3.3 Nederland in het Interbellum

PSG - AG Gaudi
klas: 4
vak: gs
onderwerp: Nederland in interbellum
paragraaf: 3.3
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met tekstslides en 5 videos.

Onderdelen in deze les

PSG - AG Gaudi
klas: 4
vak: gs
onderwerp: Nederland in interbellum
paragraaf: 3.3

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Verzuiling

Slide 3 - Tekstslide


Verzuiling

De verdeling van de Nederlandse samenleving in
4 afzonderlijke groepen (zuilen): 
protestanten, katholieken, socialisten en algemenen (liberalen)!
Deze zuilen krijgen in de 19e eeuw allemaal hun eigen organisaties. Tijdens het Interbellum is NL verzuild
prot. Chr. mannenkoor
Let op de afkorting Chr.. Dot staat voor Christelijk maar betekent in de praktijk dat het gaat om protestanten.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Beurskrach --> Crisis

Slide 7 - Tekstslide


Beurskrach 1929
Op donderdag 24 oktober stort de Amerikaanse beurs in

oorzaak =  mensen spullen gekochten met geleend geld
& Wanneer de markt verzadigd is, is er minder vraag naar producten en worden er steeds meer mensen ontslagen

Slide 8 - Tekstslide

Gevolg?

wereldwijde economische crisis in de jaren '30


Slide 9 - Tekstslide

Crisis in Nederland
  • Nederland wordt zwaar door de crisis geraakt: de handel met de VS en Duitsland komt vrijwel stil te liggen.
  • Veel bedrijven en fabrieken moeten de deuren sluiten.
  • Tussen 1929 en 1935 stijgt de werkloosheid van 22.000 naar 500.000 (dat is ongeveer 30% werkelozen)

Slide 10 - Tekstslide

Stempelen
Om alle werklozen te steunen kregen ze klein beetje geld van overheid. 

Om zwart werken te voorkomen moesten mensen 2 keer per dag een stempel halen !!


Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Aanpassingspolitiek

Slide 13 - Tekstslide



Aanpassingspolitiek- 1934


De Nederlandse regering van minister-president Colijn besluit dat er minder uitgaven moeten zijn, omdat er minder inkomsten zijn: Nederland moet zich aanpassen. Lonen van ambtenaren en bij de werkverschaffing gaan omlaag, 
net als de steunuitkering. Het maakt de problemen alleen maar groter...

Slide 14 - Tekstslide

steun
uitkeringen bestaan nog niet. Werkeloos zijn betekende  armoede.

Om mensen te helpen kreeg je steun. Dit is een kleine tegemoedkoming in de vorm van geld, kleding en turf.

Slide 15 - Tekstslide



In Nederland:
Werkverschaffingsprojecten




Net als in andere landen probeert de overheid werklozen aan werk te helpen met werkverschaffingsprojecten. Grote projecten zoals het Amsterdams Bos en de Afsluitdijk helpen mannen aan werk en een beetje inkomen.

Slide 16 - Tekstslide



Zo ziet Colijn zich graag: de leider die Nederland door de storm (crisis) heen stuurt...

Slide 17 - Tekstslide


...en zo zien sommige Nederlanders hem: als iemand die helemaal niet helpt, maar mensen laat verzuipen!

'Colijn is een zwijn!', zeggen sommige mensen.

Slide 18 - Tekstslide

Nationaal Socialisme in NL

Slide 19 - Tekstslide

Door de crisis is er grote ontevredenheid. Werkelozen hebben het gevoel dat de politiek te weinig voor ze doet. 
Dan komt er een nieuwe politieke beweging; die zegt dat de armoede stevig aangepakt moet worden. Een democratie is daarvoor niet het goede middel, denken zij. Een sterke leider, dictator, kan doeltreffend werken.

Slide 20 - Tekstslide


NSB 


Ook in Nederland zijn er anti-democratische groepen die vinden dat 
de oplossing voor de crisis buiten de democratie moet worden gevonden.
De Nationaal-Socialistische Beweging van Anton Mussert is een partij die geïnspireerd is door de NSDAP van Hitler.

Slide 21 - Tekstslide

Weet je nog van de vorige paragraaf ...
Het Nationaal- Socialisme kenmerkt zich door:
  1. een sterke leider
  2. het gebruiken van geweld
  3. nationalisme
  4. antisemitisme

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Slide 24 - Video

Neutraliteitspolitiek

Slide 25 - Tekstslide

Toen Hitler in 1933 de macht kreeg in Duitsland leek het er al op dat er weer oorlog zou komen.
Nederland deed er alles aan om net als tijdens WO I neutraal te blijven; ze mobiliseerde het leger maar sloten zich niet niet aan bij een bondgenootschap.

Slide 26 - Tekstslide