beeldspraak en onbekende woorden

Welkom bij Nederlands
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Welkom bij Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?

  • Examens
  • Periode 1
  • Beeldspraak uitleg
  • Beeldspraak opdracht
  • Woordenschat
Leerdoelen

  • De student oefent met spreekwoorden, uitdrukkingen en onbekende woorden.

Slide 2 - Tekstslide

Examens
  • Schrijven
  • CE lezen/luisteren
  • Gesprekken voeren

Slide 3 - Tekstslide

Periode 1
  • Studiemeter lezen
  • Studiemeter luisteren
  • Studiemeter beeldspraak

Check de jaarlijn op Teams (3v2 - Nederlands - bestanden).

Slide 4 - Tekstslide

Spreekwoorden en uitdrukkingen

Slide 5 - Tekstslide

Verschil spreekwoorden en uitdrukkingen
  • Een spreekwoord is een vaste zin met een wijsheid of tip.
    Bijvoorbeeld: Je moet een gegeven paard niet in de bek kijken. 

  • Een uitdrukking is een woord of groepje woorden met een aparte betekenis die je in zinnen kunt gebruiken.
    Bijvoorbeeld: vlinders in je buik hebben. 

Slide 6 - Tekstslide

Welke spreekwoorden herken je in de volgende video?

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

spreekwoorden in de detailhandel
  • De klant is koning.
  • Kleren maken de man. 
  • Er is eb in de handel.
  • Er is werk aan de winkel.

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht
  • Werk in tweetallen. Beeld twee spreekwoorden uit. 
  • Maak hier een foto van plaats deze op de padlet. Zet bij de titel het spreekwoord erbij. 
    https://padlet.com/pleuniemansvelt/3v1a

  • Tip: kijk eens op spreekwoorden.nl


Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Studiemeter
Maak de oefeningen bij:
Starttaal Online - 2F
Taalverzorging - Beeldspraak

Slide 13 - Tekstslide

Wat doe je als je een woord niet kent in een tekst?

Slide 14 - Open vraag

Stappenplan moeilijke woorden
  1. Bekijk het woord goed.
    Misschien lijkt het op een woord dat je kent.
    Misschien ken je een stukje van het woord.

    voorbeeld: immuunziekte

Slide 15 - Tekstslide

Stappenplan moeilijke woorden
2. Kijk naar de omgeving van het woord: lees een stukje terug en een stukje verder. 
  • Haal het uit de context (waar gaat de zin/alinea over?). 
  • Staat er een synoniem in de tekst?

Slide 16 - Tekstslide

Stappenplan moeilijke woorden
3. Weet je de betekenis nog niet? 

Moet je echt weten wat dit woord betekent om de hele tekst te begrijpen? 
  • Zo ja: zoek het woord op in het woordenboek.
  • Zo nee: ga verder met het lezen van de tekst. 

Slide 17 - Tekstslide

Studiemeter
Maak de oefeningen bij:
Starttaal online - 2F
Lezen - opbouwopdrachten - onbekende woorden en beeldspraak

Slide 18 - Tekstslide

Huiswerk
  • Studiemeter: lezen – opbouwopdrachten – onbekende woorden en beeldspraak
  • Studiemeter: taalverzorging - beeldspraak

Slide 19 - Tekstslide