KGT2 - Woorden 1.5

Wat betekent 'inzicht krijgen in'?
A
In het zicht krijgen.
B
Iets krijgen.
C
Geen goed zicht hebben.
D
Begrijpen hoe iets in elkaar zit.
1 / 15
volgende
Slide 1: Quizvraag
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Wat betekent 'inzicht krijgen in'?
A
In het zicht krijgen.
B
Iets krijgen.
C
Geen goed zicht hebben.
D
Begrijpen hoe iets in elkaar zit.

Slide 1 - Quizvraag

Wat betekent 'universele'?
A
Over de hele wereld hetzelfde.
B
Lang houdbaar.
C
Uniek
D
Nationaal

Slide 2 - Quizvraag

Wat betekent 'wijzigen'?
A
Wijzen
B
Veranderen
C
Vastleggen
D
Rondlopen

Slide 3 - Quizvraag

Welk woord hoort bij de betekenis:
'vastleggen, onthouden'
A
Veranderen
B
Een vakantie boeken.
C
Registreren
D
Vertellen

Slide 4 - Quizvraag

Welk woord hoort bij de betekenis:
'vertellen dat je iets slechts hebt gedaan'
A
Achterhalen
B
Opbiechten
C
Vertellen
D
Ruzie maken

Slide 5 - Quizvraag

Welk woord hoort bij de betekenis:
'met heel veel tegelijk'
A
Universele
B
Monitor
C
Online
D
Massaal

Slide 6 - Quizvraag

Maak een zin met het woord:
'virtueel'

Slide 7 - Open vraag

Maak een zin met het woord:
'voorlopig'

Slide 8 - Open vraag

Maak een zin met het woord:
'misverstand'

Slide 9 - Open vraag

Wat is een voorvoegsel?
Geef een voorbeeld.

Slide 10 - Open vraag

Voorvoegsel
Een stukje vóór het woord toevoegen. 
De betekenis van het woord verandert. 

Bijvoorbeeld: 
- Rustig / on- rustig                   (on-)
- Formeel / in- formeel             (in-)
- Examen / her- examen          (her-)

Slide 11 - Tekstslide

Voorvoegsel
Het voorvoegsel bestaat niet als los woordje. 
Het betekent vaak wel iets:

On- betekent: niet
Her- betekent: opnieuw

Zo kun je de betekenis van een woord beter achterhalen.

Slide 12 - Tekstslide

Welk woord bevat een voorvoegsel?
A
Veranderen
B
Voorbeeld
C
Onjuist
D
Beschrijving

Slide 13 - Quizvraag

Welke woorden bevatten een voorvoegsel?
Meerdere antwoorden mogelijk.
A
Onzeker
B
Desinteresse
C
Interesse
D
Herbruikbaar

Slide 14 - Quizvraag

Vond je de uitleg op deze manier leuk?
Ja! Vaker doen!
Nee, doe maar gewoon een standaard uitleg.

Slide 15 - Poll