A2 NaSk Veerkracht
1 / 29
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Hoe groter de massa, hoe .... de zwaartekracht
A
Groter
B
Kleiner
Slide 4 - Quizvraag
Zwaartekracht bereken je met de formule
A
Fz= m x 98,1
B
Fz = m /98,1
C
Fz = m x 9,81
D
Fz = m/9,81
Slide 5 - Quizvraag
Slide 6 - Tekstslide
In evenwicht, als de veer niet trilt dus, dan geldt voor de krachten....
A
Fv is groter dan Fz
B
Fv is gelijk aan Fz
C
Fv is kleiner dan Fz
Slide 7 - Quizvraag
Slide 8 - Tekstslide
Hoe groter de massa aan een veer hoe .... de uitrekking
A
Groter
B
Kleiner
Slide 9 - Quizvraag
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Hoe GROTER de veerconstante hoe stugger/slapper een veer
A
Stugger
B
Slapper
Slide 16 - Quizvraag
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Op een veer met een veerconstante van 3,2 N/cm wordt een kracht van 20 N uitgeoefend. Bereken hoeveel de veer uitrekt.
Slide 21 - Open vraag
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Aan een veer met een veerconstante van 50 N/m hangen we een blok. De veer rekt hierdoor uit van 12 naar 22 cm. Bereken de massa van het blok.
Slide 24 - Open vraag
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Welke veer (C of D) is het slapst?
A
C
B
D
Slide 27 - Quizvraag
Welke veer (C of D) heeft de grootste veerconstante?
A
C
B
D
