Woche 3 Stunde 2

Woche 3 - Stunde 2
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Woche 3 - Stunde 2

Slide 1 - Tekstslide

Was wir heute machen werden:
  • Wortschatz Übungen
  • Uitleg modale werkwoorden
  • Arbeitsblatt Modalverben

Slide 2 - Tekstslide

Wie sagt man auf Deutsch?

'de Kleding'
A
die clothes
B
die Schuhe
C
die Taschen
D
die Kleidung

Slide 3 - Quizvraag

Wie sagt man auf Deutsch?

'de tas'
A
die Tas
B
die Bag
C
die Tasche
D
die Tasse

Slide 4 - Quizvraag

Wat wordt er in het Duits bedoeld met:
'Der Mantel'
A
de schoen
B
de jas
C
het vest
D
de broek

Slide 5 - Quizvraag

Wie sagt man auf Deutsch?

'de broek'
A
die Hose
B
die Brücke
C
die Mütze
D
die Trousers

Slide 6 - Quizvraag

Wat wordt er in het Duits bedoeld met:
'Die Stiefel'
A
de schoenen
B
de laarzen
C
de broeken
D
de jassen

Slide 7 - Quizvraag

Wat wordt er in het Duits bedoeld met:
'Der Schmuck'
A
de make-up
B
de smog
C
de sierraden
D
de muts

Slide 8 - Quizvraag

Modalverben (=modale werkwoorden)
  • Er zijn acht modale werkwoorden in het Duits, wij leren er 6.
  • Deze werkwoorden hebben verschillende functies
  • Klinkerverandering tussen vormen enkelvoud en meervoud. 

Slide 9 - Tekstslide

Modalverben (=modale werkwoorden)
  1. kunnen = können
  2. mogen = dürfen
  3. moeten = müssen (noodzaak)
  4. leuk vinden, lusten = mögen
  5. willen = wollen
  6. moeten (van een ander) = sollen

Slide 10 - Tekstslide

Verbinde die Modalverben mit der Bedeutung.
kunnen
mogen, toestemming hebben
leuk vinden, lusten, aardig vinden
mögen
dürfen
können

Slide 11 - Sleepvraag

Modalverben

Dürfen wir hier parken?
Können Sie mir helfen?
Mögen Sie diese Musik?
Wir müssen gehen.
mogen
kunnen
houden van
moeten

Slide 12 - Sleepvraag

An die Arbeit!

Woche 3:   Arbeitsblatt 1: Modalverben


Fertig (klaar)? 

Neue Kontakte 8B Aussehen

Slide 13 - Tekstslide