ET3 OBIT

• Maatschappijwetenschappen
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

VANDAAG:

1. Veelgemaakte fouten (klassikaal) - 10 min

2. Toetsen inzien - 3 tallen - OBIT invullen.

Toetsinzage: 

Wat had JIJ goed/wat kan beter?

Wat kan JIJ de komende tijd het best doen?

Toets bekijken

1. bekijk vraag en max. punten. Alle punten gehaald? =Klaar

2. Niet alle punten? Analyseer je fout (OBIT)

1

1. (2p) Maak een conceptueel model op basis van regel 1-6 van tekst 1.

Geef daarbij aan wat de afhankelijke en de onafhankelijke variabele is.

Suikertaks → aankoop suikerhoudende frisdranken (1p)

 ↓                                                                                   ↓

Onafh. Variabele                     Afhankelijke variabele (1p)

3.

Meetinstrumenten & kenmerken

4.

Betrouwbaarheid = onafhankelijk van toeval en vrij van willekeurige meetfouten. Een goede manier om dit te doen is door een grote steekproef die aselect samengesteld is.

Correlatie - causaliteit

Indicator

Hypothese

Wat kon beter?

Repressie/preventie

Sociale ongelijkheid

Rationalisering

Sociale ongelijkheid

• Een situatie waarin verschillen tussen mensen (in al dan niet aangeboren kenmerken)
• consequenties hebben voor hun maatschappelijke positie
• / leiden tot een ongelijke verdeling van schaarse/hooggewaardeerde zaken, van waardering en behandeling.

Rationalisering

• Het proces van ordenen en systematiseren van de werkelijkheid MET ALS DOEL:
• Om haar voorspelbaar/beheersbaar te maken
• om middelen in te zetten om zo efficient en effectief mogelijk je doelen te behalen.

2a

1. Onthouden
2. Begrijpen
3. Integreren
4. Toepassen

2a Over welke andere soort sociale ongelijkheid gaat het in dit onderzoek? Licht je antwoord toe.

2b

1. Onthouden
2. Begrijpen
3. Integreren
4. Toepassen

Wat is de samenhang tussen soc. en maatsch. problemen aan de ene kant en inkomensongelijkheid aan de andere kant volgens figuur 1?

2d - mondeling

1. Onthouden
2. Begrijpen
3. Integreren
4. Toepassen

2e

1. Onthouden
2. Begrijpen
3. Integreren
4. Toepassen

Leg aan de hand van figuur 1 uit of deze bewering klopt. Gebruik een gegeven & een passende indicator.

Wat kan je doen?

O - stampen, leren, herhalen, voorbeelden bedenken, spaced learning. *Kennisschema concepten

B - opzoeken, lezen & navertellen, voorbeelden bedenken

I - verbanden leggen (oorzaak gevolg, verband tussen concepten)

T - volgt uit O t/m I, oefenen, krant lezen & toepassen op MAW

2f

1. Onthouden
2. Begrijpen
3. Integreren
4. Toepassen

2g

1. Onthouden
2. Begrijpen
3. Integreren
4. Toepassen

2i

1. Onthouden
2. Begrijpen
3. Integreren
4. Toepassen

2h

1. Onthouden
2. Begrijpen
3. Integreren
4. Toepassen