Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
H2.3 inflatie en koopkracht
2.3 Koopkracht
1 / 18
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
In deze les zitten
18 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
2.3 Koopkracht
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
je weet wat
inflatie
is en hoe het ontstaat
je weet welke elementen jouw
koopkracht
bepalen
Je kunt beschrijven wat het effect van inflatie is op je koopkracht
je kunt
berekenen
wat er met je koopkracht gebeurt
Slide 2 - Tekstslide
Inflatie
Slide 3 - Woordweb
CBS - Centraal Bureau voor de Statistiek
Meet regelmatig de hoogte van de inflatie
Inflatie: Met hoeveel procent zijn de prijen gestegen
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Oorzaken van inflatie
Hogere kosten van bedrijven (bijv. aardolie en aardgas weorden duurder) -->
kosteninflatie
er wordt meer naar een product gevraagd (producent kan hogere prijzen berekenen) -->
bestedingsinflatie
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Video
Je koopkracht stijgt als je inkomen
of als de prijzen
Je koopkracht daalt als je inkomen
of als de prijzen
stijgt
daalt
dalen
stijgen
Slide 8 - Sleepvraag
Dus de formule van koopkracht is?
koopkracht = -
Inflatie
%Loon verandering
Slide 9 - Sleepvraag
Koopkracht
Koopkracht noemen: ook wel "
reëel inkomen
" (wat kan ik écht met mijn geld).
Als ik een hoger salaris krijg: een verandering van mijn
nominaal inkomen.
Procentuele verandering reëel inkomen (RIC)=
procentuele verandering nominaal inkomen (NIC)– inflatiepercentage (PIC)--> [RIC = NIC - PIC]
Procentuele verandering reëel inkomen
= Procentuele verandering nominaal inkomen - inflatiepercentage
Slide 10 - Tekstslide
Wat ga je doen als alle prijzen stijgen?
Slide 11 - Open vraag
Wat als de prijzen stijgen?
Om dezelfde (hoeveelheid) producten te kunnen kopen, moet dus ook mijn
inkomen
stijgen.
Slide 12 - Tekstslide
Koopkracht
Je koopkracht laat zien hoeveel goederen en diensten je met je inkomen kunt kopen.
Je koopkracht is dus afhankelijk van:
- De prijzen
- Je inkomen
Slide 13 - Tekstslide
Koopkrachtontwikkeling
Verschilt voor verschillende groepen mensen.
Jongeren
: kopen geen auto en wonen meestal nog thuis en hebben daar dus geen kosten aan.
30-40 jaar
kopen vaak een huis--> groot gedeelte van hun inkomen aan wonen.
60 tot 70 jaar:
geven in verhouding meer uit aan gezondheidszorg
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Formule van procentuele verandering
-
(
)
:
x
oud
nieuw
oud
100
Slide 17 - Sleepvraag
Reken de procentuele stijging/daling uit + sleep de naar het juiste indexcijfer.
Tip 1: (nieuw : oud) / oud x 100 = verandering in %
Tip 2: nieuwe indexcijfer = basis + of - verandering)
-15,4%
28,6%
-5,1%
14,3%
16,7%
-12,2%
128,6
116,7
95
84,6
87,8
114,3
Slide 18 - Sleepvraag
Meer lessen zoals deze
2.3 Koopkracht
September 2024
- Les met
11 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
2.3 Koopkracht
Oktober 2024
- Les met
12 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
2.3 Koopkracht
September 2024
- Les met
11 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
2.3 Koopkracht
September 2024
- Les met
12 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
2.3 Koopkracht
September 2024
- Les met
11 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
2.3 Koopkracht
Oktober 2024
- Les met
12 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
2.3 Koopkracht
November 2024
- Les met
12 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
2.3 Koopkracht VWO
25 dagen geleden
- Les met
27 slides
Economie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3