Betrouwbaarheid van bronnen tv. 3

Betrouwbaarheid van bronnen tv. 3
            Tijdvak 3 : Betrouwbaarheid van bronnen 
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Betrouwbaarheid van bronnen tv. 3
            Tijdvak 3 : Betrouwbaarheid van bronnen 

Slide 1 - Tekstslide

     Afgerond vorige les 
                Vandaag 
- Paragraaf 3.3: De islam 

- Opdracht 6 afgerond (samenvatten). 
- Betrouwbaarheid van bron 

- Oefenen met voorbeelden 

Slide 2 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten 
- Het ontstaan en de verspreiding van de islam (3.3) 

- de verspreiding van het christendom in geheel Europa (3.2) 

- De vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via hofstelsel en horigheid (3.1) 

- Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur (3.1) 

Slide 3 - Tekstslide

Maak de zin af:
Een bron is....

Slide 4 - Open vraag

Primaire bronnen 
Secundaire bronnen 
                                           Bronnen  
Afkomstig uit de tijd die je onderzoekt 
Later 'ontstaan' over de tijd die je onderzoekt 
        Overblijfselen uit het verleden die ons wat kunnen laten weten over het verleden 
Note: Alle bronnen kunnen zowel ongeschreven als geschreven zijn 

Slide 5 - Tekstslide

Je doet onderzoek naar 18e eeuwse geschiedschrijving over de Romeinen, je stuit op het werk van Edward Gibbon (1737-1794) over de val van het West-Romeinse Rijk, primair of secundair?
A
Primair
B
Secundair

Slide 6 - Quizvraag

Betrouwbaarheid van bronnen* 
Hoe bepaal je of een bron betrouwbaar is? 

- Auteur en doelgroep
1.  Wie maakte de bron? 
2. Wat weet je over de standplaatsgebondenheid van de maker?  (Nationaliteit/beroep/ leeftijd) 
3.  Voor wie is de bron gemaakt? Wat wilde de maker ermee bereiken? (VB: relatie tussen auteur en de persoon over wie de bron gaat). 

- Over de bron 
1. Wanneer is de bron gemaakt? 
2. wat voor soort bron is het?  (primair/secundair) (geschreven/ongeschreven) 
3. Bevat de bron feiten (objectief) of vooral meningen  (subjectief) 



Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Zelf aan de slag met bronnen 
- Maak opdracht 4 op blz. 66 (betrouwbaarheid van bronnen)

- Hierna gezamenlijk bespreken  
timer
10:00

Slide 9 - Tekstslide

Zelf aan de slag met bronnen 
- Maak opdracht 3 op blz. 61 van paragraaf 3.1 

- Hierna gezamenlijk bespreken 
timer
10:00

Slide 10 - Tekstslide

Zelf aan de slag met bronnen 
- Maak opdracht 3 van de examentraining op blz. 72 


timer
10:00

Slide 11 - Tekstslide