2B Leesvaardigheid - les 2 Leesvaardigheid




WELKOM BIJ HET VAK NEDERLANDS!
 


Mevrouw Duinhouwer
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les




WELKOM BIJ HET VAK NEDERLANDS!
 


Mevrouw Duinhouwer

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
Lesuur 1 : 11.30 tot 12:15 uur
Huiswerk nakijken
Boekenlijsten ingeleverd?
Uitleg hoofd- en bijzaken + opdrachten maken

Lesuur 2: 12:45 tot 13:30 uur
Signaalwoorden en tekstverbanden 
Opdrachten maken





 






Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Ik kan tekstverbanden herkennen aan de hand van signaalwoorden
Ik kan de hoofd- en bijzaken onderscheiden in een tekst
Ik kan de kernzin in alinea's herkennen

Slide 3 - Tekstslide

Huiswerk
De Brug - bladzijde 238
- Theorie doornemen
- Opdracht 1 nakijken


Slide 4 - Tekstslide

Hoofdzaken en bijzaken
De belangrijke informatie in een tekst noem je de hoofdzaken.
Wat niet zo belangrijk is zijn de bijzaken.

Slide 5 - Tekstslide

Hoofdzaken
Voorkeursplaatsen tekst:
Inleiding & slot

Voorkeursplaatsen alinea:
Kernzin

Slide 6 - Tekstslide

Hoofdzaken uit tekst halen
  • Onderstreep/markeer tijdens het lezen hoofdzaken

  • Let op voorkeursplaatsen (inleiding, slot, kernzinnen) en opvallend gedrukte woorden

  • Van de hoofdzaken kun je een samenvatting maken of een schema

Slide 7 - Tekstslide

Hoofdzaken
Hoe en waar vind je de hoofdzaken?

  • Vaak in de eerste, de tweede en/of de laatste zin van een alinea.
  • Daartussen staan vaak voorbeelden, toelichtingen of een verdere uitleg, dat zijn bijzaken.
    Denk aan de hamburger... 

Stel jezelf de volgende vragen:
  1. Heb ik deze zin nodig om de tekst/de alinea goed te begrijpen?
  2. Wat zegt deze zin over het (deel)onderwerp?
Hoofdzaken (structuur)
Hoofdzaken (structuur)
Bijzaken (vulling)

Slide 8 - Tekstslide

Klas 48 uur zonder telefoon
Leerlingen van de onderbouw van het Lorentz Lyceum uit Arnhem hebben onlangs succesvol meegedaan aan een experiment waarbij ze gedurende twee dagen geen mobiel, games of sociale media mochten gebruiken. ‘De No Phone Challenge was flink afkicken’, zegt de mentor. De leerlingen vonden zelf dat ze veel socialer waren, zowel in de klas als thuis. De pauzes leken langer en werden leuker bevonden. ‘We gingen spellen doen en ik sprak mijn klasgenoten meer’, somt een leerling op. ‘We hadden ook meer tijd voor huiswerk.’
Welke zin is de belangrijkste in deze tekst? Waarom?

Slide 9 - Tekstslide

wat is de kernzin van iedere alinea?

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Aan de slag
Learnbeat: Opdracht 1 Grapjassen
Lees het artikel 'Grapjassen'. Wat zou van het artikel overblijven als je dat ook doorfluisterde?
Onderstreep dat. Als je dit te moeilijk vindt, probeer dan eerst te schrappen wat tijdens het doorfluisteren waarschijnlijk zou wegvallen.
Learnbeat: Opdracht 2 Twitterbericht maken
Lees het artikel en maak er een twitterbericht van (maximaal 280 tekens)

Klaar?
Hoofd- en bijzaken en kernzinnen:
Maak de oefeningen:
p. 13 opdracht 1 en 2
p. 16 opdracht 5


Zelfstandig of tweetallen

Slide 12 - Tekstslide

TEKSTVERBANDEN

Zorgen ervoor dat

woorden, zinnen en alinea's

met elkaar samenhangen.

Slide 13 - Tekstslide

SIGNAALWOORDEN

Aan een

signaalwoord

zie je met

welk tekstverband

je te maken hebt.

Slide 14 - Tekstslide

SOORTEN TEKSTVERBANDEN

- chronologisch verband

- opsommend verband

- tegenstellend verband

- toelichtend verband

- voorwaardelijk verband

- redengevend verband

- oorzakelijk verband

- concluderend verband

(en meer)

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Signaalwoorden:
Chronologisch verband; vroeger, later, nu eerst, daarna, vervolgens, nadat, terwijl, dadelijk, intussen etc. 

Opsommend verband; ten eerste, ten tweede, om te beginnen, verder, ten slotte, en , niet alleen, maar ook, getallen en dots

Slide 17 - Tekstslide

Signaalwoorden:
Tegenstellend verband; maar, hoewel, tegenover, daarentegen, echter, toch, ofschoon, aan de ene kant/ aan de andere kant, ondanks dat etc. 

Toelichtend verband (voorbeeld); bijvoorbeeld, zo, zoals, denk aan, neem nou etc. 

Slide 18 - Tekstslide

Welk onderdeel van lezen vind je lastig? Waar wil je extra uitleg over?

Slide 19 - Open vraag

Huiswerk
-
Klaar? Huiswerk (volgende les moet dit af zijn)

Nieuw Nederlands  
 
Hoofd- en bijzaken en kernzinnen: 
Maak de oefeningen: 
p. 13 opdracht 1 en 2
p. 16 opdracht 5

Signaalwoorden en tekstverbanden:
Maak de oefeningen:
p. 42 Startopdracht
P. 45 Opdracht 4


Slide 20 - Tekstslide