Woorden - H3.5 - spreekwoorden en uitdrukkingen

Woorden - H3.5 - spreekwoorden en uitdrukkingen
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Woorden - H3.5 - spreekwoorden en uitdrukkingen

Slide 1 - Tekstslide

Doelen
In deze paragraaf leer je:
• spreekwoorden en uitdrukkingen gebruiken;
• twintig nieuwe woorden.

Slide 2 - Tekstslide

stappenplan moeilijke woorden

Slide 3 - Tekstslide

Woordtrainer oefenen
Oefen met de woorden uit hoofdstuk 3.5 via:
Woordtrainer in Talent


timer
10:00

Slide 4 - Tekstslide

Wat is de betekenis van 'de waarde'?
A
wat belangrijk voor je is
B
het karakter
C
het effect
D
al heel snel een oordeel over iemand hebben

Slide 5 - Quizvraag

accepteren
associeren
een buitenbeentje zijn
constateren
in je gedachten dingen in verband brengen met iets anders
vaststellen
in uiterlijk, gedrag of denkbeelden afwijken van je omgeving
aanvaarden, goed vinden

Slide 6 - Sleepvraag

Wat is de betekenis van 'in een hokje stoppen'?
A
de manier waarop iemand denkt en doet
B
het karakter
C
het effect
D
al heel snel een oordeel over iemand hebben

Slide 7 - Quizvraag

de doelgroep
ergens lak aan hebben
de cultuur
de manier waarop een groep mensen leeft
de groep mensen waarvoor iets bestemd is


niet luisteren naar negatieve dingen die mensen over je zeggen of denken

Slide 8 - Sleepvraag

met betrekking tot een volk, volkenkundig
op grond van één voorbeeld een heleboel andere gevallen hetzelfde beoordelen
bewijzen wie je bent met officiële papieren
niet met iemand omgaan, iemand negeren
generaliseren


etnisch
iemand links laten liggen
identificeren

Slide 9 - Sleepvraag

Welke 2 betekenissen passen bij 'sociaal'?
A
met betrekking tot de maatschappij
B
het karakter
C
iets wat zo hoort
D
met gevoel voor de mensen om je heen

Slide 10 - Quizvraag

de manier waarop iemand denkt en doet, het karakter
de uitwerking op iets of iemand, het effect
de regel waar mensen zich aan moeten houden
het beeld dat mensen hebben van iemand of iets
het imago
de invloed


de norm
de persoonlijkheid


Slide 11 - Sleepvraag

Wat is de betekenis van 'de ongeschreven regel'?
A
niet met iemand omgaan
B
iets wat zo hoort, zonder dat het ergens vastgelegd is
C
iemand negeren
D
het beeld dat mensen hebben van iemand of iets

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de betekenis van 'het stigma'?
A
niet met iemand omgaan
B
iets dat afbreuk doet aan iemands imago
C
iemand negeren
D
het beeld dat mensen hebben van iemand of iets

Slide 13 - Quizvraag

Uitdrukking en spreekwoord
In elke taal komen uitdrukkingen en spreekwoorden voor.
Een uitdrukking is altijd een deel van een zin met een figuurlijke betekenis. Je kunt de woorden in een uitdrukking veranderen. Bijvoorbeeld:
Iemand mores leren.
Ik zal hem eens mores leren.

Slide 14 - Tekstslide

Uitdrukking en spreekwoord
Een spreekwoord is een hele zin met een figuurlijke betekenis. Je kunt de zin niet veranderen. Bijvoorbeeld:
Zoals de waard is, vertrouwt hij zijn gasten.

Slide 15 - Tekstslide

Uitdrukking en spreekwoord
Je vindt de betekenis van uitdrukkingen en spreekwoorden in een woordenboek. Je kijkt dan bij het belangrijkste woord, bijvoorbeeld bij mores of waard.

Slide 16 - Tekstslide

Maken
H3.5: Opdr. 1 t/m 4 en 6 t/m 9 in boek B
Test jezelf online


Als er gewerkt wordt aan de opdrachten is het stil in de klas.
Klaar? Versterk Jezelf werkwoorden (online)

Slide 17 - Tekstslide