Dementie quiz

Wat zijn neurocognitieve stoornissen?
1 / 14
volgende
Slide 1: Open vraag

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wat zijn neurocognitieve stoornissen?

Slide 1 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Antwoord
Is een nieuwe benaming voor dementie. 
Deze term wordt gehanteerd in de DSM-5

Slide 2 - Tekstslide

Neurocognitieve stoornissen is een nieuwe benaming voor dementie. Deze term wordt in de DSM-5 gehanteerd. Met de naam neurocognitieve stoornissen wil men laten zien dat de cognitieve stoornissen (uitval van hersenfuncties) die bij dementie horen een gevolg zijn van een hersenaandoening of hersenziekte. Er kunnen verschillende oorzaken zijn voor neurocognitieve stoornissen. Een andere belangrijke reden om de naam dementie te vervangen door neurocognitieve stoornissen is dat het woord dement stigmatiserend zou zijn. Door de meeste professionals wordt echter nog steeds de naam dementie gebruikt. Daarom spreken we hier verder ook over dementie. Bij de indeling gebruiken we wel de indeling volgens de DSM-5.

Noem 5 signalen die kunnen wijzen op dementie

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Antwoord
Vergeetachtigheid
Gedesoriënteerd in plaats. tijd, persoon
Onrust 
Verandering in gedrag
Terugtrekken uit sociale contacten
Spullen kwijtraken
Taalproblemen

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Benoem drie begeleidingsvormen bij dementie

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Antwoord
ROT = Realiteits orientatie training
Validation = snoezelen en warme zorg
PDL  = zo aangenaam mogelijk maken
Belevingsgerichte  = aansluiten bij de belevingswereld

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem 3 verschillen tussen Alzheimer en vasculaire dementie

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vasculaire dementie
- Bewust van dat ze ziek zijn, dat ze dingen vergeten
- Achteruitgang is niet te stoppen
- Ontstaat door hart/ vaatziektenoord
Alzheimer
- Geen ziekte inzicht
- Geleidelijke achteruitgang
- Begint in de hippocampus

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem 3 verschijnselen die je specifiek ziet bij FTD

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Antwoord
- Apathie
- Stereotype
- Dwangmatig gedrag
- Ontremd gedrag

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Benoem de 3 meest voorkomende vormen van dementie op volgorde van voorkomen!!

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Antwoord

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies