Paragraaf 4 De wintersportbeurs met veiling

programma
herhaling lijndiagram
huiswerk paragraaf 3 
uitleg met een spel 
en maken paragraaf 4

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

programma
herhaling lijndiagram
huiswerk paragraaf 3 
uitleg met een spel 
en maken paragraaf 4

Slide 1 - Tekstslide

Lijndiagram


Slide 2 - Tekstslide

huiswerk
paragraaf 3 vragen?

Slide 3 - Tekstslide

Paragraaf 4 
De wintersportbeurs

leerdoelen

Ik kan uitleggen wat de invloed is van vraag naar en aanbod van een product op de prijs 

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Vraag en aanbod
  • Vraag = als wij (consumenten) iets kopen, hoeveelheid goederen.
  • Aanbod = alles wat producenten en verkopers te koop aanbieden, hoeveelheid goederen.
  • Vraag en aanbod gelijk? Evenwicht!!

Slide 7 - Tekstslide

Spelregels
unieke artikelen die alleen via dit veilinghuis te koop zijn mits,
- je budget het toelaat
- je interesse hebt, dus bereidt bent om te kopen.
Steek je gele handje op, als je dit wilt kopen!

Slide 8 - Tekstslide

De markt van een product:
  • alle vraag naar dat product bij elkaar;
  • alle aanbod van het product bij elkaar

Slide 9 - Tekstslide

Consumenten
Consumenten zorgen voor de vraag naar producten.

Slide 10 - Tekstslide

Producenten
Producenten zorgen voor het aanbod van producten.

Slide 11 - Tekstslide

Vraag
De hoeveelheid van een product die de consumenten samen willen kopen.

- smaak
- inkomen
- reclame
- mode 
Aanbod
De hoeveelheid die de ondernemers samen willen verkopen. 

- omvang bedrijf (hoe groot?)
-  kennis
- ervaring

Slide 12 - Tekstslide

Vraag groter dan aanbod >
Vraag en aanbod zijn niet altijd hetzelfde

Als de vraag op een dag groter is dan het aanbod, 
dan gaat de prijs omhoog, 
aanbieders verkopen hun producten dan toch wel.



Slide 13 - Tekstslide

vraag > aanbod

Slide 14 - Tekstslide

Aanbod groter dan vraag <
Aanbod kan ook groter zijn dan de vraag.

Dan krijgen verkopers niet alle producten verkocht.

Wat zullen verkopers dan met de prijs doen?

Slide 15 - Tekstslide

vraag < aanbod 

Slide 16 - Tekstslide

conclusie
naarmate de prijs hoger wordt zijn er minder vragers.
Doordat geen geld voor het product en/of geen geld voor over, het wordt te duur of misschien ook geen interesse.

Slide 17 - Tekstslide

Markt
Alle vraag en aanbod bij elkaar noemen we de markt. 

Bijvoorbeeld: Alle vraag en aanbod van bloemen bij elkaar noemen we de markt voor bloemen.
Andere voorbeelden de huizenmarkt, de energiemarkt en de markt voor telefoonproviders. 

Slide 18 - Tekstslide

Hoeveel skipakken worden er gevraagd bij een prijs van €100,- ?
A
100
B
300
C
900
D
400

Slide 19 - Quizvraag

Hoeveel skipakken worden er aangeboden bij een prijs van €300,- ?
A
100
B
300
C
900
D
400

Slide 20 - Quizvraag

Hoeveel skipakken worden er gevraagd bij een prijs van €900,- ?
A
100
B
300
C
900
D
400

Slide 21 - Quizvraag

Hoeveel skipakken worden er aangeboden bij een prijs van €900,- ?
A
100
B
300
C
700
D
900

Slide 22 - Quizvraag

Veilinghuis Doedens
Vandaag 2 bijzondere stukken....

Slide 23 - Tekstslide

Spelregels
Vandaag 2 unieke artikelen alleen via dit veilinghuis te koop
kopen mits

- je budget (je geld) het toelaat
- je interesse hebt, dus bereid bent om te kopen

Slide 24 - Tekstslide

2 frikandellenbroodjes & 2 blikjes cola

Slide 25 - Tekstslide

2x kaartje Walibi

Slide 26 - Tekstslide

Conclusie
Je budget bepaalt wat je koopt
Als de prijs hoger wordt zijn er minder mensen die het willen kopen
Bij een lage prijs zijn er veel mensen die het willen kopen

Slide 27 - Tekstslide

Huiswerk
Samen theorie lezen
Maken paragraaf 4.4 
sluiten af met filmpje over marktplaats

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Link

Paragraaf 4 
De wintersportbeurs

leerdoelen

Ik kan uitleggen wat de invloed is van vraag naar en aanbod van een product op de prijs 

Slide 30 - Tekstslide