paragraaf 44

• Latijn
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 6

Woordenboek

Deze les ga je aan de slag met je woordenboek. 

degenen die geen woordenboek in huis hebben, krijgen van mij apart instructies.

Het woordenboek hanteert de volgende basisvormen:

Zelfstandig naamwoord: de nominativus enkelvoud

Bijvoeglijk naamwoord: de nominativus enkelvoud, mannelijk

Werkwoord: de eerste persoon enkelvoud van de tegenwoordige tijd,
 actief (passief in het geval van deponentia). 

Wat is het lemma van amandarat ?

wat is het lemma van hunc?

welken woorden in de regels 1-5 hebben hetzelfde lemma?

wat is het lemma van esset

wat is het lemma van agro

wat is het lemma van aleretur

wat is het lemma van omnibus?

careret komt van

1. careo
2. caro

welk woordsoort is quid?

1. onbepaald voornaamwoord
2. vragend voornaamwoord
3. betrekkelijk voornaamwood
4. persoonlijk voornaamwoord

het lemma van quid =

1. qui
2. quid
3. quod
4. quis

colendis is een gerundivum van een

1. e-stam
2. i-stam
3. mk-stam
4. a-stam

praefuisse komt van...

waar komt certis vandaan?

modo moet je zoeken bij

1. modo
2. modus
3. allebei

klaar?

kijk dan naar de overige woorden in dze eerste vijf regels; weet je waar je die moet zoeken? Schrijf het op; als we eraan toe komen, bespreken we ze; 

begin met solitus , frui, tamenne & te . Dat zijn de lastigste