KGT2 - Woorden 2.5
1 / 14
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Welk woord bevat GEEN achtervoegsel?
A
Werkloos
B
Ingang
C
Kinderachtig
D
Begaanbaar
Slide 5 - Quizvraag
Welk woord bevat GEEN achtervoegsel?
A
Vriendin
B
Kindje
C
Echtpaar
D
Zangeres
Slide 6 - Quizvraag
Welk woord bevat GEEN achtervoegsel?
A
Boerin
B
Zielig
C
Bloempje
D
Waterig
Slide 7 - Quizvraag
Besparen betekent:
A
De git, het aandeel
B
Overhouden door zuinig te zijn
C
Hergebruiken
D
Wat lang goed blijft
Slide 8 - Quizvraag
Qua betekent:
A
Onder water
B
Kwaa
C
Aqua
D
Wat betreft
Slide 9 - Quizvraag
Inleveren betekent:
A
Geven aan degene bij wie het hoort
B
Bij iemand terechtkomen die je kwaad doet
C
Voortdurend, zonder onderbreken
D
De groep mensen tussen wie je leeft
Slide 10 - Quizvraag
De bijdrage betekent:
A
Iets bij je dragen
B
Wat lang goed blijft
C
De gift, het aandeel
D
Een moeilijke taak geven
Slide 11 - Quizvraag
Welk woord hoort bij de betekenis:
'De leefwereld, de natuur, de groep mensen tussen wie je leeft'
'De leefwereld, de natuur, de groep mensen tussen wie je leeft'
A
De samenleving
B
Het milieu
C
De aarde
D
Het laboratorium
Slide 12 - Quizvraag
Welk woord hoort bij de betekenis:
'Wat lang goed blijft'
'Wat lang goed blijft'
A
Aanhoudend
B
Belasten
C
Recyclen
D
Duurzaam
Slide 13 - Quizvraag
Welk woord hoort bij de betekenis:
'Iemand iets vervelends laten doen of laten voelen'
'Iemand iets vervelends laten doen of laten voelen'
A
Opzadelen met
B
In verkeerde handen vallen
C
Langs je neus weg
D
Aanhoudend
