Klik
hier om de tekst en de vragen te bekijken.
1. De eerste vraag verklapt het onderwerp. Waar gaat de tekst over?
2. Bij vraag 2 moet je één woord citeren dat de lading dekt.
3. De derde vraag is positief. Vind in het betreffende gedeelte de positieve zinnen/zinsgedeeltes.
4. Bij de vierde vraag is het citaat positief. Dan moet het antwoord ook positief zijn. Verder geldt. Citaat + wat-vraag? Antwoord staat meteen na citaat.
5. Vraag 6: Lückentekst met signaalwoord. Kijk naar de zin ervoor en de zin, waarin je iets moet invullen. Bepaal de functie van de zin met de Lücke ten opzichte van de zin ervoor en kies je antwoord.