondeling voorbereiden
Mondeling ingepland? Eigen verantwoordelijkheid!!!

Slide 15 - Tekstslide