Economie PO

• Economie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 6

Economie les 20 januari

We gaan een examenopgave oefenen over het Concept Markt, maar eerst gaan we de benodigde begrippen herhalen

Wat betekent het begrip
concessieperiode?

Nog een paar belangrijke begrippen

- Variabele kosten

- wettelijk monopolie

-overmacht

-principaal-agentprobleem

-kenmerken van een monopolie

Wat viel je op aan het figuur van de examenopdracht

Nu aan de slag met de opgaves

Als je vragen hebt of er niet uitkomt, schroom niet en vraag ons om hulp!

Let op: als er bij een vraag meerdere punten worden gegeven, moet je antwoord ook uit meerdere delen bestaan.

Opgave 6 bespreken

Hoeveel euro zijn de variabele kosten per kilometer lager bij een E-bus dan een D-bus?

Antwoord opgave 6

€ 500.000 - € 340.000/€400.000 = € 0.40 per kilometer

OF

je leest twee punten af in het figuur:

Diesel: bij 200.00 kilometers zijn de variabele kosten € 160.000

dus de v-kosten per kilometer (16/20)= € 0,80

Elektrisch: bij 500.000 kilometers zijn de variabele kosten € 200.000 

dus de v-kosten per kilometer (20/50)= € 0,40

Elektrisch is dus € 0,80 - € 0,40 = € 0,40 lager dan Diesel

Opgave 7 bespreken

Hoelang moet de concessieperiode minimaal zijn voordat elektrische bussen goedkoper zijn als dieselbussen?

Antwoord opgave 7

Constateer uit de gegevens dat: 

- er moet binnen de concessieperiode minimaal 400.000 kilometer worden gereden (zie snijpunt)

- in jaar wordt er 60.000 kilometer gereden

dus: 400.000/60.000 = 6,67 jaar

Opgave 8 bespreken

Leg de volgende bewering uit: 'ondanks de extra uitgaven aan subsidies voor de gemeente kan er per saldo een maatschappelijk voordeel ontstaan'

Antwoord opgave 8

Deel I van het antwoord (1p)

- Elektrische bussen veroorzaken minder negatieve externe effecten (uitlaatgassen, geluidshinder) dan dieselbussen

Deel II van het antwoord (1p)

Als de daling van de maatschappelijke kosten groter is dan de subsidie kan er per saldo een maatschappelijk voordeel ontstaan

Opgave 9a bespreken

Leg uit dat er een principaal-agentprobleem tussen de gemeente en busonderneming kan optreden.

Antwoord opgave 9a 

-De gemeente (principaal) en de busonderneming (agent) hebben allebei verschillende doelstellingen, de busonderneming zal streven naar winst en de gemeente zal de belangen van de reizigers behartigen (1p). 

-De gemeente heeft beperkt zicht op de busonderneming, dus beschikt niet over dezelfde informatie. (informatie-asymmetrie) (1p)

Opgave 9b bespreken

Leg uit welke twee voorwaarden uit de overeenkomst dit probleem (wat was dat) kunnen verminderen.

Antwoord opgave 9b

-voorwaarde iv: De gemeente krijgt inzicht over vertragingen en reistijd. Dit kan dus door de busonderneming niet geheim worden gehouden. Ze zullen zich juist inzetten om dit te voorkomen. (1p)

-voorwaarde v: door een maximale prijs zal de busonderneming niet meer ten koste van de reiziger voor maximale winst gaan (1p)

Zijn er nog vragen?

Is alles duidelijk?