de regel van de zinsontleding (Der/Ein- Gruppe) herhalen in het Nederlands en in het Duits met behulp van de hij/hem regel en deze toepassen in opdrachten van Lektion 4.
een introductie maken met de woorden van Lektion 4 door "was bin ich?"
Slide 3 - Tekstslide
naklar.secure.malmberg.nl
Slide 4 - Link
Grammatik
Zinsontleding en Der/Ein-Gruppe
Slide 5 - Tekstslide
Zinsontleding
Ich gebe mein.... Mutter ein.....Torte
Sie hat für ihr.... Geburtstag ein.... Fest organisiert
Slide 6 - Tekstslide
Zinsontleding
alle ww in de zin= het gezegde
wie/wat+ gezegde=het onderwerp (1e naamval)
wat + gezegde+ onderwerp=lijdend voorwerp (4e naamval)
Aan wie/ voor wie=meewerkend voorwerp (3e naamval)
de regel van de zinsontleding (Der/Ein- Gruppe) herhalen in het Nederlands en in het Duits met behulp van de hij/hem regel en deze toepassen in opdrachten van Lektion 1.
een introductie maken met de woorden van Lektion 4 door "was bin ich?"