Zenuwstelsel

Doel van de les
Je kunt de bouw en functies van het zenuwstelsel beschrijven.

Tekst
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Doel van de les
Je kunt de bouw en functies van het zenuwstelsel beschrijven.

Tekst

Slide 1 - Tekstslide

Zenuwstelsel
Bestaat uit hersenen, ruggenmerg en zenuwen
Centrale zenuwstelsel bestaat uit hersenen en ruggenmerg

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Onthouden
Zintuigcellen vangen de prikkel uit de omgeving op.
En zetten de prikkel om in een impuls.
Een impuls is een electrisch stroompje dat door zenuwen gaat:
van het zintuig naar de hersenen of van de hersenen naar de spier.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Zintuigcellen geven impulsen door aan zenuwen.
 De zenuwen geleiden de impulsen naar de hersenen. 
De hersenen sturen impulsen naar spieren en klieren.
( klieren=een orgaan dat bepaalde stoffen produceert
bijvoorbeeld speeksel, talg, zweet)

Slide 6 - Tekstslide

Het zenuwstelsel heeft twee functies:
  1. verwerken van de impulsen die van de zintuigen afkomen
  2. regelen van de werking van spieren en klieren

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

waaruit bestaat het centrale zenuwstelsel?
A
hersenen
B
hersenen en zenuwen
C
hersenen, zenuwen en ruggenmerg
D
hersenen en ruggenmerg

Slide 9 - Quizvraag

Waaruit bestaat het zenuwstelsel?
A
hersenen,ruggenmerg,zenuwen
B
hersenen en zenuwen
C
zenuwen en ruggengraat
D
hersenen,ruggenmerg,zenuwen en zintuigen

Slide 10 - Quizvraag

ZET IN DE GOEDE VOLGORDE:
1. Impulsen gaan via de zenuw naar de hersenen.
2. Zintuigen nemen prikkels waar.
3. Zintuigen zetten de prikkels om in impulsen.
4. Je hersenen bepalen hoe je op de prikkel reageert.
5. Je wordt je bewust van wat je waarneemt.
6. Impulsen gaan via de zenuw naar de spieren.
A
1 - 5 - 3 - 2 - 4 - 6
B
2 - 1 - 3 - 5 - 4 - 6
C
2 - 3 - 1 - 5 - 6 - 4
D
2 - 3 - 1 - 5 - 4 - 6

Slide 11 - Quizvraag

Een functie van het zenuwstelsel

A
bloed zuiveren
B
reacties regelen van spieren of klieren
C
prikkels van de spieren ontvangen
D
zintuigcellen aanmaken

Slide 12 - Quizvraag

Welke klieren kennen we?
A
zweetklieren
B
talgklieren
C
vetklieren
D
mondklieren

Slide 13 - Quizvraag