Geld

Omgaan met geld
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapISK

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Omgaan met geld

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel
Ik heb inzicht in mijn eigen financiën.  

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn inkomsten?
(woordweb) 
Inkomsten

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Welke inkomsten zijn er? 
(woordweb) 

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn uitgaven?

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Welk soort uitgaven ken je?

Slide 6 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Op een schaal van 1 tot 10..
Hoe belangrijk is geld voor jou?
0100

Slide 7 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Geld maakt gelukkig.
Eens
Oneens

Slide 8 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies


Hoeveel geld heb jij per maand
te besteden?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Geef jij weleens teveel geld uit?
A
Ja, zeker weten!
B
Nee.
C
Soms.
D
Geen idee, heb er niet echt zicht op...

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Tip: je kan ook antwoorden met een plaatje!
Waar geef jij het liefst je 
geld aan uit?

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies



Alles wat ik koop 
heb ik echt nodig!
A
ja
B
nee

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Wat past het meest bij jou?
A
Ik heb een bijbaan.
B
Ik doe wel eens klusjes voor geld.
C
Ik krijg alleen zakgeld of weekgeld.
D
Ik krijg geld van anderen.

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Ik neem (later) een bijbaan.
A
Jazeker!
B
Nee, zeker niet.
C
Ik weet het nog niet.
D
Ik heb al een bijbaan

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Ik heb liever een hoog uurloon 
dan leuk werk.
A
Ja.
B
Nee.

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor geldtype ben jij?
Superspaarder
Rekenmaster
Geld-chaoot
Big Spender!

Slide 18 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat is budgetteren?
A
Een begroting maken.
B
Een (financieel) plan maken.
C
Geld sparen.
D
Geld uitgeven.

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de afbeeldingen naar het bijbehorende begrip.
dagelijkse uitgaven
vaste lasten
incidentele uitgaven

Slide 23 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies


Benzine tanken hoort bij de...
A
huishoudelijke uitgaven.
B
incidentele uitgaven.
C
vaste lasten.
D
wekelijkse uitgaven.

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als je geld uitgeeft voor het abonnement van je telefoon zijn dat ...
A
dagelijkse uitgaven.
B
incidentele uitgaven.
C
vaste uitgaven.
D
vaste lasten.

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vaste lasten:
Lasten die iedere maand hetzelfde zijn, o.a. huur of verzekeringen

Variabele lasten:
Lasten die per maand verschillen, bijv: boodschappen, energie. 

Incidentele lasten:
bijv. aanschaf nieuwe wasmachine

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noodzakelijke uitgaven, bijvoorbeeld:
- gas, water en licht
- voedsel en kleding
- verzekeringen
- huur, hypotheek


Niet-noodzakelijke uitgaven, bijvoorbeeld:
- concerten, restaurant
- merkschoenen
- tijdschriften
- apps, Netflix

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies







inkomsten                                                         uitgaven
Inkomsten
Uitgaven
Loon
200
Zorgverzekering
135
Zorgtoeslag
104
Telefoonabonnement
30
Stagevergoeding
60
Kleding
100
Uitgaan
65
Totaal
364
330

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sparen
Geld sparen = geld apart zetten voor later
Sparen kan via een spaarrekening.                                   
                                             
Waarom sparen?
  • Onverwachte uitgave
  • Doel: iets willen doen of kopen, maar er nog niet genoeg geld voor hebben. Sparen voor de toekomst.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spaar jij?
Nee, ik geef iedere maand (bijna) alles uit.
Ik spaar een deel, de rest geef ik uit.
Ik spaar bijna alles, ik koop eigenlijk heel weinig.

Slide 30 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Waarvoor zou jij willen sparen?
Of waar ben je nu al voor aan het sparen?

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel denk je dat het kost om te studeren én om op jezelf te wonen per maand?

Slide 32 - Open vraag

Je kan ook al sparen voor de toekomst.
Straks wil je gaan studeren en misschien wel op kamers.

Slide 33 - Video

Deze slide heeft geen instructies


Het leven is duur en uitdagend. Schulden zijn zó gemaakt.
Heb jij wel eens geld geleend ?   
A
Ik heb nog nooit geld geleend.
B
Ik leen wel eens geld van mijn familie.
C
Ik leen wel eens geld van een vriend of vriendin.
D
Ik heb wel eens geld geleend bij een instantie.

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies



Sparen duurt te lang. Je kunt beter lenen en afbetalen. Dan kun je meteen kopen wat je wilt hebben.
A
Eens
B
Oneens

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je geleerd van deze les?

Slide 36 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies