Review schrijven

Het vak Nederlands
Lezen,
luisteren
Schrijven
Spreken
Gesprek
Grammatica
Woordenschat
Spelling
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Het vak Nederlands
Lezen,
luisteren
Schrijven
Spreken
Gesprek
Grammatica
Woordenschat
Spelling

Slide 1 - Tekstslide

Komende periode
  • In principe 2 lessen Nederlands per week
  • De ene keer schrijven, de andere keer lezen
  • We werken met de online methode (Nu Nederlands)
  • Maar we doen ook andere schrijf- en leesopdrachten

Waarom lezen en schrijven? Er moet worden geschreven om te kunnen lezen; en als je iets schrijft, wordt het gelezen....

Slide 2 - Tekstslide

Praktische zaken

Je neemt elke les een opgeladen laptop + oplader mee
Je komt in uniform
Je hebt een licentie voor Nu Nederlands

Slide 3 - Tekstslide

Review, beoordeling, recensie

Slide 4 - Tekstslide

Stel je voor
  • Je gaat een beoordeling schrijven over een product dat je de afgelopen tijd hebt gekocht. Wat zet je in je beoordeling?

Slide 5 - Tekstslide

Review schrijven
Een review:
  • geeft informatie over een bedrijf, product, faciliteit, activiteit,  etc.; 
  • bevat genoeg details om anderen een indruk te geven van jouw ervaring; 
  • legt uit welke factoren hebben bijgedragen aan jouw positieve, negatieve of matige ervaring;
Ook kun je in een review vertellen wat het bedrijf (of het product) volgens jou goed doet en hoe ze zich kunnen verbeteren. 
Zorg ervoor dat je vriendelijk en netjes blijft.

Slide 6 - Tekstslide

Hoe moet het vooral niet?
Wat kun je met deze recensie?





Mariette geeft één ster, omdat de bezorger niet vriendelijk was volgens haar ... was het eten lekker of niet?

Slide 7 - Tekstslide

Review | voorbeeld restaurant

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Nog een voorbeeld ...
Jimmy geeft één ster, omdat hij 'al' twee dagen wacht ...

Zijn het goede oordopjes?

Slide 10 - Tekstslide

Een recensie is langer dan een beoordeling. Een recensie bestaat uit meer onderdelen dan een beoordeling. Een recensie gaat vaak over een boek, film of theatervoorstelling. 
Een recensie bestaat uit:

Review, beoordeling, recensie

Een recensie is langer dan een review. Een recensie bestaat uit meer onderdelen dan een beoordeling. Een recensie gaat vaak over een boek, film of theatervoorstelling. 

Slide 11 - Tekstslide

Een recensie bestaat uit:
- een samenvatting van het verhaal;
- het beschrijven van belangrijke personen;
- goede punten;
- voorbeelden van die goede punten;
- slechte punten;
- voorbeelden van die slechte punten;
- het oordeel van de schrijver (de recensent);
- argumenten om die mening te ondersteunen.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Mening

Ik vind....
Mijn mening is...

Slide 14 - Tekstslide

Argumenten


Argumenten geven aan waarom je iets vindt. Een argument kan gebaseerd zijn op feiten en/of op meningen. Een argument dat gebaseerd is op feiten is overtuigend. Kijk maar naar het voorbeeld.

Slide 15 - Tekstslide

Argumenten

Welk argument is beter?

1. Ik vind dat Ajax slecht voetbalt, want ze zijn gewoon slecht. 
2. Ik vind dat Ajax slecht voetbalt, want ze staan op de twaalfde plek van de Eredivisie en ze hebben de afgelopen 2 maanden 5 wedstrijden verloren. 

Slide 16 - Tekstslide

Argumenten
Welk argument is beter?
1. Ik vind dat Ajax slecht voetbalt, want ze zijn gewoon slecht. 
--> argument = een mening
2. Ik vind dat Ajax slecht voetbalt, want ze staan op de twaalfde plek van de Eredivisie en ze hebben de afgelopen 2 maanden 5 wedstrijden verloren. 
--> argument = een feit

Slide 17 - Tekstslide

Argumenten
Argumenten geef je vaak aan met signaalwoorden. Signaalwoorden die bij argumenten horen zijn: omdat, want, daarom, namelijk, om die reden.
Als je meer argumenten geeft, kun je ook de signaalwoorden van de opsomming gebruiken: ten eerste, ten tweede, om te beginnen, verder, en, ook, als laatste, ten slotte.

Slide 18 - Tekstslide

Mening
Iets wat jij vindt. 


Subjectief

Bijvoorbeeld: 
Ik heb een hekel aan regen, want dan krijg ik pluishaar.  






Feit
Iets wat waar is, je kan het ook controleren. 

Objectief

Bijvoorbeeld
Het regent de hele dag buiten. 

Slide 19 - Tekstslide

Feit



Slide 20 - Tekstslide

Waar moet een recensie, beoordeling, review aan voldoen?
Beoordeel eerlijk. Kritisch zijn mag én zeker wanneer je een negatieve ervaring hebt gehad, maar je review moet wel eerlijk zijn. 
Onderbouw je mening.
Let op je taalgebruik.

Slide 21 - Tekstslide

Schrijfopdracht
Denk na over iets wat je de afgelopen tijd hebt gedaan/bezocht/gekocht, etc. en schrijf hierover een review van 150-200 woorden. 

Je schrijft het op een een blaadje, zorgt dat het leesbaar is, zet je naam erop en levert het aan het eind van de les in.
 


Slide 22 - Tekstslide

Schrijfopdracht
Volgende les gaan we: 
  • elkaars reviews lezen 
  • 2 reviews in tweetallen bespreken
  • bepalen waaraan een review moet voldoen en wanneer jullie een review goed vinden
timer
30:00

Slide 23 - Tekstslide

Volgende les: schrijven
Gaan we de geschreven reviews lezen en bespreken waaraan een goede review moet voldoen.

Slide 24 - Tekstslide

Schrijfopdracht
De review bevat: 
  • een alinea waarin je een uitleg/beschrijving geeft van het bedrijf, product, activiteit, etc.
  • genoeg details om anderen een indruk te geven van jouw ervaring; 
  • minimaal twee argumenten waarin beschreven wordt welke factoren hebben bijgedragen aan jouw positieve, negatieve of matige ervaring;
  • een slotalinea waarin je beschrijft wat het bedrijf/product goed doet en/of hoe ze zich kunnen verbeteren.
  • een ranking (1-5 sterren) 

Slide 25 - Tekstslide