Examen Schrijven 3F: de puntjes op de 'i'

Nederlands


Last minute tips per beoordelingscriterium
voor het examen
Schrijven 3F
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Nederlands


Last minute tips per beoordelingscriterium
voor het examen
Schrijven 3F

Slide 1 - Tekstslide

Beoordeling van het examen schrijven
  • Is de tekst leesbaar en volgens de opdracht uitgewerkt? Daarnaast: Minimaal 80 procent van de gevraagde inhoud geleverd?
  • Samenhang
  • Afstemming op doel
  • Afstemming op publiek
  • Woordenschat en woordgebruik
  • Spelling, interpunctie en grammatica
  • Leesbaarheid

Slide 2 - Tekstslide

Beoordeling
Aspecten:
  • Samenhang
  • Afstemming op doel
  • Afstemming op publiek
  • Woordenschat en woordgebruik
  • Spelling, interpunctie en grammatica
  • Leesbaarheid

Slide 3 - Tekstslide

Samenhang binnen teksten

  • De tekst is verdeeld in een inleiding, middenstuk en slot.
  • De tekst is logisch te volgen (je springt niet van de hak op de tak).
  • Het verband tussen de verschillende zinnen en alinea's is duidelijk door:
       - Passende voegwoorden (omdat, hoewel, desondanks, toch, maar, ...)
       - Correcte verwijswoorden (het meisje met wie... / zij, haar, dat)

Slide 4 - Tekstslide

Goed voorbeeld van samenhang
"Ik denk dat ik de juiste persoon ben voor dit project, omdat ik ook goed met mensen van alle leeftijden om kan gaan en graag dieren en mensen help. Ook spreek ik goed Nederlands en Engels. Verder vind ik het altijd leuk om over nieuwe culturen te leren en te zien hoe mensen in andere landen dagelijks leven."


"Ik wil mijn betoog eindigen met..."

Slide 5 - Tekstslide

Verbeter het foute verwijswoord:

"Naar aanleiding van een artikel wat ik heb gelezen."

Slide 6 - Open vraag

Verbeter het foute verwijswoord:

"Ik verwacht een gezellig team die veel dieren hebben geholpen."

Slide 7 - Open vraag

 Doel
Je kunt in je tekst verschillende doelen combineren, zoals informeren, overtuigen en activeren:

  • Het doel van de brief is de lezer activeren om naar de vergadering te komen.
  • Je informeert de lezer over de inhoud (agenda) van de vergadering.
  • Jouw doel is dat mensen agendapunten aandragen en dat ze laten weten of ze wel of niet naar de vergadering komen.

Slide 8 - Tekstslide

Publiek
Aanspreekvorm
  • Bij onbekenden: spreek consequent aan met 'u' en 'uw' (wees consequent!)
  • Begin brieven met 'Geachte heer / mevrouw,' of verzin een naam.

Kies een passende toon en stijl.

Slide 9 - Tekstslide

Woordgebruik en woordenschat
  • Je gebruikt woorden in de goede betekenis
  • Je gebruikt de juiste lidwoorden (de / het) bij woorden
  • Je gebruikt de goede voorzetsels in je zinnen
  • Je wisselt af in je woordkeuze

Tips:
  • Gebruik alleen woorden waar je de betekenis van kent!
  • Maak gebruik van de woorden die in de examenopdracht staan.

Slide 10 - Tekstslide

Welk woord klopt hier niet?

"Nu ben ik heel erg geïnteresseerd naar een stageplek."

Slide 11 - Open vraag

Spelling
Tips:
  1. Let op het gebruik van hoofdletters aan het begin van een zin, bij namen, bij plaatsen en talen. 

  2. In het Nederlands schrijf je samenstellingen aan elkaar.

  3. Controleer in je tekst alle werkwoorden die eindigen op een 't' of een 'd':
    Vervang deze werkwoorden eventueel door 'smurfen' of 'lopen', zodat je goed kunt horen op welke letter het werkwoord moet eindigen.

Slide 12 - Tekstslide

Goed gespeld
Fout gespeld
vrijwilligerswerk
vrijwilligers werk
mee loop dagen
meeloopdagen
zwerf dieren
zwerfdieren
email
e-mail
opzoek
op zoek
bij deze....
Bij dezen...
ookal
ook al

Slide 13 - Sleepvraag

Interpunctie
Tips:
  1. Controleer of je zinnen met een punt, vraagteken of uitroepteken eindigen.

  2. Vermijd schuine strepen. Gebruik liever 'en' of 'of':
    Elke klant is anders en heeft weer andere hulp / aandacht nodig.

  3. Zet een komma tussen twee persoonsvormen:
    Toen ik bij mijn stagebedrijf begon, kreeg ik vanaf de eerste dag veel leerzame opdrachten.





Slide 14 - Tekstslide

Grammatica
Tips:
  1. Lees je zinnen goed na en probeer te 'horen' of de zin klopt.
    Als je het idee hebt dat het raar klinkt, moet je de zin misschien anders formuleren.
    ***Mijn schooljaar zit er bijna op en er komen een zomervakantie met 8 weken.

  2. Iedere zin bevat minimaal één werkwoord: de persoonsvorm:
    ***Bijgevoegd ook mijn CV.   >>> dit is geen complete zin.

  3. Een zin eindigt waar je een pauze hoort als je de zin zou oplezen.
    ***In mijn vrije tijd werk ik veel, dit doe ik bij Bas van der Ven Catering. >>> waar pauzeer je?






Slide 15 - Tekstslide

Leesbaarheid
  • Je tekst is verdeeld in alinea's.
  • Je gebruikt op de goede plaatsen witregels tussen de alinea's.
  • Als je een artikel of betoog schrijft, staat daar een titel boven.
  • Als je een zakelijke of e-mail brief schrijft, pas dan de briefconventies correct toe!

Slide 16 - Tekstslide

Welke dagtekening is goed opgeschreven?
A
01-02-2021, Bavel
B
1 februari 2021, Bavel
C
Bavel, 01-02-2021
D
Bavel, 1 februari 2021

Slide 17 - Quizvraag

Sleep de briefonderdelen in de juiste volgorde
1
2
3
4
5
6
7
8
Kelly Wagemakers
Wilhelminasingel 33
4817 JX Breda
Stichting Projecthulp Suriname
Postbus 28
3000 AX Amersfoort

Breda, 1 februari 2021
Geachte heer / mevrouw,
Betreft: stageplaats bij het project Dierenbescherming
Inhoud van de brief met:
- Inleiding
- Middenstuk
- Slot
Met vriendelijke groet,

Kelly Wagemakers
Bijlage: curriculum vitae

Slide 18 - Sleepvraag

Briefmodel

Slide 19 - Tekstslide

Succes!
Heel veel succes op het examen!!!

Slide 20 - Tekstslide