Les 11

Les 11
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Les 11

Slide 1 - Tekstslide

Huiswerk
M opdracht  29
Lees de teksten blz. 83 t/m 87
Bekijk het filmpje hieronder over passieve zinnen met modale werkwoorden

Hoofdstuk 3 lees de tekst en maak 
opdracht 2, 3 en 4

Beginnen met oefenen leesopdracht B2
Beginnen met schrijfopdrachten


Slide 2 - Tekstslide

Opdracht 29 blz. 81

Slide 3 - Tekstslide

Sollicitatiebrief
Welke tips ken je al?
Welke tips zijn nieuw?
Welke tips ga je gebruiken, denk je?

Slide 4 - Tekstslide

Opdracht 41
Werkwoorden samen vertalen
Imperfectum of Participium?

Slide 5 - Tekstslide

Hoofdstuk 3 
Opdracht 6 samen:
1
2
3

Opdracht zelf afmaken

Slide 6 - Tekstslide

Functies  'er'
Welke functies van 'er' ken je?




Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

1 indefiniet subject
1 Wat is er?
2 Er loopt een kat op straat. (there's a cat in the street)
Er staat een paard in de gang. (there's a horse in the corridor)

1  Er vervangt niets.
2 Er kan niet alleen staan. Het is een extra woord dat je nodig hebt bij een indefiniet subject.
Staat meestal aan het begin van de zin.

Slide 9 - Tekstslide

2 er vervangt een locatie
Je kunt er ook vervangen door daar of hier.

Hoelang woon je in Nederland?
Ik woon er/hier 3 jaar.

Ga je vaak naar dit restaurant?
Ja ik kom er vaak.

Ben je weleens in Frankrijk geweest?
Ja ik heb erdaar 2 jaar gewoond.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

3 er met een telwoord of prepositie
Ik ben benieuwd naar je vakantieverhalen. Ik ben er benieuwd naar.
= benieuwd zijn naar
Ik heb me aan dat geluid geërgerd. Ik heb me eraan geërgerd. 
= ergeren aan
Ik heb met de talentenshow meegedaan. Ik heb eraan meegedaan.
 = meedoen aan

Ik heb 3 kinderen. Ik heb er 3.


Slide 12 - Tekstslide

Vaste combinaties met er
er + met = ermee     
Ik ga volgende week stoppen met roken. Ik stop ermee.

er + naar (richting) = ernaartoe
Ik ga volgende week naar Londen. Ik ga ernaartoe.

er + uit (richting) = ervandaan           
Ik kom uit Spanje. Ik kom ervandaan.

Slide 13 - Tekstslide

B2 oefeningen
Lezen en schrijven op de site

Slide 14 - Tekstslide

Grammatica: zouden in een hypothetische situatie

Je begint de zin dan vaak met het woordje 'als'.

Deze combinaties zijn mogelijk:
Als ik nu in Spanje zou zijn, (dan) zou ik nu op het strand liggen.
Als ik nu in Spanje zou zijn, lag ik nu op het strand. 
Als ik nu in Spanje was, zou ik nu op het strand  liggen. 
Als ik nu in Spanje was, lag ik nu op het strand.


Slide 15 - Tekstslide

Opdracht 37 blz.89
Kijk naar de opdracht en voer de opdracht uit.

Waar zouden jullie naar toe kunnen gaan?

Slide 16 - Tekstslide

Neem je  je werk mee op vakantie?

- Hoe ga jij om met je werk als je op vakantie bent?
- Kan je makkelijk afstand nemen van je werk?
- Bekijk je vaak je mails? Beantwoord je mails? 
- Ben je op vakantie bereikbaar voor je collega's?
- Vind je dat jongeren minder moeten internetten?
- Wat vind je van Social Media voor jongeren? 


Slide 17 - Tekstslide

Leestekst blz. 98
Opdracht 2, 3 en 4

Slide 18 - Tekstslide