PBFG09 - Les 4 - H45 (on)geslachtelijke voortplanting

PBFG09: Vergelijkende anatomie en fysiologie II

Les 4

Hoofdstuk 45.1 t/m 45.3

Niels Noordzij - n.noordzij@aeres.nl

Sander Harting - s.harting@aeres.nl


1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieHBOStudiejaar 1

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

PBFG09: Vergelijkende anatomie en fysiologie II

Les 4

Hoofdstuk 45.1 t/m 45.3

Niels Noordzij - n.noordzij@aeres.nl

Sander Harting - s.harting@aeres.nl


Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling vorige les

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een corticosteroïde-hormoon is:
A
Vetoplosbaar
B
Wateroplosbaar
C
Beiden
D
Geen van beide

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het regelcentrum van het endocriene systeem bestaat uit:
A
Hypothalamus & Hersenstam
B
Hypothalamus & Hypofyse
C
Hypofyse & Hersenstam
D
Hersenstam, Hypothalamus en Hypofyse

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe wordt een struma veroorzaakt?
A
Een te kleine hypothalamus
B
Een tekort aan Jodium
C
Een te grote hypofyse

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Inhoud van de les
Campbell Hoofdstuk 45, paragraaf 45.1, 45.2 en deels 45.3

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kernzin
De  manier van voortplanting van een diersoort is specifiek aangepast aan het leven van de soort.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
  • Je kunt onderscheid maken tussen geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting
  • Je kunt uitleggen hoe hermafroditisme een voordeel is voor soorten waarvoor het lastig is dat twee individuen elkaar ontmoeten
  • Je kunt verschillende vormen van bescherming van het embryo/broedzorg beschrijven
  • Je kunt aan de hand van figuren naam en functie geven van verschillende onderdelen van het mannelijk en vrouwelijk voortplantingsapparaat

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begrippenlijst

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Paragraaf 45.1
De dierenwereld kent zowel geslachtelijke als ongeslachtelijke voortplanting

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mechanismen van ongeslachtelijke voortplanting

Veel invertebraten planten zich ongeslachtelijk voort, bijvoorbeeld door:

  1. Splitsen
  2. Knopvorming ('budding')
  3. Fragmentatie en regeneratie
  4. Parthenogenese
Referentie
https://kidsbiology.com/wp-content/uploads/2017/12/bacteria_reproduction.jpg

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Parthenogenese

Vindt o.a. plaats bij komodovaranen en bijen (=bekend voorbeeld)

  • Maagdelijke voortplanting (parthenogenese)
  • Dar (mannetjes) ontstaan uit onbevruchte eicellen

       Door mitose maakt de dar nieuwe geslachtscellen

  • Werksters en koninginnen (vrouwtjes) ontstaan uit bevruchte eicellen

       Werksters: Steriel & Koninginnen: Fertiel


Referentie

http://www.brabant.nl/-/media/AE57C311DD1243AD8045EE4A1972F619.jpg

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Referentie:
http://www.geaflecht.nl/foto/artikelfoto_374.png
(on)geslachtelijke voortplanting?


Ongeslachtelijke voortplanting: Voortplanting waarbij slechts 1 ouder betrokken is


Geslachtelijke voortplanting: Voortplanting waarbij twee ouders/geslachtscellen betrokken zijn

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies







Aanname: vrouwtjes krijgen 2 nakomelingen per generatie.


Referentie
Plaatje uit Campbell ed. 9, figuur 46.3

Slide 16 - Tekstslide

Referentie:
Plaatje uit Campbell ed. 9, figuur 46.3
Waarom bestaat geslachtelijke voortplanting als ongeslachtelijke voortplanting zo makkelijk is?

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Voordelen?

Ongeslachtelijke voortplanting: Voordeel bij stabiele omstandigheden.

Geslachtelijke voortplanting: Voordeel bij onstabiele omstandigheden.

Want:

  • Recombinatie van genen
  • Toename variatie tussen organismen
  • Slechte genen verdwijnen uit populatie en soort kan zich steeds beter aanpassen

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Combineren van voortplantingsstrategieën

In Daphnia (watervlo):

  • Parthenogenese in gunstige omstandigheden
  • Geslachtelijke voortplanting bij onzekere omstandigheden
  • Afwisseling: +/- seizoensgebonden

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Complexe vormen

Meerdere soorten vissen, amfibieën en hagedissen planten enkel ongeslachtelijk voort d.m.v. een complexe vorm van parthenogenese

  • Chromosomen verdubbelen na meiose --> diploid nageslacht


Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Renhagedissen

Stammen af van een geslachtelijke soort --> inmiddels alleen nog "vrouwtjes"

"Vrouwtjes" vertonen nog steeds voortplantingsgedrag --> afhankelijk van waar zij zich in hun cyclus bevinden.

Slide 22 - Tekstslide

Referentie:
https://www.columbusmagazine.nl/images/user_images11/54763/1200x630/54763.jpg

Bonairiaanse renhagedis (Cnemidophrus  murinus ruthveni)
Referentie
Plaatje afkomstig uit Campbell ed. 9 hoofdstuk 46.4

Slide 23 - Tekstslide

Plaatje afkomstig uit Campbell ed. 9 hoofdstuk 46.4
Variatie in geslachtelijke voortplanting

Geslachtelijke voortplanting --> probleem voor organismen die zelden een voortplantingspartner tegenkomen

Mogelijke oplossing: Hermafroditisme --> individu heeft zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen

  • Elke twee individuen kunnen paren en eieren laten bevruchten
  • Sommige hermafrodieten --> zichzelf bevruchten

Slide 24 - Tekstslide

zeepokken, lintwormen, sommige tweekleppigen

Slide 25 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Referentie
Plaatje komt uit Campbell ed. 9, plaatje 46.8

Slide 26 - Tekstslide

Referentie:
Plaatje komt uit Campbell ed. 9, plaatje 46.8
Geslachtsverandering

Bijvoorbeeld: Koraalrifbewonende lipvis --> leeft in harem

Sterft het mannetje? Dan wordt het oudste (grootste) vrouwtje binnen een week zelf een functionerend mannetje


Oesters: Klein is mannetje, groot wordt vrouwtje

Slide 27 - Tekstslide

Referentie:
http://www.dive-the-world.com/images/gallery/pages/medium/95f1d62529-shutterstock-napoleon-wrasse-a-friend-of-divers-yolanda-reef-sharm-el-sheikh.jpg
http://blog.sciencescore.com/media/2013/02/Oysters.jpg

En de mens..?

Midden in de menstruatiecyclus van de vrouw: ovulatie

  • Gereguleerd door hormonen.
  • Hormonen staan onder invloed van omgevingsfactoren, zoals veranderingen daglichtlengte, temperatuursveranderingen door seizoenen, maancycli, regenperiodes (moesson)

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Paragraaf 45.2
Bevruchting is afhankelijk van het bij elkaar brengen van sperma en eieren van dezelfde soort

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bevruchting

Kan uitwendig of inwendig plaatsvinden.

  • Uitwendig: Vochtige omgeving is noodzakelijk ivm uitdroging van gameten + spermacellen moeten naar eicellen kunnen zwemmen
  • Paaien: Timing is cruciaal --> alle gameten gelijktijdig losgelaten, onder invloed van chemische signalen of omgevingsfactoren (maancyclus, daglichtlengte, temperatuur)

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Als paaien niet in de gehele populatie tegelijkertijd plaatsvindt, kunnen individuen voortplantingsgedrag gaan vertonen.

Voordelen van voortplantingsgedrag:

  • Partnerkeuze
  • Grotere bevruchtingskans


Evolutionair: Mannetje wil graag weten dat hij de vader is

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitwendige bevruchting
Referentie
Plaatje uit Campbell ed. 9, H46, plaatje nr 46.5

Slide 33 - Tekstslide

Plaatje uit Campbell ed. 9, H46, plaatje nr 46.5
Inwendige bevruchting

Sperma wordt in of vlakbij de vrouwelijke voortplantingsorganen gebracht. Bevruchting gebeurt inwendig.

  • Vereist: Coöperatief gedrag & passende geslachtsorganen


Feromonen kunnen vooral bij coöperatief gedrag een rol spelen.

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom produceren soorten met externe bevruchting meer gameten dan soorten met interne bevruchting?

Slide 35 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Het veiligstellen van het nageslacht

Iedere soort produceert meer nageslacht dan de omgeving aankan

  • Overlevingspercentages daarom soms ook niet zo groot

Veel vormen van bescherming:

  • Baarmoeders
  • Eischalen
  • Broedzorg

Slide 36 - Tekstslide

Referentie:
https://images.e-vision.nl/naturetoday/images/optimized/9777d3fd-3aab-4f40-9817-26858a8ef480.jpg&h=350&w=870&v=1486671088
Referentie
Plaatje uit Campbell ed. 9, plaatje 46.6

Slide 37 - Tekstslide

Referentie:
Plaatje uit Campbell ed. 9, plaatje 46.6
Gameetproductie & -overdracht

Gameten: geslachtscellen (eicellen & zaadcellen)

  • Nodig voor geslachtelijke voortplanting
  • Geproduceerd in speciale organen, de gonaden (klieren die geslachtscellen vormen)

--> Eenvoudige gonaden: gameten gevormd in ongedifferentieerd weefsel

--> Complexe gonaden: Groot aantal buisjes, kanaaltjes en klieren die de gameten en embryo's beschermen, vervoeren en voeden

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Insecten

De meeste insecten hebben gescheiden geslachten met complexe voortplantingsorganen

  • In veel insecten heeft het vrouwtje een spermatheca waar ze tijdens de copulatie het sperma in opslaat


Deze opslag stelt de vrouwtjes (soms) in staat de bevruchting te beïnvloeden bij het paren met meerdere partners


Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Referentie
Plaatje uit Campbell ed. 9, plaatje 46.7

Slide 40 - Tekstslide

Referentie:
Plaatje uit Campbell ed. 9, plaatje 46.7

Zelfs dieren met een simpel bouwplan kunnen complexe voortplantingsorganen bezitten.

Voorbeeld: Parasitaire platwormen

Referentie

https://encrypted-tbn2.gstatic.com/images?q=tbn:ANd9GcQ333gbcmGmahz0MucH5UBxoQTXH2Gs-Hy37eh1zjQJ3lBGfbv8

Slide 41 - Tekstslide

Referentie:

https://encrypted-tbn2.gstatic.com/images?q=tbn:ANd9GcQ333gbcmGmahz0MucH5UBxoQTXH2Gs-Hy37eh1zjQJ3lBGfbv8



https://www.youtube.com/watch?v=wn3xluIRh1Y

En bij de vertebraten..?

Komt bij de meeste vertebraten (gewervelden) aardig overeen.

Wel een paar uitzonderingen:

  1. De meeste niet-zoogdieren hebben een cloaca (opening tussen uitwendig milieu en uitscheidings-, voortplantings- en verteringsstelsel)
  2. Bij zoogdieren is het voortplantingsstelsel meestal gescheiden van het verteringsstelsel

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen?

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies