e6-Lezen H.3-Havo1

Wat moeten jullie straks kennen en kunnen?


Oftewel, wat is het doel van deze les?


Na deze les weet je wat de hoofdgedachte van een tekst is en kun je de inleiding en het slot herkennen.



Filmpje NN blz. 91


1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wat moeten jullie straks kennen en kunnen?


Oftewel, wat is het doel van deze les?


Na deze les weet je wat de hoofdgedachte van een tekst is en kun je de inleiding en het slot herkennen.



Filmpje NN blz. 91


Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Link

Wat gaan we doen?



Terugblik Wat weten we nog van










oriënterend lezen=

Je bekijkt de tekst en je leest de eerste alinea


Slide 3 - Tekstslide

Hoe vind je het onderwerp van een tekst?

kijk naar de titel

illustraties

tussenkopjes

anders gedrukte woorden( vet, cursief, GROOT, gekleurd)

Slide 4 - Tekstslide

Globaal lezen=
Je leest dan vooral de eerste en laatste zinnen van alle alinea's

Slide 5 - Tekstslide

Het eerste deel van een tekst is de inleiding. Hierin wordt duidelijk wat het onderwerp van de tekst is.


Vaak gebeurt dat met een voorbeeld, een grappig verhaaltje (anekdote),of een bijzondere situatie. 


De inleiding bevat een aandachtstrekker, die de lezer nieuwsgierig maakt naar de rest van de tekst.

Slide 6 - Tekstslide

Het laatste deel van een tekst is het slot. Daar vind je bijvoorbeeld een conclusie of een korte samenvatting.

Meestal wordt het belangrijkste uit de tekst hier kort herhaald.



Soms wordt in het slot ook naar de toekomst gekeken of wordt er aangehaakt bij de inleiding, zodat het verhaal mooi ‘rond’ is.

Slide 7 - Tekstslide

Bij nieuwsberichten ontbreekt vaak een slot
In deze berichten staat het belangrijkste altijd in het eerste deel van de tekst. Het tweede deel geeft extra informatie.
Waarom ontbreekt een slot?
Waarom staat het belangrijkste in het eerste deel van de tekst?

Bij informatieve teksten, zoals in naslagwerken en op internet, ontbreken inleiding en slot bijna altijd.

Slide 8 - Tekstslide

De hoofdgedachte van een tekst is één volledige zin, die samenvat wat in de tekst over het onderwerp gezegd wordt.

Bij het onderwerp ‘mobiele telefoon’

kan de hoofdgedachte zijn: In Nederland is steeds meer vraag naar tweedehands mobieltjes.

Bij het onderwerp ‘nieuwjaar’ kan de hoofdgedachte zijn: Wereldwijd bestaan er veel verschillende nieuwjaarstradities.

Slide 9 - Tekstslide

De hoofdgedachte staat meestal in de inleiding of in het slot. Soms vind je de hoofdgedachte daar letterlijk, soms moet je zelf een zin formuleren die antwoord geeft op de vraag: wat is het belangrijkste wat in de tekst over het onderwerp wordt gezegd?

Om te bepalen wat de hoofdgedachte van een tekst is, moet je de tekst precies lezen. Als je precies leest, lees je de tekst goed van de eerste zin tot en met de laatste zin.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Link

Even checken. Wie vertelt mij nog even wat we zojuist hebben gehoord?


Geen vingers, ik geef de beurt aan ..............................................

Slide 13 - Tekstslide

H1A-2021

Slide 14 - Tekstslide

                                       H1B-2021

Slide 15 - Tekstslide

Aan de slag

Slide 16 - Tekstslide

Voordat je begint met het maken van de opdrachten, lees je zelf nog eens de theorie op blz. 76 goed door.  
Ik zie dus nog niemand schrijven!

Theorie gelezen? 
Dan maken:
Startopdr.
opdr. 1 t/m 4
blz. 76 t/m 81

Slide 17 - Tekstslide

Opdracht: in 2 tallen=
 Bespreek met je klasgenoot wat er tijdens deze les is geleerd? Wat moet je onthouden? Hoe vertel je dit aan een leerling van een andere klas?

Opdracht: in 2 tallen=
 Bespreek met je klasgenoot wat er tijdens deze les is geleerd

Wat moet je onthouden, is belangrijk?
 
Hoe vertel je dit aan een leerling van een andere klas?

Wat was het doel van de les en is het doel bereikt?



Slide 18 - Tekstslide