230619-Medicatieproces

Medicatie: medicatieproces
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Medicatie: medicatieproces

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rectale medicatie is een voorbeeld van een enterale toedieningsweg
A
Waar
B
Niet waar

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Met sublinguale medicatie wordt bedoeld toediening via
A
de neus
B
de slijmvliezen onder de tong
C
het oor
D
de huid

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Op verschillende plekken kan via de slijmvliezen de medicatie worden opgenomen.
Welke plek valt hier NIET onder?
A
Oculair
B
Sublinguaal
C
Nasaal
D
Dermaal

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Benoem de regels van de 5 J's

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
Je kan uitleggen wat het proces is voor medicatie kan worden toegediend. 
Je kan uitleggen wat je moet weten als je medicatie toedient.

 Je kan uitleggen wanneer je medicatie mag geven volgens de wet- en regelgeving.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je geeft een zorgvrager haar medicatie omdat zij die zelf niet meer uit de verpakking kan halen en in haar mond kan doen. Zelf slikken gaat nog wel als je haar een bekertje water geeft. Wat voor handeling is dit?
Voorbehouden handeling
Risicovolle handeling

Slide 9 - Poll

Dit is een risicovolle handeling volgens de Wet BIG.
Wet BIG wat weet je nog?
Bevoegd en bekwaam
Voorbehouden handelingen 
Risicovolle handelingen
Wat is het verschil? Zoek de verschillen op. 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Medicatieproces

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat staat er op een recept?
  • de naam en de geboortedatum van de zorgvrager
  • de naam en het adres van de voorschrijvende arts
  • de handtekening van de arts
  • de naam van het medicijn
  • de sterkte
  • de dosering
  • de toedieningswijze
  • een waarschuwing als het medicijn het bewustzijn kan beïnvloeden







Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geneesmiddelen distributiesysteem (GDS)


GDS is een verpakking waarin medicijnen zijn verdeeld in eenheden per toedieningstijdstip en op naam van een individuele zorgvrager.

GDS kan helpen dat de zorgvrager langer eigen medicatie kan beheren

Slide 13 - Tekstslide

Geen dubbele controle
Een GDS heeft ook de voorkeur als een zorgmedewerker de cliënt hulp biedt bij de medicatie. Een GDS betekent dat de medicatie is voorverpakt of uitgezet door de apotheek. De apotheek is verantwoordelijk voor de inhoud. Daarmee is de eerste controle gedaan door de apotheek. Deze medicatie hoeft dan ook niet meer dubbel gecontroleerd te worden. 
Bewaren van medicatie

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Veilig toedienen medicatie

- Gereed maken van medicatie (en eventueel: malen)
- Klaarzetten, aanreiken, toedienen
- Wijzigingen in medicatie
- Controleren, toedienen en registreren

Slide 15 - Tekstslide

Gereedmaken van medicatie (eventueel: malen)
- Maak de medicijnen klaar volgens de geldende voorschriften.
- Werk geconcentreerd en zorg dat je niet gestoord wordt bij het gereedmaken van medicatie.
- Zoveel mogelijk werken vanuit GDS
Kan dit niet; herkenbaar houden tot bij zorgvrager

Klaarzetten, aanreiken, toedienen
- Evt. afspraken over manier van toediening maken met zorgvrager (Hulp of niet?)
- Afspraken vastleggen in zorgdossier
- Aftekenen op toedienlijst
- Observatie of afspraken nog steeds gelden zoals is vastgelegd

Wijzigen medicatie
- Wijzigen alleen door voorschrijver
- Niet zelf als zorgverlener de medicatie aanpassen op med. lijst

Controleren, toedienen en registreren
VOORBEREIDING
- als je bekwaam bent, ben je bevoegd medicijnen toe te dienen.
- op basis van een door de apotheek aangeleverde actuele toedienlijst.
- Wees bij het toedienen extra alert op losse medicatie, ‘zo nodig’ medicatie, wijzigingen in medicatie en medicatie op afwijkende tijden.
- Voor medicatie in snel wisselende hoeveelheden wordt vaak, naast de toedienlijst, gewerkt met aparte kaarten waarop de hoeveelheid staat, bijvoorbeeld een insulinekaart.
- Werk bij een voorbehouden en risicovolle handeling (bijvoorbeeld injectie) op basis van een schriftelijke opdracht (uitvoeringsverzoek) van de arts.
- Observeer voor toediening de situatie van de cliënt: is er iets bijzonders aan de hand wat reden is om niet de medicatie te geven en met een arts te overleggen?

CONTROLEREN
- Controleer bij losse medicatie: juiste cliënt, juiste medicijn, juiste hoeveelheid, juiste tijd, juiste vorm.
- Controleer bij medicatie in medicatierol: klopt het aantal tabletten, komt de tekst op het etiket van het zakje (bij GDS) overeen met de gegevens van de toedienlijst.
- Neem bij onjuiste inhoud van GDS en bij twijfel altijd contact op met apotheek en/of arts volgens afspraken binnen de organisatie.
- Zorg waar nodig voor dubbele controle volgens de afspraken binnen de organisatie.

TOEDIENEN EN REGISTRATIE
- Dien de medicatie toe zoals voorgeschreven.
- Na toedienen (of aanreiken of klaarzetten, wat is afgesproken), teken je op de toedienlijst af per medicijn (ook bij GDS) dat je die handeling hebt gedaan. - - De paraaf moet duidelijk naar de medewerker te leiden zijn, bijvoorbeeld door eerste letter van voor- en achternaam.
- Geef aan als de medicatie niet is toegediend of ingenomen. Doe dit op de manier die is afgesproken met elkaar in de organisatie. Geef ook het waarom aan (in het zorgdossier).
- Bewaar de toedienlijst conform de afspraken. Maak afspraken over hoe om te gaan met oude toedienlijsten. Er mag geen verwarring bestaan over wat de meest actuele lijst is. Zorg dat er altijd maar één toedienlijst in het dossier van de cliënt aanwezig is. Van oude toedienlijsten moet in één oogopslag duidelijk zijn dat zij niet meer actueel zijn.
- Signaleer en registreer de werking en eventuele bijwerkingen in het zorgdossier.
- Adviseer de cliënt om bijwerkingen te melden aan de arts, of meld het in overleg met de cliënt, zelf.
- Meld incidenten volgens afspraken in de zorgorganisatie. Bespreek en leer van deze incidenten.
Dubbelcheck
https://www.zorgvoorbeter.nl/medicatieveiligheid/dubbele-controle


door apotheek
door zorgvrager zelf
door collega

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Dubbelcheck medicatie
Bijvoorbeeld bij
- losse, risicovolle medicatie (bijv. opiaten, insuline)
- alle intraveneuze medicatie
- medicatie die opgelost/ berekend moet worden


Lijst van medicatie waar altijd dubbelcheck op gedaan moet worden:



Teksthttps://www.knmp.nl/downloads/dubbel-te-controleren-lijst-juli2019.pdf

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Naslagwerk medicatie; farmaceutisch kompas
samenstelling
advies
indicatie 
dosering
bijwerking
interactie 
zwangerschap
lactatie
contra-indicaties
waarschuwingen en voorzorgen
overdoseringen
eigenschappen
groepsinformatie
Tip: download de app op je mobiel

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 a
 a
 n
 d
 a
 c
 h
 t
 s
 p
 u
 n
 t
 e
 n

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Extra aandacht wat betreft medicatie kan nodig zijn bij oudere zorgvrager  
 


  • vaak lever/nieren minder goed werken
  • veel verschillende medicijnen worden gebruikt die elkaars
  • werking kunnen beïnvloeden (interactie)
  • veel ziekten naast elkaar, wat eventuele bijwerkingen soms kan maskeren
  • vaak orthostatische hypotensie bij bloeddrukverlagende medicijnen (val risico!)
  • soms therapie-ontrouw 
  • door vergeetachtigheid, slechtziendheid, problemen met inname (o.a. inhalatie)

Slide 21 - Tekstslide

Bij iemand met orthostatische hypotensie kan de bloeddruk in liggende houding normaal of zelfs hoog zijn, maar wanneer iemand gaat staan daalt de bloeddruk. Een lichte daling veroorzaakt geen klachten, maar als de bloeddrukdaling meer dan 20 mmHg is in staande houding, is er sprake van ''orthostatische hypotensie''.
Evaluatievragen
  1. Heb je de regel van vijf toegepast voordat je de medicijnen hebt toegediend?
  2. Heb je verschijnselen geobserveerd die kunnen wijzen op bijwerkingen?
  3. Is alles juist genoteerd?
  4. Heeft de zorgvrager klachten die hij voorheen niet had?
  5. Heb je voldoende informatie gegeven aan de zorgvrager en/of zijn familie?
  6. Is de zorgvrager of zijn familie in staat om de medicijnen in eigen beheer te houden? Moeten zij daarover instructies krijgen, bijvoorbeeld als de zorgvrager thuis moet doorgaan met de therapie?
  7. Is het doel van de medicamenteuze therapie bereikt, bijvoorbeeld bij pijnmedicatie?

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Melden medicatiefouten

MIC: 
  • Melding Incidenten     Cliënten

Melden en leren van fouten en incidenten

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie moet alert zijn op signalen van problemen met medicatie?
A
De arts
B
De verzorgende
C
De helpende
D
Alle zorgverleners

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je moet altijd alle niet meer gebruikte medicatie terugbrengen naar de apotheek
waar
niet waar

Slide 25 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Op de medicatielijst zijn bij hr. Jansen de medicijnen van 12 uur afgetekend. Inmiddels is het 17 uur en wil jij hem zijn medicatie aanreiken van dit tijdstip. Je komt erachter dat het zakje van 12 uur nog aan de baxterrol vast zit en dus niet gegeven is. Wat doe je?
A
Ik geef alsnog de medicatie die in het zakje zit.
B
Ik zal de desbetreffende collega thuis bellen, voor verduidelijking en geef dan alsnog de medicatie.
C
Ik geef niets en gooi de medicijnen die in het baxterzakje zitten bij de speciale pillenafvalcontainer
D
Ik raadpleeg de arts. En volg deze instructies op.

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
Je kan uitleggen wat het proces is voor medicatie kan worden toegediend. 
Je kan uitleggen wat je moet weten als je medicatie toedient.

 Je kan uitleggen wanneer je medicatie mag geven volgens de wet- en regelgeving.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

We hebben net de behaalde doelen nog even bekeken, wat heb je van de doelen onthouden. Noem minimaal 3 dingen:

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk voor 26 juni
Lezen: Malmberg Skills VTH Hoofdstuk 3

Maken: Malmberg online VTH Hoofdstuk 3:
Hulp bieden bij medicijngebruik - alle vragen

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bronnen
- Malmberg
- Zorg voor Beter
https://www.zorgvoorbeter.nl/kennis-delen/praktijkvragen/dubbele-controle-medicatie
https://www.zorgvoorbeter.nl/medicatieveiligheid/veilig-medicijnen-toedienen
https://www.zorgvoorbeter.nl/medicatieveiligheid/medicatiefouten
Vilans; toedienen medicatie


Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe vond jij deze les?
110

Slide 31 - Poll

Deze slide heeft geen instructies